Organisatie | Montfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Montfoort |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet ruimtelijke ordening art. 6.7
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-06-2009 | Onbekend | 25-05-2009 Onbekend | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in
artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening indient;
b. adviseur: de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon als
bedoeld in artikel 6.1.1.1, onder c, Besluit ruimtelijke ordening;
c. adviescommissie: schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van
d. derde belanghebbende(n): de belanghebbende(n) als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid van de wet;
e. besluit: Besluit ruimtelijke ordening;
f. college: het college van burgemeester en wethouders;
g. gemeente: gemeente Montfoort;
h. planologische maatregel: oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijke
i. planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening;
Artikel 3. Besluit tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager
Indien het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat aanvrager in verzuim is geweest.
Artikel 4. Besluit tot afwijzing van de aanvraag wegens kennelijk niet ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid
Artikel 5: Besluit tot opdrachtverstrekking
Binnen twaalf weken na het verstrijken van de in artikel 4 van deze verordening genoemde termijnen verstrekt het college aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 3 of 4 van deze verordening of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 6. Adviseur of adviescommissie
Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering.
Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van een planologische verslechtering.
Artikel 8 Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie
Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 5 verstrekt, stelt het college de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbende(n) schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:
a. een adviseur als bedoeld in artikel 6, eerste lid, of
Artikel 9 Werkwijze adviseur of adviescommissie
De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de adviseur
of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbende(n), worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen
en belanghebbende(n). De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
II In de verordening het recht voor het indienen van en aanvraag tegemoetkoming planschade
a. te verhogen met € 200,- en vast te stellen op € 500,-.
b. te verlagen met € 200,- uitsluitend ten behoeve van een aanvrager die blijkens de aangifte inkomensbelasting of andere bescheiden in de twaalf maanden voorafgaande aan het indienen van de aanvraag een (gezamenlijk) inkomen heeft genoten ten bedrage van ten hoogste 110% van het wettelijk minimumloon per huishouden, en wordt ten behoeve van hen vastgesteld op € 100,-.