Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tytsjerksteradiel

Bezoldigingsverordening gemeente Tytsjerksteradiel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTytsjerksteradiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBezoldigingsverordening gemeente Tytsjerksteradiel
CiteertitelBezoldigingsverordening gemeente Tytsjerksteradiel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De “Bezoldigingsverordening Tytsjerksteradiel” vastgesteld op 14 november 1996 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tytsjerksteradiel, art. 3.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2003Nieuwe regeling

17-12-2002

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsverordening gemeente Tytsjerksteradiel

Burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel;

gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tytsjerksteradiel;

gezien de bereikte overeenstemming in de Commissie voor het Georganiseerd Overleg

B E S L U I T E N :

vast te stellen de volgende verordening:

BEZOLDIGINGSVERORDENING GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL

I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

ambtenaar:

 

 

1.

de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

 

2.

de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

b.

salaris:

het salaris als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

c.

uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder o, van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

d.

schaal:

de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder a, opgenomen in bijlage A en A-1 van de bezoldigingsverordening;

e.

maximumsalaris:

het hoogste bedrag van een schaal;

f.

bezoldiging:

de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

g.

betrekking:

de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

h.

conversietabel:

de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

i.

volledige betrekking:

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

j.

overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder l, van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

k.

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tytsjerksteradiel:

arbeidsvoorwaardenregeling waarvan de inhoud overeenkomt met de inhoud van de CAR/UWO;

II Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1.

    Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2.

    Het recht op salaris eindigt, in het geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of II-1 van de CAR/UWO.

Artikel 6
  • 1.

    De toepassing van bijlage II dan wel bijlage II-A van de CAR/UWO vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversietabel de voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4.

    Anders dan bij het aanvaarden van passende en gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar die voldoet aan de eisen voor functievervulling, blijkende uit een door de leidinggevende gemaakte beoordeling, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2.

    De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van 1 januari volgend op zijn aanstelling en nadien telkens na een jaar.

  • 3.

    Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

  • 4.

    Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

Artikel 8 Geen periodieke verhoging

  • 1.

    Indien een ambtenaar niet aan de eisen voldoet voor functievervulling, kan, op basis van nader door burgemeester en wethouders in overleg met de Commissie voor Georganiseerd Overleg vast te stellen criteria, worden bepaald, dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2.

    Nadien kunnen burgemeester en wethouders bepalen, dat de salarisverhoging, die met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging in zou gaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 9 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op tenminste het bedrag, dat de ambtenaar genoot in de oude schaal, vermeerderd met één periodiek in de oude schaal.

III Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 10 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

  • 2.

    Bij toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 11 Gratificatie

Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Arbeidsvoorwaardenregeling worden toegekend.

Artikel 12 Groepsgratificatie

Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie heeft geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

Artikel 13 Arbeidsmarkttoelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar kan om redenen van werving een toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat van tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum.

Artikel 14 Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Burgemeester en wethouders stellen, in overleg met de Commissie voor Georganiseerd Overleg, nadere regels vast omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 13.

Artikel 15 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 13 wordt geen afbouwregeling toegepast.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 16 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 17 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar wordt in geval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 18 Toelage onregelmatige dienst

De door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar voor wiens betrekking werktijden zijn vastgesteld, of voor wie bij rooster wisselende werktijden zijn vastgesteld buiten de normale werktijden, heeft op grond van het bepaalde in artikel 3:3 van de ‘Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tytsjerksteradiel recht op een vergoeding, zoals hieronder is gespecificeerd.

Vergoedingspercentages voor onregelmatig werken

Voor de onregelmatig gewerkte uren op:

maandag t/m vrijdag van

00.00 tot 08.00 uur

20%

en van

18.00 tot 24.00 uur

20%

zaterdag van

00.00 tot 24.00 uur

50%

zondag en erkende feestdagen van

00.00 tot 24.00 uur

100%

Opmerkingen:

  • *

    Er bestaat alleen recht op een toelage als de werkzaamheden zijn begonnen vóór 07.00 uur of beëindigd ná 19.00 uur.

  • *

    De vergoedingspercentages worden berekend over het brutosalaris maar tot ten hoogste het salarisbedrag behorende bij salarisnummer 11 (= max.) van schaal 7.

Artikel 19 Afbouwregeling (toelage onregelmatige dienst)

De ambtenaar wiens bezoldiging een blijvende verlaging ondergaat als gevolg van het beëindigen van de onregelmatige dienst, of het aanzienlijk minder onregelmatig werken, heeft recht op een afbouwtoelage, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    de oorzaak van de blijvende verlaging moet zijn: aangepaste werktijden op medisch advies of een andere niet aan de ambtenaar te wijten situatie of het (mede) op verzoek van de ambtenaar opdragen van een andere functie in het kader van interne mobiliteit;

  • b.

    hij moet tenminste 3 jaren onafgebroken onregelmatige diensten hebben verricht;

  • c.

    de blijvende verlaging moet tenminste 3% bedragen van het salaris plus de gedurende de 12 voorgaande maanden gemiddeld betaalde toelage;

  • d.

    bij de toe te passen vergelijking van de oude bezoldiging met de nieuwe (verlaagde) bezoldiging wordt een eventuele periodieke salarisverhoging, niet zijnde een algemene salarisverhoging, tot de nieuwe bezoldiging gerekend.

Het hiervoor bij c. bedoelde bedrag van de verlaging is de berekeningsbasis. Deze berekeningsbasis zal de gehele uitkeringsperiode niet worden gewijzigd, tenzij er (opnieuw) sprake is van een periodieke salarisverhoging, zoals omschreven bij d. De uitkeringsperiode is maximaal 3 jaren. De afbouwtoelage bedraagt gedurende het eerste jaar 75%, gedurende het tweede jaar 50% en gedurende het derde jaar 25% van de berekeningsbasis. De afbouwtoelage gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op het moment van de beëindiging c.q. het aanzienlijk verminderen van het onregelmatig werken.

Artikel 20 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

Aan de ambtenaar die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in de artikelen 4:1 en 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

Artikel 21 Inconveniëntentoelage

Aan de ambtenaar die een functie vervult, waarbij in de werkzaamheden in een zekere mate bezwarende omstandigheden voorkomen, wordt een toelage toegekend.

Artikel 22 Nadere regels toelage

De regelingen met betrekking tot de toelagen genoemd in de artikelen 20 en 21 worden door burgemeester en wethouders vastgesteld in overleg met de Commissie voor Georganiseerd Overleg.

Artikel 23 Afbouwtoelage

  • 1.

    Voor de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 20 en 21, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar en ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage als bedoeld in de artikelen 20 en 21, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende tenminste 10 jaar zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage, als bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21, heeft genoten, over in de blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

Artikel 24 Onkostenvergoeding

  • 1.

    De ambtenaren, werkzaam in de buitendienst en ingedeeld in de functieschalen 1 t/m 4 van bijlage A of A-1 en de meewerkende voorlieden ontvangen naast de verstrekking van een kledingpakket, een netto onkostenvergoeding van € 115,-- per jaar als koffievergoeding.

  • 2.

    De sporthalbeheerder genoemd in lid 3, ontvangen tevens een bruto fietsvergoeding van een zodanige omvang dat netto resteert een bedrag van € 64,00 per jaar.

  • 3.

    De ambtenaren of sporthalbeheerders genoemd in één van de bovenstaande leden, die geen volledige functie vervullen, ontvangen een, in evenredigheid van het aantal uren van een volledige functie berekend, deel van de vergoeding.

Artikel 25 Lunchvergoeding

  • 1.

    De ambtenaar, werkzaam in de buitendienst en die door de aard van de werkzaamheden zijn lunch op de werkplek dient te gebruiken, ontvangt daarvoor een lunchvergoeding gelijk aan het bedrag voor de zgn. kleine uitgaven overdag zoals genoemd in artikel 5, lid 1 van de reisregeling binnenland. Voor de vaststelling van de totaalvergoeding op jaarbasis wordt, bij een volledige betrekking, uitgegaan van 200 werkdagen.

  • 2.

    De ambtenaar genoemd onder 1, die geen volledige functie vervult, ontvangt een, in evenredigheid van het aantal uren van een volledige functie berekend, deel van de vergoeding.

V Overige bepalingen

Artikel 26 Garantieregeling diplomatoelage

  • 1.

    De toelage in verband met in het bezit zijnde diploma's, welke is toegekend op grond van de bezoldigingsverordening, vastgesteld bij raadsbesluit 10 september 1981, wordt gegarandeerd.

  • 2.

    Bij een (latere) indeling in een salarisschaal met een hoger maximum wordt de toelage bedoeld in het eerste lid ingebouwd in het salaris.

  • 3.

    Voor de berekening van de toelage wordt uitgegaan van de bedragen zoals deze gelden op 1 juli 1981.

Artikel 27 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling. Daarvan wordt mededeling gedaan aan de Commissie voor het Georganiseerd Overleg.

Artikel 28 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003 en kan worden aangehaald als “Bezoldigingsverordening gemeente Tytsjerksteradiel".

  • 2.

    De “Bezoldigingsverordening Tytsjerksteradiel” vastgesteld op 14 november 1996 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 december 2002.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

secretaris

drs. H.Schukking

burgemeester

G.J.Polderman