Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie gemeente Borsele 2015 |
Citeertitel | de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie gemeente Borsele 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2015 | wijziging art. 3 en toevoeging art. 10a en 10b | 08-01-2015 Gemeenteblad dd. 29-01-2015, nr. 8618 | Raadsstukken 08-01-2015, nr. B5 |
De raad van de gemeente Borsele;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2014;
gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid van de Participatiewet;
gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;
besluit vast te stellen de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie gemeente Borsele 2015.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
doelgroep loonkostensubsidie (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, Participatiewet): personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben;
loonwaarde (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, Participatiewet): vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon, die tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort;
Artikel 2. Aanspraak op ondersteuning
Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en/of tot de doelgroep van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
Artikel 3. Evenwichtige verdeling en financiering
Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk.
Hoofdstuk 3 Voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling
Artikel 4. Beëindiging voorzieningen
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, niet nakomt;
Artikel 5. Werkervaringsplaats
Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep op een werkervaringsplaats plaatsen. Deze plaatsing duurt maximaal zes maanden met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden, indien dit door het college noodzakelijk wordt geacht voor het verwerven van vaardigheden die de inschakeling in de arbeid bevorderen.
Het college kan aan een persoon die behoort tot de doelgroep en een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft, als onderdeel van een re-integratietraject activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering, voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen.
Het college kan de voorziening beschut werk aanbieden aan een persoon uit de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.
Vervolgens wint het college bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen advies in voor de beoordeling of zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Op basis van het advies van UWV stelt het college ambtshalve vast dat iemand tot de doelgroep voor beschut werk behoort.
Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken zet het college de volgende ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.
Het college bepaalt jaarlijks de omvang van het aanbod beschut werk en legt in het beleidsplan vast hoeveel plekken voor beschut werk de gemeente beschikbaar stelt. In verband hiermee overlegt het college met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, aan de gemeente gelieerde bedrijven en andere reguliere werkgevers.
Het college kan, krachtens artikel 7, lid 7 van de Participatiewet, met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen overeenkomen dat het college personen aan wie het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt, de voorziening beschut werk aanbieden. Het college maakt daaraan voorafgaand afspraken met UWV over de bekostiging van de inzet van deze voorziening.
Artikel 11. Ondersteuning bij leer-werktraject
Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep, zoals bedoeld in artikel 10f van de wet, ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:
a.van zestien of zeventien jaar van wie de leerplicht of de kwalificatieplicht, bedoeld in de Leerplichtwet 1969, nog niet is geëindigd, of
b.van achttien tot 27 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald,
c.van 27 jaar of ouder die nog geen startkwalificatie hebben behaald.
Aan een persoon die behoort tot de doelgroep met een arbeidsbeperking kan het college persoonlijke ondersteuning aanbieden bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken in het kader van een regulier dienstverband, een proefplaatsing (artikel 6 van de verordening) of een werkervaringsplaats (artikel 5 van de verordening), in de vorm van begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Borsele 2012, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Borsele 2012 voor de duur: