Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Alphen aan den Rijn 2015 |
Citeertitel | Beheerverordening begraafplaatsen Alphen aan den Rijn 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Verordening vervangt de begraafplaatsenbeheerverordeningen van de fusiegemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude
Artikel 149 Gemeentewet en de artikelen 35 en 56 van de Wet op de lijkbezorging
Uitvoeringsbesluit graven, urnen en asverstooiing, Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen en Uitvoeringsbesluit categorieën begraafplaatsen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 27-11-2014 Gemeenteblad, 22-12-2014, nr. 77085 | 2014/27313 |
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Alphen aan den Rijn 2015
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
begraafplaats(en): de Oosterbegraafplaats te Alphen aan den Rijn, de begraafplaats aan het Zuideinde te Aarlanderveen, de begraafplaats Buitendorp te Zwammerdam, de begraafplaats aan de Roemer te Boskoop, de begraafplaats Reijerskoop te Boskoop, de begraafplaats Vrederust te Benthuizen, de begraafplaats te Hazerswoude-Dorp, en de begraafplaats te Koudekerk aan den Rijn.
Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste 6 werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.
Artikel 6. Opgravingen en ruimen
Het opgraven van stoffelijke resten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. Nabestaanden kunnen bij het college toestemming vragen om bij het opgraven stoffelijke resten aanwezig te kunnen zijn. Het college kan hiervoor toestemming verlenen alleen indien en voor zover de bedrijfsvoering van de begraafplaats(en) dat toelaat.
Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil laten begraven, as wil laten bijzetten of as wil laten verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester na overeenstemming met de Officier van Justitie toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8. Gebouwen en muziekinstallatie
Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede het gebruik van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. Indien de ontvangstruimten of aula in beheer zijn bij anderen dan bij de gemeente, dient toestemming te worden gevraagd bij de exploitant van deze ontvangstruimten of aula.
Artikel 9. Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden door een van de andere personen, genoemd in artikel 16 tweede lid.
Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 11. Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel overledenen en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 15. Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 10, 20, 30 of 40 jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 17. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Hoofdstuk 5. Gedenktekens en onderhoud
Artikel 19. Onderhoud door de gemeente
De gemeente voorziet in het algemene onderhoud op de begraafplaatsen.
Het college kan besluiten om ten behoeve van zijn beheertaken tijdelijk grafbedekkingen te verplaatsen. Dit artikel geldt voor alle soorten grafbedekking, ook diegene die zijn geplaatst voor ingang van deze verordening.
Artikel 20. Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende
Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking of het gedenkteken behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen zonder dat de gemeente verplicht is om tot enige vergoeding over te gaan.
De verwijdering van de grafbedekking of het gedenkteken vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de belanghebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de belanghebbende niet bekend is, maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking of het gedenkteken te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Artikel 21. Blijvende en niet-blijvende grafbeplanting
Blijvende en niet-blijvende beplanting op een graf dat in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen, en dergelijke kunnen wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.
Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 23. Ruiming, bezorging van overledenen en as
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten op te graven om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Artikel 25. Bevoegdheid college
Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Alphen aan den Rijn 2010, Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rijnwoude en Beheerverordening gemeentelijke begraafplaats Roemer 2008 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Alphen aan den Rijn 2010, Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rijnwoude of Beheerverordening gemeentelijke begraafplaats Roemer 2008 is ingediend en voor het
tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Hij die handelt in strijd met artikel 3 derde lid of de artikelen 4, 5 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie, zoals bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 28. Intrekking oude regeling
De Beheerverordening begraafplaatsen Alphen aan den Rijn 2010, de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rijnwoude en de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaats Roemer 2008 wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.