Organisatie | Katwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2015 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Katwijk 2009
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2014 | 01-01-2016 | Nieuwe verordening | 06-11-2014 | 352510 |
De raad van de gemeente Katwijk;
gelezen het voorstel van het college van 29 september 2014;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Katwijk 2009;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2015
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Indien een vergunning wordt ingetrokken wordt op aanvraag ontheffing van de parkeerbelasting verleend over de nog niet ingetreden kalendermaanden waarop de vergunning betrekking heeft, met dien verstande dat voor een gedeelte van de laatste maand een volle kalendermaand geldt. Er is geen aanspraak op ontheffing als het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,--.
Vrijgesteld voor de parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 zijn:
houders van een in of buiten de Europese Gemeenschap geldige gehandicaptenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers), mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de vooruit van het voertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de parkeerkaart op een van buitenaf zichtbare plaats leesbaar te worden aangebracht;
Artikel 10 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 59,--.
Artikel 13 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening parkeerbelastingen 2014” van de gemeente Katwijk van 12 december 2013 alsmede de tarieventabel behorende bij deze verordening, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2014.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2015
Hoofdstuk 1: Parkeren bij parkeerapparatuur
Het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a kan geschieden voor onbepaalde tijd.
Het tarief bedraagt € 2,00 per uur en wordt geheven in de straten zoals aangegeven in het meest recente aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen van het college.
Hoofdstuk 2: Parkeren door vergunninghouders
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of vergunninghouderplaatsen zoals aangegeven in de kolommen 1 en 2 van onderstaand overzicht, bedraagt:
voor een dagkraskaart werkzaamheden geldig op alle openbare parkeerplaatsen per stuk | ||
voor een dagkraskaart verblijfgasten, geldig op alle openbare parkeerplaatsen per stuk | ||
Deze tarieventabel behoort bij de "Verordening parkeerbelastingen 2015".
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2014.