Organisatie | Opmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling SSC DeSom 2015 |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling SSC DeSom 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 20-01-2015 Gemeenteblad d.d. 23-1-2015 | Collegevoorstel d.d. 8-1-2015 (Postreg.nr. 15.0000263) |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik, en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland;
besluiten, na toestemming te hebben verkregen van hun gemeenteraad,
vast te stellen de volgende gemeenschappelijke regeling:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van andere wet- en regelgeving van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden het openbaar lichaam, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter in de plaats van respectievelijk de gemeente, de raad, het college of de burgemeester.
HOOFDSTUK 2 BELANG, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Het belang van deze regeling is het bewerkstelligen van een kwalitatief hoogwaardige en een doelmatige uitvoering door het SSC van de door de gemeenten opgedragen uitvoerende taken en de ondersteuning in brede zin op het terrein van de ICT en het creëren van de voorwaarden voor een efficiënte bedrijfsvoering en een efficiënte en klantgerichte dienstverlening.
3.Naast het uitvoeren van de basistaken kan het SSC ook aanvullende dienstverlening voor één of meer van de deelnemende gemeenten verzorgen. Voor deze aanvullende dienstverlening wordt apart betaald. Ook deze aanvullende dienstverlening wordt jaarlijks, voor zover voorzienbaar, door het dagelijks bestuur in een bij de begroting behorend jaarwerkplan vastgelegd. Tevens zal daarbij door het dagelijks bestuur de kostprijs voor de aanvullende dienstverlening worden vastgesteld in een bedrag per uur.
Het SSC sluit hiertoe een dienstverleningsovereenkomst met de betreffende gemeente of gemeenten waarin tevens de gevolgen worden geregeld voor de beëindiging van de dienstverlening.
4.Naast de in de het eerste, tweede en derde lid genoemde taakuitoefening voor de deelnemende gemeenten kan het SSC basistaken of aanvullende dienstverlening verrichten voor andere organisaties die zijn ingesteld ter uitvoering van aan de deelnemende gemeenten opgedragen wettelijke taken. Voor deze dienstverlening wordt apart betaald en deze wordt in het jaarwerkplan vastgelegd, met dien verstande dat deze dienstverlening nimmer meer dan tien procent van de begroting van het SSC mag
uitmaken. Uitvoering voor derden is slechts toegestaan na instemming van het algemeen bestuur.
5.Het SSC verricht de taken zo effectief en efficiënt mogelijk.
Artikel 5 Uitsluitend recht en ondersteunende diensten
Voor de ondersteunende diensten, onder andere op het gebied van personeel en organisatie,financiële zaken, accommodatiebeheer en archiefbeheer, wordt gedurende ten minste vijfjaar vanaf de datum van het treffen van de Regeling, gebruik gemaakt van faciliteiten diedoor de deelnemende gemeenten ter beschikking worden gesteld. Hiervoor zal een apartedienstverleningsovereenkomst worden opgesteld tussen SSC DeSom en de individuele deelnemende gemeente. De betrokken gemeente brengt de kosten daarvan in rekening bij het SSC.
Indien ten gevolge van wijziging van wettelijke regelingen, uitvoerende werkzaamheden als bedoeld in artikel 4 gaan strekken ter uitvoering van een andere regeling dan ter uitvoering waarvan zij ten tijde van het van kracht worden van deze gemeenschappelijke regeling strekten, dan wel indien in deze werkzaamheden ten gevolge van een dergelijke wijziging veranderingen optreden, blijven zij, voor zover hun strekking en omvang door die wijziging niet wezenlijk veranderen, behoren tot de taken die artikel 4 aan het SSC opdraagt.
HOOFDSTUK 3 INRICHTING EN SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR
De zittingsduur van de leden van het algemeen bestuur is gelijk aan die van de colleges van de gemeenten. De leden van het algemeen bestuur blijven na het verstrijken van de in de vorige zin genoemde termijn hun functie waarnemen tot het tijdstip dat de leden van de nieuwe colleges door hun raden als zodanig zijn benoemd.
Als een lid van een college van een van de gemeenten binnen de zittingstermijn als bedoeld in de eerste volzin van het tweede lid aftreedt of wordt ontslagen, vervalt met gelijke ingang daarvan het lidmaatschap van het algemeen bestuur. Het college van de betreffende gemeente vervult de vacature zo spoedig mogelijk.
Artikel 10 Incompatibiliteiten
Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van de wet is het lidmaatschap van het algemeen bestuur onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van een van de gemeenten aangesteld of daaraan ondergeschikt.
Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft.
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het dagelijks bestuur, de voorzitter van het openbaar lichaam en door een bestuurscommissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het algemeen bestuur of aan de leden van het algemeen bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.
De krachtens het tweede lid aan het algemeen bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding vervalt, indien de oplegging niet door het algemeen bestuur in zijn eerstvolgende vergadering, die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, tezamen vertegenwoordigend meer dan de helft van het aantal stemmen, is bezocht, wordt bekrachtigd.
De krachtens het tweede lid aan leden van het algemeen bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding wordt door hen in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het onderwerp waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan het algemeen bestuur is voorgelegd, de geheimhouding opheft. Het algemeen bestuur kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, tezamen vertegenwoordigd meer dan de helft van het aantal stemmen is bezocht.
1.Ieder lid heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem.
Het tot stand komen van een besluit bij stemming vereist de volstrekte meerderheid van hen die een stem hebben uitgebracht, tenzij in deze regeling anders is bepaald. Indien destemmen staken, beslist de voorzitter. Onverminderd het voorgaande streeft het algemeen bestuur bij besluitvorming naar consensus.
2.De artikelen 31 en 32 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing,onverminderd het bepaalde in artikel 136 van de wet.
Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, als dit lid niet langer het vertrouwen van het algemeen bestuur geniet. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
1.Het dagelijks bestuur neemt zijn besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen in eenbesloten vergadering waarbij ieder lid van het dagelijks bestuur een stem heeft. Indien destemmen staken, beslist de voorzitter. Onverminderd het voorgaande streeft het dagelijks bestuur bij besluitvorming naar consensus.
2.Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een van de leden dit nodigvindt.
3.De artikelen 56 tot en met 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing,onverminderd het bepaalde in artikel 136 van de wet.
4.Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijnvergaderingen en anderewerkzaamheden vast.
Artikel 19 Benoeming en ontslag
De voorzitter vervult zijn functie voor vier jaar. Deze periode loopt parallel met de raadsperiode en eindigt met benoeming van een andere voorzitter door het algemeen bestuur. De voorzitter wordt voor maximaal 4 jaar benoemd. Zijn benoeming eindigt in ieder geval na afloop van een raadsperiode als genoemd in artikel C4 van de Kieswet door de benoeming van een andere voorzitter.
Het algemeen bestuur stelt in ieder geval een vaste commissie van advies in tenbehoeve van het dagelijks bestuur, bestaande uit de gemeentesecretarissen van dedeelnemende gemeenten. De gemeentesecretaris kan zich laten vervangen door eendirecteur of hoofd verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering binnen zijngemeente. Naasthet geven van advies aan het dagelijks bestuur zal deze commissie ook advies gevenaan de directeur en fungeren als een klankbord voor deze functionaris.
4.Andere commissies van advies aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter worden door het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter ingesteld.
HOOFDSTUK 4 BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR
§ 1 Bevoegdheden algemeen bestuur
Artikel 22 Bevoegdheden algemeen bestuur
Onder goedkeuring van gedeputeerde staten besluit het algemeen bestuur tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen als dat bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang en niet voordat de raden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen.
§ 2 Bevoegdheden dagelijks bestuur
Artikel 25 Bevoegdheden dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van het SSC behelst onder meer de voorbereiding van alles waarover het algemeen bestuur beraadslaagt alsmede de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur. Deze bevoegdheden berusten bij het dagelijks bestuur voor zover de voorzitter hiermee niet bij of krachtens de wet of deze regeling is belast.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, indien als gevolg van een wettelijk voorschrift aan het SSC of het bestuur van het SSC hetzij een recht van beroep hetzij een recht bezwaar te maken toekomt, spoedhalve beroep in te stellen of bezwaar in te brengen alsmede, voor zover de voorschriften dat toelaten, schorsing van de aangevochten beslissing of een voorlopige voorziening ter zake te verzoeken.
HOOFDSTUK 6 FINANCIËN EN BEHEER VAN HET SSC
Artikel 33 Bijdrage en vergoeding
Het dagelijks bestuur kan, binnen het kader van de in het vorige lid bedoelde verordening, werkafspraken maken met de afzonderlijke colleges over de vergoeding voor de instandhouding en de vergoeding voor de door het SSC verrichte diensten voor het betreffende college. Deze afspraken worden opgenomen in de begroting.
Artikel 35 Resultaatbestemming
Als de rekening sluit met een nadelig saldo besluit het algemeen bestuur dit saldo geheel of ten dele af te boeken van de algemene reserves, voor zover aanwezig. Als het algemeen bestuur dit noodzakelijk oordeelt, wordt een plan opgesteld dat is gericht op het afbouwen en/of dekken van het nadelig exploitatiesaldo, waarbij tevens wordt bepaald of en zo ja, tot welk bedrag de gemeenten bijdragen in het nadelig exploitatiesaldo. Dit plan wordt eerst vastgesteld door het algemeen bestuur nadat de vertegenwoordigende organen van de gemeenten gedurende een termijn van tenminste twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld hierover hun mening te geven.
HOOFDSTUK 7 WIJZIGING, TOETREDING, UITTREDING EN OPHEFFING
Artikel 41 Uittreding en opheffing
d.de wachtgelden van eventueel overtollig personeel of de overname door deuittredende gemeente van dat personeel.
Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor de ambtenaar. Indien het SSC alle op haar rustende verplichtingen is nagekomen en een batig saldo resteert, dan wordt dit batig saldo aan de hand van de gehanteerde verdeelsleutel aan gemeenten uitgekeerd. Resteert een negatief saldo, dan zijn gemeenten naar rato van de gehanteerde verdeelsleutel gehouden deze verplichtingen op zich te nemen.
HOOFDSTUK 8 ALGEMENE BEPALINGEN
Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van het bestuur van het SSC voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het dagelijks bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 de archivaris belast. Met betrekking tot dit toezicht bevat de verordening bedoeld in het tweede lid de nodige bepalingen.
Artikel 45 Bestaande samenwerkingen en deelnemingen
De op het moment van inwerkingtreding van deze regeling bestaande privaatrechtelijke of publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden van de gemeenten afzonderlijk of gezamenlijk met derden blijven bestaan. Dit tot het moment waarop ieder van de colleges van de gemeenten, na een gezamenlijke inventarisatie daarvan met het dagelijks bestuur, besloten heeft welke van de per gemeente geïnventariseerde samenwerkingsverbanden door de betreffende gemeente gehandhaafd of opgezegd moet worden. In geval van opzegging kan een college besluiten de betreffende taken te laten uitoefenen door het SSC.
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het algemeen bestuur gehoord de colleges van de gemeenten.
Deze regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke Regeling SSC DeSom 2015.
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DRECHTERLAND
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ENKHUIZEN
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE STEDE BROEC
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE OPMEER
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE MEDEMBLIK
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE KOGGENLAND