Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eemsmond

Nadere regels voor terrassen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEemsmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voor terrassen
CiteertitelNadere regels voor terrassen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-11-2014Onbekend

26-01-2015

Gemeenteblad Jaargang 2014 Nr. 61983

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voor terrassen

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eemsmond;

 

Gelezen het advies aan het college van burgemeester en wethouders d.d. 23 januari 2014;

 

Gelet op artikel 2:10 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eemsmond 2014;

 

b e s l u i t:

 

de volgende nadere regels vast te stellen:

 

NADERE REGELS VOOR TERRASSEN

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepaling

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Nadere regels wordt, conform de Algemene Plaatselijke Verordening verstaan onder:

  • §

    Horecabedrijf: de voor publiek toegankelijke besloten ruimte waar tegen vergoeding dranken worden geschonken of eetwaren voor de directe consumptie worden bereid of verstrekt.

  • §

    Tot een horecabedrijf wordt ook een terras gerekend.

  • §

    Terras: een buiten het besloten deel van het bedrijf waar zitgelegenheid wordt geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.

  • §

    Terrasmeubilair: stoelen, banken, tafels, parasols, terrasschermen en alle overige objecten die op het terras geplaatst zijn ten dienste van het terras en/of het overige deel van de inrichting.

  • §

    Terraseiland: een gezamenlijk terras, geëxploiteerd door meerdere ondernemers.

  • §

    Exploitant: de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening en risico een (horeca)bedrijf wordt geëxploiteerd.

  • §

    Uitstalling: een roerende zaak die tijdelijk op of aan de weg wordt geplaatst voor de verkoop van goederen (inclusief reclameborden).

  • §

    Ongehinderde doorgang: het gedeelte van de straat of trottoir (openbare weg) waarvan voetgangers en/of hulpdiensten gebruik kunnen maken zonder gehinderd te worden door objecten.

  • §

    Voetpad: een al dan niet verhard of verhoogd pad voor voetgangers.

  • §

    Vrije doorgang: een doorgang met een minimale breedte van 85 cm.

Hoofdstuk 2 Nadere regels voor terrassen

Afdeling 2.1 Locatie van terrassen

Artikel 2

Potentiële terrashouders melden zich bij de gemeente, die bepaalt of ter plekke voldoende ruimte is voor een terras. Een terras wordt pas opgesteld nadat van gemeentewege daarvoor een akkoord is gegeven in de vorm van een situatietekening en als daarvoor van gemeentewege terrasafbakening, in verband met een terraseiland, is aangebracht. Indien het een locatie betreft waar uit de bestrating blijkt wat de terraslocatie is, (duidelijk wat de locatie en de grootte van het terras is) kan de terrasafbakening achterwege blijven. Een situatietekening (door de gemeente gemaakt) volstaat dan.

Artikel 3

Een terras bevindt zich alleen vóór de eigen gevel of op een terraseiland in het verlengde van de eigen gevel. Een terras wordt niet opgesteld voor een gevel van een andere onderneming. Een terras mag geen vluchtwegen of bluskranen blokkeren.

Artikel 4

Op brandweerroutes wordt minimaal 4 meter breedte zonder hoogtebeperking vrijgehouden. Een terras langs een weg wordt minimaal 0,85 m van de straatkant of stoeprand geplaatst.

Afdeling 2.2 Uitstraling

Artikel 5

De terrassen en de terrasafscherming mogen de door de gemeente aangebrachte terrasafbakening van een terraseiland niet overschrijden. Tijdens evenementen hoeven de reguliere terrassen die direct langs de gevel van het horecabedrijf zijn gesitueerd niet te wijken voor evenementactiviteiten.

Artikel 6

Het terras moet schoon, heel en veilig zijn en er netjes en kwalitatief goed uitzien. Het meubilair moet heel, veilig en goed onderhouden zijn. Onstabiele (plastic) tuinstoelen, zijn niet toegestaan.

Artikel 7

Attributen zoals een biertap of barbecue zijn op een terras niet toegestaan. 

Artikel 8

Reclame (alleen bedrijfsgerelateerde merken) mag alleen op de onderste meter van de terrasafscheiding worden aangebracht, evenals op de parasols.

Artikel 9

Een terras mag niet de uitstraling hebben van een tent of marktkraam.

Afdeling 2.3 Terrasafscherming

Artikel 10

De terrasafscheiding mag maximaal 2.00 meter hoog zijn, waarbij minimaal de bovenste meter transparant is. De hoogte van een vergunningplichtige terrasafscherming is afhankelijk van de bestemmingsplanvoorschriften.

Artikel 11

De afscherming mag niet definitief aan de ondergrond worden bevestigd, maar moet op een of andere manier demontabel zijn.

Artikel 12

Terrasafscherming moet op verzoek van de gemeente worden verwijderd ten behoeve van herbestraten, kabels en leidingen e.d.  en indien het gebruik van de openbare ruimte dit vereist.

Afdeling 2.4 Veiligheid

Artikel 13

Gebruikers van het openbare gebied en gebruikers van het terras mogen niet over een schermvoet kunnen struikelen. De uitstekende delen (aan de voet van de schermen) moeten zo klein en plat mogelijk zijn.

Artikel 14

Het gehele terras, inclusief terrasmeubilair, moet voldoen aan eisen van brandveiligheid.

Brandkranen, andere bluswatervoorzieningen en brandpreventieve voorzieningen (zoals aansluitpunten van droge blusleidingen en andere voorzieningen) moeten te allen tijden bereikbaar zijn voor blusvoertuigen. Er mogen geen losse gasflessen op het terras aanwezig zijn.

Artikel 15

Verwarmingstoestellen worden zodanig geplaatst dat bezoekers deze onmogelijk omver kunnen lopen.

Artikel 16

Ongebruikte parasolvoeten moeten worden verwijderd , bevestigingsmaterialen mogen niet uit de grond steken.

Artikel 17

Tijdens evenementen nabij het terras en tijdens de viering van Koninginnedag worden op het terras géén consumpties in glaswerk geserveerd.

Afdeling 2.5 Overlast en sluitingsuur

Artikel 18

De terrashouder is verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden als gevolg van het gebruik van het terras schade lijden. De kosten voortvloeiende uit het herstellen van schade aangebracht aan het terrein en de onmiddellijke omgeving daarvan zullen bij de terrashouder in rekening worden gebracht.

Artikel 19

Het sluitingsuur van terrassen is gelijk aan het sluitingsuur van de horecazaak, doch uiterlijk 23:00 uur. Na 23:00 uur mogen geen terrasgebruikers meer op het terras aanwezig zijn. De burgemeester kan op grond van artikel 2:30, eerste lid, van de APV ontheffing kunnen verlenen met betrekking tot het sluitingsuur van terrassen.

Artikel 20

Ten behoeve van evenementen (bijvoorbeeld Koninginnedag) is het mogelijk het terras langer geopend te hebben. Hiervoor is expliciet toestemming nodig van het college.

Afdeling 2.6 Opruimen terras na sluitingstijd

Artikel 21

De terrashouder zet na sluiting van het terras het terrasmeubilair zodanig vast dat bezoekers en voorbijgangers er niet op kunnen zitten en deze niet verwijderd of verplaatst kunnen worden.

Artikel 22

De terrashouders zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor het terras. De gemeente is niet aansprakelijk voor vernieling, diefstal of schade anderszins.

Artikel 23

Bij het stapelen van meubilair wordt geluidsoverlast voorkomen.

Artikel 24

Indien het terras voor langere tijd dan twee weken (bijvoorbeeld de winterperiode) buiten gebruik is verwijderd de terrashouder het terras, inclusief terrasafscherming, van het openbaar gebied.

Artikel 25

Na het opruimen van het terras wordt het openbare gebied door de terrashouder schoon en heel achtergelaten.

Artikel 26

De terrashouder moet het openbare gebied dat wordt gebruikt voor het plaatsen van een terras zelf schoonmaken en schoonhouden.

Artikel 27

De terrashouder houdt het gebied rond het betreffende terras vrij van verwaaide materialen afkomstig van zijn terras.

Afdeling 2.7 Vervallen gebruiksrecht

Artikel 28

Wanneer een terraslocatie niet meer als zodanig wordt gebruikt vervalt het gebruiksrecht hiervoor.

Artikel 29

De exploitant meldt het uit gebruik zijn van het terras bij de gemeentelijke frontoffice en verwijdert alle terrasmeubilair, parasols, parasolvoeten, terrasafscheiding en andere voor het terras aangebrachte voorzieningen. Terrashouder levert het in gebruik genomen openbare gebied schoon en heel op.

Afdeling 2.8 Kosten gebruik openbare ruimte

Artikel 30

Indien het openbaar gebied na opheffing van het terras beschadigd wordt opgeleverd, wordt het openbaar gebied in de oorspronkelijke staat teruggebracht op kosten van de terrashouder.

Afdeling 2.9 Slotbepalingen

Artikel 31

In gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 32

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze nadere regels indien de toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsmond,

M. van Beek,

burgemeester

B.L. Meijer

secretaris

Nota-toelichting  

Algemene toelichting

1. Inleiding

1.1. Aanleiding

In het beleidsplan Recreatie en Toerisme 2012-2016 is hiervoor de volgende actie opgenomen onder de kop Stimulering terrassen 'de horeca in onze gemeente kan een kwalitatieve en kwantitatieve impuls gebruiken. De komende jaren gaan we hier samen met ondernemers mee aan de slag. Daarbij denken we onder andere aan meer uitnodigende terrassen bij horecaondernemers'. Hieraan wordt uitvoering gegeven door het opstellen van deze Nadere regels.

 

1.2. Inleiding

Het toerisme biedt als een van de weinige sectoren in Nederland nog kansen tot economische groei. De gemeente Eemsmond ontwikkelt zich de laatste jaren steeds meer tot een aantrekkelijk recreatief - en toeristisch interessant gebied en wordt zo ook meer ontdekt door bezoekers. Er zijn de laatste jaren nieuwe fiets- en wandelroutes tot stand gekomen en de evenementen trekken veel publiek. De Waddenzee is op de lijst van Werelderfgoed gekomen. Verder kan onze gemeente profiteren van een nieuwe trend in toerisme. Volgens het NRIT 1), is het zo dat consumenten steeds vaker op zoek gaan naar individuele en authentieke reiservaringen. Hierbij moet aangemerkt worden dat deze wel digitaal goed vindbaar moeten zijn. Momenteel is de gemeente bezig met arrangementen en het digitaliseren en vermarkten van het recreatieve- en toeristische aanbod. 1) NRIT is een advies- en onderzoeksbureau met als specialisme toerisme, recreatie en vrijetijdsbesteding.

 

Hierop inspelend is het wenselijk dat er voldoende uitnodigende terrassen komen voor deze bezoekers, zodat de bezoekers langer in ons gebied blijven en de lokale bestedingen zullen toenemen. Eind 2013 zijn er zo'n 20 horecabedrijven met een terras in de gemeente. Doel van dit beleid is het aantal terrassen op strategische locaties te doen toenemen en/of bestaande terrassen een kwalitatief goede uitstraling te geven.

 

1.3 Huidig beleid omtrent terrassen

Er zijn geen gemeentelijke beleidsregels voor terrassen. De gemeentelijke kaders in Eemsmond voor vergunningverlening zijn vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Er is in het verleden gekozen voor een praktische oplossing, door in de vergunningverlening aanvullende voorwaarden per terras te regelen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen terrassen op eigen - of op openbaar terrein. Bij de evaluatie van ondermeer dit punt wordt hier nader op ingegaan.

 

1.4 Participatie en interactie

Er is vastgelegd in het beleidsplan toerisme dat dit beleid samen met ondernemers wordt opgesteld. Hiervoor waren ambtelijk extra uren in de planning van werkzaamheden opgenomen.

 

In de zomer van 2013 heeft de gemeente een telefonische enquête gehouden onder de ondernemers die een terrasvergunning hadden aangevraagd bij de gemeente. Er is hen ondermeer gevraagd wat ze van de gemeente verwachten op het gebied van terrassenbeleid. De uitkomsten hiervan zijn verwerk en de gemeente komt met deze Nadere regels geheel tegemoet aan de wensen van deze ondernemers.

 

Tijdens het toeristisch ondernemerscafé in december 2013 zijn de ondernemers gevraagd naar wensen voor een op te stellen terrassenbeleid. Er werd gewenst om de Blink te Uithuizen te voorzien van een groot gezamenlijk terras voor lokale ondernemers.

 

Op 16 juni 2014 is er een bijeenkomst gehouden met de toeristische ondernemers waarbij een conceptplan is besproken. Hiervoor waren ondermeer toeristische ondernemers en horecaondernemers uitgenodigd. Als bijlage bij de uitnodiging was het conceptbeleidsplan toegestuurd. De kwantitatieve opkomst bij de bijeenkomst was laag, maar kwalitatief zijn er goede inhoudelijke opmerkingen en knelpunten aan de orde geweest. Deze zijn weer verwerkt en meegenomen in deze Nadere beleidsregels.

 

Binnen de gemeente intern is dit beleid integraal opgesteld. Dat wil zeggen; er is intern overleg gevoerd tussen de verschillende beleidsterreinen (juridische zaken, ruimtelijke ordening, economische zaken, vergunningverlening en handhaving). Dit om vanuit alle gezichtspunten een helder en eenduidig beleidskader te scheppen en voldoende draagvlak te krijgen voor uitvoering. Ook is er intern veel aandacht besteed aan de juridische koppelingen met bestaande regelgeving. Bij het opstellen van deze nadere regels is verder naar andere gemeenten gekeken, die eenzelfde soort invulling voor terrassen hadden ingevoerd. Voor de handhaving is het concept doorgestuurd aan de DEAL uitvoeringsorganisatie. Deze had geen opmerkingen.

 

Richting inwoners en bezoekers zal het beleid op de website van de gemeente te vinden zijn, en zal er na vaststelling extra aandacht aan worden gegeven via communicatie, ondermeer in de pers en de sociale media.

 

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk twee worden de doelen beschreven. In hoofdstuk drie komen de beleidskaders aan de orde en wordt de link gelegd met het Woon en Leefbaarheidplan. Hoofdstuk vier beschrijft dan de nadere regels. Tenslotte wordt in hoofdstuk vijf de aanvullende informatie weergegeven.

 

 

2. Doelstellingen

 

2.1 Doelstellingen Nadere regels

Omdat de meeste terrassen in het openbare gebied worden geplaatst, wil de gemeente hiervoor Nadere regels opstellen zodat er geen conflicten over de invulling van het openbaar gebied ontstaan. Vanwege het openbare karakter gelden de regels ook voor terrassen op eigen terrein. Verder zullen de Nadere regels bijdragen aan een kwaliteitsverbetering. Vanwege de groei van het aantal fietsroutes, wandelpaden en arrangementen in onze gemeente en vanwege de trend dat recreanten en toeristen vaker individueel voor rust en authenticiteit kiezen, verwachten we een toename van het aantal recreanten en toeristen in ons gebied. Het is van belang om deze bezoekers gastvrij te ontvangen en langer in het gebied vast te houden voor de economische spin-off. Dit kan ondermeer door middel van een goed en breed aanbod aan horecaterrassen. Het is gewenst dat ook de andere lokale bedrijven hiervan mee profiteren.

 

Een ander doel van deze Nadere regels is om uniforme regels voor alle terrassen helder te omschrijven zodat een ondernemer hiermee goed uit de voeten kan en de gemeente deze gemakkelijk zal kunnen laten handhaven. De regeldruk op ondernemers wordt hierbij zo laag mogelijk gehouden.

 

 

3. Beleidskaders

Hieronder wordt in grote lijnen het bestaande beleid van de overheden geschetst.

 

3.1 Europees - en rijksbeleid

Er is geen specifieke regelgeving vanuit Europa op terrassenbeleid. Koninklijke Horeca Nederland, de VNG en ook het ministerie van Economische Zaken pleiten voor afschaffing van de terrasvergunning. De voor- en nadelen van het afschaffen van de bestaande vergunning hiervoor komen verderop aan de orde.

 

3.2. het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta

Samen met de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum is het Woon- en leefbaarheidbeleidsplan Eemsdelta opgesteld voor de jaren 2012-2021. Voor het nieuwe terrassenbeleid is ook dit beleidsdocument als kader gebruikt. Het Woon- en leefbaarheidbeleidsplan (UVP) Eemsdelta is opgesteld voor de jaren 2012-2021. Hierin wordt vooruitgeblikt naar ondermeer wonen en voorzieningen in de toekomst. Vanuit dit plan worden voor het terrassenbeleid drie kernen, vanwege hun functie, nader uitgewerkt. Dit betreft de kernen: Uithuizen, Uithuizermeeden en Warffum. Na Uithuizen komt Uithuizermeeden op de tweede plaats wanneer het om aantallen vergunningenverleningen gaat en als derde Warffum. Uit de huidige vergunningverlening blijkt dat verreweg de meeste terrasvergunningen aan ondernemers in Uithuizen zijn verleend.

 

In het UVP is Uithuizen aangemerkt als regionaal centrum, waarbij wordt getracht de voorzieningenstructuur te verbeteren. Ook is in Uithuizen de Menkemaborg goed voor vele bezoekers per jaar. Deze bezoekers zouden mogelijk beter doorgeleid kunnen worden naar het centrum van Uithuizen. Hiervoor zijn aantrekkelijke winkels en terrassen een goede kans. Ook voor andere bezoekers aan Uithuizen werkt een centrale locatie met aanlokkelijke terrassen positief op de duur van het bezoek en de hoogte van bestedingen.

Vanuit een toeristisch café kwam een wens naar voren om van de Blink een groot terras te maken, waarbij de exploitatie vanuit verschillende ondernemers opgepakt zou kunnen worden. Hierover is verder met de toeristische ondernemers in de bijeenkomst over terrassenbeleid gesproken. Bij een deel van de aanwezige ondernemers leeft tevens de wens om verkeer terug op de Blink willen maar daarnaast ook terrassen. De gemeente gaat dit onderwerp en apart bespreken met de ondernemers aan de Blink.

 

Uithuizermeeden is aangemerkt als centrumdorp. Dit dorp heeft een steunfunctie voor de bestaande voorzieningen. Ook in dit dorp wil de gemeente terrassen op een centrale locatie stimuleren. In Uithuizermeeden zou het Johan van Veenplein een aantrekkelijker terrasfunctie kunnen krijgen. De gemeente zal dit standpunt in overleggen met ondernemers uitdragen.

 

Ook Warffum wordt als centrumdorp gezien in het UVP. Waarbij voor Warffum wordt voorspeld dat de detailhandel in de toekomst mogelijk langzaam gaat verdwijnen. Warffum heeft echter wel een recreatieve functie vanwege veel toeristische voorzieningen en het Openluchtmuseum. Denk ook aan campings, een groepsaccommodatie en logies en ontbijt voorzieningen. Verder heeft de haven van Noordpolderzijl een aantrekkende werking op recreanten en toeristen. De koppeling tussen Noordpolderzijl en Warffum is dan ook van belang. De gemeente denkt dat er een kans ligt voor Warffum om het terras op het terrein van het Openluchtmuseum meer zichtbaar te maken voor bezoekers aan het dorp. Dit punt zal door de gemeente worden ingebracht in de uitwerkingen van het Waddenfondsplan Wierden en terpen voor 2015 over Warffum als waddenparel.

 

Om terrassen te stimuleren in deze drie centrumkernen, stelt de gemeente budget beschikbaar uit de regeling Buurtbudgetten voor ondernemers die gezamenlijk een terraseiland willen exploiteren of gezamenlijk een kwaliteitsslag willen maken. Hiervoor kunnen de gezamenlijke ondernemers bij de gemeente dan ook een bijdrage uit de Buurtbudgetten voor 2015 en 2016 krijgen. Dit alles om het aspect leefbaarheid in de gemeente te stimuleren middels het aantrekkelijk maken van het openbaar gebied voor zowel inwoners als bezoekers.

 

3.3 Gemeentelijk beleid

Op dit moment kan de burgemeester een vergunning verlenen voor terrassen als wordt voldaan aan de voorwaarden in de Algemene Plaatselijke Verordening, het geldende bestemmingsplan en andere regelgeving. Deze APV wordt in 2014 geactualiseerd. De aanpassingen die uit deze nadere regels voortkomen zijn hierin meegenomen.

  • 1.

     

3.4 Terugblik op het gemeentelijk beleid en vergunningverlening

Eind 2013 is er, als voorbereiding op dit beleidsdocument, door de gemeente een telefonische enquête gehouden onder vergunninghouders. Er zijn in totaal 18 vergunninghouders (van totaal ca. 20 horecabedrijven) gesproken. De gemeente scoort erg goed op de snelheid van de vergunningverlening. Wel gaven alle ondervraagden aan dat men graag af wil van het jaarlijks aanvragen van een vergunning. Vier personen gaven aan meer flexibiliteit te willen voor bijvoorbeeld het groter maken van de windschermen of het bevestigingen van windschermen aan muren. Nog eens vijf vergunninghouders begrepen niet waarom er jaarlijkse leges moeten worden betaald of een vergunning nodig is voor terras op hun eigen terrein.

 

Vanuit omwonenden zijn er over het algemeen de laatste jaren zeer weinig klachten bij de gemeente binnengekomen. De klachten die er waren, kwamen voornamelijk binnen over enkele horecabedrijven en gingen voornamelijk over geluidsoverlast voor omwonenden. Hiervoor werd de vergunning per bedrijf op maat aangepast. De inschatting is dat het lage klachtenpercentage te danken is aan de zorgvuldige vergunningverlening (op maat). De inkomsten voor de gemeente middels de leges zijn laag en dekken de kosten voor de administratieve werkzaamheden niet.

 

Binnen de gemeentelijke organisatie rekent men jaarlijks met uren voor de vergunningverlening, klachtenbehandeling en handhaving. Het niet meer jaarlijks hoeven uitvoeren van vergunningen en het gemakkelijk maken van de handhaving, levert de gemeente een tijdsbesparing op. De tijdsbesparing op de vergunningverlening zal mogelijk met name het eerste jaar na de invoering van deze nadere regels nog niet goed zichtbaar zijn. Hierover verderop meer.

 

3.5 Afwegingen voor het afschaffen van terrasvergunningen

Op dit moment geldt in de gemeente een jaarlijkse vergunningplicht voor terrassen. Er is een afweging gemaakt voor het afschaffen hiervan en hieronder worden voor- en nadelen opgesomd.

Mogelijke nadelen van het afschaffen van een jaarlijkse terrasvergunning zijn:

  • 1.

    er weinig klachten waren dankzij maatwerk in de vergunningverlening

  • 2.

    de opbrengst voor leges vervalt

  • 3.

    een omschakeling in het begin meer administratief werk oplevert.

 

Als mogelijke voordelen kunnen worden aangemerkt:

  • 1.

    een kans tot groei van het aantal terrassen en economische spin-off

  • 2.

    er wordt tegemoet gekomen aan de wens van rijk en van de ondernemers: deregulering en verkleining van de administratieve lastendruk voor ondernemers

  • 3.

    het beleid wordt transparanter

  • 4.

    uniforme regels voor de hele gemeente

  • 5.

    de handhaving wordt uniformer en gemakkelijker

  • 6.

    op termijn zijn er minder administratieve handelingen nodig; dit levert de gemeente een kostenbesparing op.

 

Op basis van bovenstaande voor- en nadelenoverzicht kan de conclusie worden getrokken dat er meer voor- dan nadelen kleven aan de afschaffing van de jaarlijkse vergunningverlening voor horecaterrassen. Wel is het van belang een meldingsplicht met een koppeling naar een situatieschets, deze in aanvang goed uit te voeren en te handhaven.

 

 

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Reikwijdte 

Deze algemene regels gelden voor alle terrassen in het openbaar gebied, met uitzondering van terrassen bij sportkantines en met uitzondering op tijdelijke terrassen ten behoeve van evenementen en festiviteiten. In de Algemene Plaatselijke Verordening Eemsmond, Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg en Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen zijn verwijzingen van kracht voor de Nadere beleidsregels zoals hieronder omschreven.

 

Locatie van de terrassen (artikel 2 t/m 4)

In principe bestaat voor elke onderneming met horecafunctie een mogelijkheid een terras exploiteren. Voorwaarde daarbij is dat er direct bij de onderneming ruimte beschikbaar is voor een terras (aan de gevel of op een terraseiland). Een terras mag niet voor de gevel van een andere horecagelegenheid of winkel worden opgesteld.

 

Nieuwe terraslocaties worden per geval beoordeeld. Bij elke nieuwe horeca wordt opnieuw bepaald of een terras mogelijk is. Of een terras wel of niet kan worden geplaatst is onder andere afhankelijk van de vastgestelde route voor de hulpdiensten, de ruimte voor het winkelend publiek en de verkeersveiligheid. Indien een weg of fietspad moet worden overgestoken om een terras te kunnen bereiken moet per geval worden beoordeeld of de gekozen terraslocatie geschikt is. De vastgestelde routes voor de doorgang van brandweervoertuigen zijn leidend. Op die routes wordt minimaal 4.00 meter breedte zonder hoogtebeperking vrijgehouden. Op locaties waar geen route voor brandweervoertuigen is vastgesteld geldt een vrije ruimte van minimaal 3 meter breedte. Op drukke plaatsen (grote doorgang van voetgangers) wordt meer ruimte vrijgehouden. Dit is ter beoordeling van de beheerder van de openbare ruimte.

 

Uitstraling (artikel 5 t/m 9)

Iedere ondernemer heeft baat bij een goed uitziend terras. Terrassen dragen bij aan de leefbaarheid en gezelligheid. Een terras moet daarom een goede uitstraling hebben en moet uitnodigen om juist daar een drankje te nuttigen. Dit betekent dat de inrichting van een terras de nodige aandacht van de ondernemer vraagt. De trends en ontwikkelingen laten zien dat terrassen steeds diverser worden en daarmee kan een ondernemer zich ook onderscheiden. De bedrijven die een terras voor het pand plaatsen hebben allemaal een eigen identiteit. Deze identiteit mag op de terrassen ook tot uiting komen. In deze nadere regels wordt dan ook niet voorgeschreven wat voor meubilair op de terrassen moet worden geplaatst, noch worden kleurvoorschriften gegeven. Op een terras mogen terrasmeubelen, parasols en windschermen worden geplaatst. Biertap installaties en barbecues zijn niet toegestaan.

 

Echter aan de terraseilanden stelt de gemeente wel nadere voorwaarden zoals bijvoorbeeld kwaliteit van stoelen en parasols. Hiervoor kunnen de gezamenlijke ondernemers bij de gemeente dan ook een bijdrage uit de buurtbudgetten voor 2015 en 2016 doen. Bij voorkeur ziet de gemeente rieten meubelen of een uitstraling van riet. Ook de uitstraling van een parasol en/of plantenbak zal in het kader van subsidieverlening onder kwaliteitseisen als aanvullende voorwaarde worden meegenomen. Ook andere terraseigenaren die in gezamenlijkheid een kwaliteitsslag willen maken, kunnen op de regeling Buurtbudgetten meeliften.

 

Terrasafscherming (artikel 10 t/m 12)

De terrasafscheiding mag maximaal 2.00 meter hoog zijn, waarbij minimaal de bovenste meter transparant is. Met een terrasafscherming met een maximale hoogte van 2.00 meter wordt een grotere windluwte gecreëerd waardoor niet alleen de terrasbezoeker uit de wind zit, maar ook bedienend personeel uit de wind wordt gehouden. Er ontstaat, in combinatie met goede parasols of overkapping, een behaaglijke ruimte waardoor het terras langer kan worden geëxploiteerd.

 

Na sluiting van het terras hoeven terrasmeubilair en –afscherming niet te worden opgeruimd. Hierdoor is de weg vrij naar terrasafscherming met een meer permanent karakter. De afscherming kan dus steviger aan de ondergrond worden bevestigd. Bij een bevestiging aan de ondergrond zijn uitstekende delen aan de terrasafscherming niet meer nodig. Hierdoor wordt de afscherming veiliger: publiek en terrasbezoekers kunnen niet meer struikelen over de uitstekende voetsteunen van de afscherming en de schermen waaien niet weg.

 

De afscherming mag niet definitief aan de ondergrond worden bevestigd, maar moet op een of andere manier demontabel zijn. Dit is nodig om de mogelijkheid vrij te houden voor onderhoud aan bestrating, riolering, kabels en leidingen. Ook moet het mogelijk blijven de afscherming op te ruimen als het terras voor langere tijd niet wordt gebruikt. We spreken daarom over ‘semipermanente terrasafscherming’.

 

Semipermanente terrasafscherming kan aan de ondergrond worden vastgezet door middel van bijvoorbeeld het KLIK en GO systeem. Om schermen aan de ondergrond vast te zetten is het nodig dat in de ondergrond bevestigingen worden aangebracht (zoals bij wasmolens). De afstand van deze bevestigingspunten is bij alle terrassen verschillend. Het is niet de bedoeling dat elke ondernemer zelf de openbare bestrating gaat openbreken om bevestigingspunten aan te brengen. Het faciliteren van de bevestigingspunten is maatwerk.

 

Vergunningplicht voor plaatsen semipermanente terrasafscherming  

In principe zijn de bevestigingspunten voor terrasafscherming op zichzelf staand, zeker als ze in de grond zijn aangebracht, niet vergunningplichtig. Dit is tenslotte geen constructie van enige omvang, direct of indirect met de grond verbonden. Het is dus geen bouwwerk. Echter moet men de complete terrasafscherming met het semipermanente karakter wel als bouwwerk beschouwen. Dat wil dus zeggen dat deze dan ook vergunningplichtig zijn omdat ze niet op het achtererf maar aan de voorkant worden aangebracht en in de meeste gevallen op openbaar terrein, dus niet op het erf van de eigenaar/gebruiker.

 

Wanneer het een bouwwerk is dat ter plaatse verbonden / verankerd is met de grond en bedoeld is ter plaatse te functioneren (aan de voorkant van het pand of op openbaar terrein) is de gehele terrasafscherming vergunningplichtig (omgevingsvergunning). De initiatiefnemer van het bouwwerk zal voorafgaand aan het plaatsen van de terrasafscherming een omgevingsvergunning moeten aanvragen.

 

Indien de semipermanente terrasafscherming vergunningplichtig is, wordt de vergunningaanvraag getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan bevat voorschriften over bouwhoogtes en dergelijke. De uiteindelijke hoogte van de semipermanente terrasafscherming is afhankelijk van de bestemmingsplanvoorschriften.

 

Veiligheid (artikel 13 t/m 17)

Op een terras is verwarming mogelijk. Er mogen echter geen losse gasflessen op het terras staan. De voorkeur gaat uit naar elektrische terrasverwarming. Indien er wordt gekozen voor gasverwarming, dan moet terrasverwarming worden toegepast waarbij de gasfles onderdeel uitmaakt van de voet van het verwarmingstoestel. Het verwarmingstoestel moet zodanig worden geplaatst dat bezoekers deze onmogelijk omver kunnen lopen. Elektriciteitskabels die op het terras worden toegepast moeten geschikt zijn voor buitengebruik en moeten zodanig zijn geplaatst dat bezoekers en personeel niet over de kabels kunnen struikelen. Het terras moet voor de bezoeker veilig zijn. Dit betekent dat ongebruikte parasolvoeten moeten worden verwijderd en het bevestigingsmateriaal niet uit de grond mag steken. 

 

Sluitingsuur terrassen (artikel 18 t/m 20)  

De terrassen dienen op werkdagen te sluiten om 22.00 uur en in het weekend om 23.00 uur. Dit tijdstip bestaat om de omwonenden te beschermen tegen geluidsoverlast en voor het behouden van de openbare orde en veiligheid. Bij de bepaling of terrassen langer open kunnen moet een afweging worden gemaakt tussen het voorkomen van overlast voor bewoners, de openbare orde en veiligheid en de levendigheid in de centra. Er bestaat geen noodzaak de openingstijden van terrassen op te rekken tot na 23:00 uur. Bewoners die in een centrum wonen kunnen weten dat enige overlast afkomstig van de horeca te verwachten is. De horeca heeft echter niet meer recht dan de omwonenden. Enkele ondernemers zien het sluitingsuur graag verruimd naar een later tijdstip. Het komt echter niet veelvuldig voor dat het terras bij een horecabedrijf aangenaam is tot in de nachtelijke uren. De burgemeester heeft aangegeven dat zij verruiming van het sluitingsuur van terrassen over het algemeen ongewenst vindt met het oog op de openbare orde en veiligheid. Bij enkele evenementen of andere uitzonderingen is het mogelijk het sluitingsuur voor terrassen aan te passen. Dit dient op dat moment te worden afgewogen. Het college van Burgemeester en wethouders is hiervoor bevoegd gezag.

 

Opruimen terras na sluitingstijd (artikel 21 t/m 27) 

Terrasmeubilair hoeft na sluiting van het terras niet te worden opgestapeld en opgeruimd. Om verstoring van de openbare orde te voorkomen moet het terras wel zodanig worden opgeruimd dat mensen er na sluitingstijd geen plaats meer kunnen nemen (dus zo vastzetten dat bezoekers er niet op kunnen zitten en de meubels niet kunnen worden verplaatst). Ondanks dat de terrassen worden opgesteld in de openbare ruimte zijn en blijven de terrashouders zelf verantwoordelijk voor het terras (terrasmeubilair en –afscherming). De gemeente is niet aansprakelijk voor vernieling, diefstal of schade anderszins.

 

Als ervoor wordt gekozen om het terras te laten staan is de terrashouder verantwoordelijk voor het schoonmaken en schoonhouden van het betreffende openbare gebied. De op het betreffende terras vrijkomende verpakkingen (bijvoorbeeld van verpakte koekjes en suikerzakjes), servetten en andere verwaaibare materialen mogen zich niet verspreiden buiten het terras. De terrashouder dient het gebied rond het betreffende terras vrij te houden van verwaaide materialen afkomstig van zijn terras.

 

Het terras màg wel worden opgeruimd. Onder ‘opruimen’ wordt dan verstaan: terrasmeubilair opstapelen en buiten of binnen opruimen, terrasafscherming opruimen. Bij het stapelen van meubilair moet geluidsoverlast worden voorkomen. Indien het terras voor langere tijd (bijvoorbeeld de winterperiode) buiten gebruik is moet het terras, inclusief terrasafscherming, van het openbaar gebied worden verwijderd. Na het opruimen van het terras moet het openbare gebied schoon en heel worden achtergelaten.

 

Vervallen gebruiksrecht (artikel 28 t//m 29) 

Wanneer een terraslocatie niet meer als zodanig wordt gebruikt zal het gebruiksrecht hiervoor komen te vervallen. De terrashouder meldt bij de balie van de gemeente dat zijn terras niet meer wordt opgesteld en verwijdert het meubilair en alle (semi)permanente terrasonderdelen, zoals terrasafscherming, parasolvoeten, elektriciteitaansluitingen en dergelijke. De terrashouder levert de ondergrond (bestrating) schoon en heel op.

 

Kosten gebruik van de openbare ruimte (artikel 30) 

Door deregulering is de vergunningplicht voor terrassen uit de algemene plaatselijke verordening, verdwenen. Het huidige college heeft niet de intentie om de vergunningplicht weer in te voeren of een vergoeding te gaan vragen voor het gebruik van de openbare ruimte. Om de terrashouders enige zekerheid te geven is in deze nadere regels vastgelegd dat er gedurende minimaal vijf jaar vanaf het van kracht worden van deze nadere regels geen vergoeding wordt gevraagd voor het gebruik van de openbare ruimte voor het plaatsen van terrassen. Echter om te bezien of deze nadere regels goed uitwerken, zal er na twee jaar worden geëvalueerd.

 

Hardheidsclausule (artikel 31 t/m 32) 

Uitzonderingen op de Nadere regels worden altijd apart beoordeeld en worden voorgelegd aan het college. Deze hardheidsclausule is in ieder geval van toepassing op het sluitingsuur van terrassen tijdens evenementen maar kan bijvoorbeeld ook worden toegepast om in afwijking tot de nadere regels een andere terraslocatie te realiseren. Verzoeken om de hardheidsclausule toe te passen dienen goed gemotiveerd te zijn. Niet gemotiveerde verzoeken worden niet in behandeling genomen.