Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Almere 2014 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Almere 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 26-08-2019 | nieuwe regeling | 11-12-2014 Gemeenteblad Almere, nr. 4, 14-01-2015 | RV-76/2014 |
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
afstand: afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg; hiervan uitgaande wordt de afstand binnen Almere vastgesteld op basis van het “shortest-path” algoritme (of “Dijkstra’s algoritme”) en buiten Almere op basis van de ANWB-routeplanner per auto;
1°. voor het primair onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 18a, zevende tot en met tiende lid, van de Wet op het primair onderwijs; of
2°. voor het voortgezet onderwijs: ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 17a, zevende tot en met tiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
reistijd: totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer;
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
Artikel 2. De door het college noodzakelijk te achten vervoersvoorziening
1.Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.
3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.
4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de vervoersvoorziening op aanvraag verstrekt aan de leerling.
Artikel 3. Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort, ontstaat slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4. Toekenning vervoersvoorziening
Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.
Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
§ 2 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 9. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 10. Vervoer naar Taalcentrum
Leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar die nieuwkomers zijn en de Nederlandse taal niet machtig zijn, hebben voor de duur van zes aaneengesloten kalendermaanden vanaf de eerste dag van inschrijving bij het Taalcentrum recht op een vervoersvoorziening in de vorm van grootschalig begeleid busvervoer naar het Taalcentrum indien de afstand tussen de woning en het Taalcentrum gelijk is aan 2,0 km of meer tot maximaal 6,0 km. De eigen bijdrageregeling als bedoeld in artikel 15, tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider
Artikel 13. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, indien:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in de artikelen 11 of 12 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 12 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
Artikel 14. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van het schijvenmodel voor desbetreffend schooljaar zoals opgenomen in de jaarlijkse ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met vermelding van de bedragen leerlingenvervoer voor een schooljaar, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van het schijvenmodel voor desbetreffend schooljaar zoals opgenomen in de jaarlijkse ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met vermelding van de bedragen leerlingenvervoer voor een schooljaar, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van het schijvenmodel voor desbetreffend schooljaar zoals opgenomen in de jaarlijkse ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met vermelding van de bedragen leerlingenvervoer voor een schooljaar, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 24.300,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 24.300,-.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 11 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.
Het bedrag van € 24.300,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 24.300,-.
Artikel 16. Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
§ 3 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Artikel 17. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Artikel 18. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 17 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school 6,0 km of meer bedraagt.
In afwijking van de bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, zoals bedoeld in het eerste lid, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Artikel 19. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoeraan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 17 bezoekt, indien:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 18 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
Artikel 20. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van het schijvenmodel voor desbetreffend schooljaar zoals opgenomen in de jaarlijkse ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met vermelding van de bedragen leerlingenvervoer voor een schooljaar, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van het schijvenmodel voor desbetreffend schooljaar zoals opgenomen in de jaarlijkse ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met vermelding van de bedragen leerlingenvervoer voor een schooljaar, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van het schijvenmodel voor desbetreffend schooljaar zoals opgenomen in de jaarlijkse ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met vermelding van de bedragen leerlingenvervoer voor een schooljaar,, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
§ 4 Bepalingen omtrent weekeinde-, vakantie- en stagevervoer
Artikel 21. Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie aan in de gemeente wonende ouders
Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze paragraaf.
Artikel 22. Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
In geval een leerling in aanmerking komt voor een vervoersvoorziening ingevolge deze verordening naar de school waar deze staat ingeschreven, kent het college aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vervoer naar het stage-adres mits de stage blijkens het schoolplan of de schoolgids onderdeel is van het onderwijsprogramma van de school.
§ 5 Wijze van berekening vergoeding op basis van vervoer per fiets, openbaar vervoer en eigen vervoer
Artikel 24. Vergoeding op basis van vervoer per fiets
In geval een leerling in aanmerking komt voor een fietsvergoeding dan wordt deze fietsvergoeding voor een schooljaar als volgt berekend (één maal per dag heen en terug van school): 40 weken X 5 schooldagen X (2 X afstand woning naar school) X kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
In geval een leerling in aanmerking komt voor een fietsvergoeding met begeleiding dan wordt deze fietsvergoeding voor een schooljaar als volgt berekend (één maal per dag heen en terug van school voor de leerling èn twee maal per dag heen en terug voor de begeleider): 40 weken X 5 schooldagen X (6 X afstand woning naar school) X kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 25. Vergoeding op basis van openbaar vervoer
De vergoeding voor openbaar vervoer heeft voor een schooljaar betrekking op een periode van tien maanden en wordt uitbetaald in tien maandelijkse termijnen ingaande het begin van enig schooljaar. De vergoeding wordt vastgesteld uitgaande van de bedragen per 1 augustus van het desbetreffend schooljaar als vermeld op de website van de landelijke OV-reisinformatiedienst op basis van tweede klas met in begrip van mogelijke kortingen.
Artikel 26. Vergoeding op basis van kosten eigen vervoer
In geval ouders een leerling zelf (laten) vervoeren per auto, dan wordt de vergoeding voor een schooljaar als volgt berekend: 40 weken X 5 schooldagen X (4 X afstand woning naar school) X kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van het schijvenmodel voor desbetreffend schooljaar zoals opgenomen in de jaarlijkse ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met vermelding van de bedragen leerlingenvervoer voor een schooljaar.
§ 6 Overgangsregeling en bijzondere bepalingen
Een leerling die in het schooljaar 2013-2014 voor dat gehele schooljaar een vervoersvoorziening toegekend heeft gekregen naar een niet dichtstbijzijnde school, behoudt voor de duur van deze Verordening ook voor de komende schooljaren deze vervoersvoorziening voor zo lang deze nog bij de desbetreffende school staat ingeschreven.
Een leerling die in het schooljaar 2013-2014 een vervoersvoorziening toegekend heeft gekregen in de vorm van een fietsvergoeding of vergoeding kosten openbaar vervoer behoudt voor de duur van deze Verordening ook voor de komende schooljaren deze vervoersvoorziening voor zo lang deze nog bij de desbetreffende school staat ingeschreven.
Artikel 29. Behouden recht op vervoer bij uitproberen zelfstandige vorm van vervoer
Een leerling die een vervoersvoorziening toegekend heeft gekregen in de vorm van aangepast vervoer maar voor de duur van maximaal drie maanden een zelfstandige vorm van vervoer uitprobeert zoals reizen per openbaar vervoer of per fiets, behoudt het recht op de toegekende vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer.
Artikel 30. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 31. Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.