Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amstelveen

Handhavingsverordening inkomensvoorzieningen gemeente Amstelveen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmstelveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsverordening inkomensvoorzieningen gemeente Amstelveen
CiteertitelHandhavingsverordening inkomensvoorzieningen gemeente Amstelveen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Handhavings-, afstemmings- en boeteverordening vastgesteld op 12 december 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 8
  2. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 35
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 35.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuwe regeling

17-12-2014

www.amstelveen.nl - bekendmakingen – verordeningen en reglementen – 24 - 12 2014

14-74

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen gemeente Amstelveen

 

 

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

    • b.

      wet: de Participatiewet;

    • c.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • d.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • e.

      uitkering: algemene bijstand op grond van de Participatiewet, alsmede een uitkering op grond van de IOAW en de IOAZ;

    • f.

      re-integratievoorziening: voorzieningen bedoeld in artikel 7, eerste lid onder a van de wet en artikel 34, eerste lid onder a van de IOAW en de IOAZ en zoals beschreven in de Re-integratieverordening.

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet, IOAW, IOAZ en in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Fraudepreventie

Het college voert bij de uitvoering van de wet een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is het informeren van de belanghebbenden over de rechten en plichten die als gevolg van de wet of een op de wet gebaseerde verordening aan het ontvangen van een uitkering of re-integratievoorziening zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Artikel 3 Beleid

  • 1.

    Ter nadere uitvoering van deze verordening stelt het college jaarlijks een Onderzoeksplan vast, met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde plan omvat in elk geval:

    • a.

      de visie op handhaving en handhavingsdoelen;

    • b.

      de wijze waarop en op welk moment belanghebbende een toelichting krijgt op zijn rechten en plichten en de gevolgen van het niet nakomen van de regels en verplichtingen;

    • c.

      welk controleonderzoek, op grond van welke criteria, op welk moment wordt uitgevoerd;

    • d.

      de wijze waarop signalen betreffende frauderisico worden verzameld;

    • e.

      op basis van welke criteria wordt gekozen voor een regulier controleonderzoek, een intensief controleonderzoek of een fraudeonderzoek; en

    • f.

      welke themacontroles, op welk moment plaatsvinden.

  • 3.

    Het college stelt jaarlijks een beleidsverslag vast waarin wordt beschreven of de gestelde doelen voor dat jaar op het gebied van de handhaving zijn gehaald en de redenen waarom de doelen wel of niet zijn gehaald.

Artikel 4 Het opstellen van regelingen

  • 1.

    Het college stelt beleidsregels op voor de terug- en invordering van bijstand en het verhalen tot de grens van de onderhoudsplicht van bijstand.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde beleidsregels omvatten in elk geval:

    • a.

      in welke gevallen er wordt teruggevorderd;

    • b.

      in welke gevallen de kosten van bijstand worden verhaald;

    • c.

      het incassobeleid;

    • d.

      het debiteurenbeheer.

Artikel 5 Controle

  • 1.

    Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, heimelijke waarnemingen, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen, evenals van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast de overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.

  • 2.

    Bij beëindiging van de uitkering doet het college onderzoek naar de reden van de beëindiging en neemt het op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

  • 3.

    Een onderzoek als bedoeld in het eerste en tweede lid kan ook uitgevoerd worden met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening en de bijzondere bijstand.

Artikel 6 Inzenden onderzoeksbevindingen naar het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 6 leidt tot benadeling van de gemeente, worden de bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek naar het Arrondissementsparket gezonden conform de vigerende Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude van het Openbaar Ministerie, onverminderd de mogelijkheid de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015;

  • 2.

    Op het tijdstip genoemd in het eerste lid wordt de Handhavings-, afstemmings- en boeteverordening, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2012, ingetrokken;

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen gemeente Amstelveen”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2014.

De griffier, De voorzitter,

drs. P. Georgopoulou drs. M.M. van ’t Veld

ALGEMENE TOELICHTING

De gemeenteraad is verplicht bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet.

 

Voor het onderbrengen van de regels voor de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ in één verordening pleit het argument dat daarmee de overzichtelijkheid van de gemeentelijke regelgeving wordt bevorderd. Bovendien worden daarmee de regels voor de verschillende wetten nauwgezet op elkaar afgestemd (geharmoniseerd).

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begrippen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, IOAW, IOAZ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.

Artikel 2 Fraudepreventie

Dit artikel verplicht het college tot het voeren van een actief fraudepreventiebeleid. Minimaal moet aandacht worden geschonken aan het informeren van de belanghebbenden over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een uitkering of re-integratievoorziening zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Artikel 3 Beleid

Ter nadere uitvoering van deze verordening stelt het college jaarlijks een Onderzoeksplan vast, met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Het is het genoemde plan omvat in elk geval:

  • ·

    de wijze waarop en op welk moment belanghebbende een toelichting krijgt op zijn rechten en plichten en de gevolgen van het niet nakomen van de regels en verplichtingen;

  • ·

    welk controleonderzoek, op grond van welke criteria, op welk moment wordt uitgevoerd;

  • ·

    de wijze waarop signalen betreffende frauderisico worden verzameld;

  • ·

    op basis van welke criteria wordt gekozen voor een regulier controleonderzoek, een intensief controleonderzoek of een fraudeonderzoek; en

  • ·

    welke themacontroles, op welk moment plaatsvinden.

Het college stelt jaarlijks een beleidsverslag vast waarin wordt beschreven of de gestelde doelen voor dat jaar op het gebied van de handhaving zijn gehaald en de redenen waarom de doelen wel of niet zijn gehaald.

Artikel 4 het opstellen van regelingen

Het college stelt beleidsregels op voor de terug- en invordering van bijstand en het verhalen tot de grens van de onderhoudsplicht van bijstand.

Het terug- en invorderen is op grond van de wet een verplichting. Het verhalen van bijstand is een bevoegdheid van het college. Het college van de gemeente Amstelveen heeft al jaren geleden besloten gebruik te maken van deze bevoegdheid.

De beleidsregels omvatten in elk geval:

  • ·

    in welke gevallen er wordt teruggevorderd;

  • ·

    in welke gevallen de kosten van bijstand worden verhaald;

  • ·

    het incassobeleid;

  • ·

    het debiteurenbeheer.

Artikel 5 Controle

Dit artikel verplicht het college om de rechtmatigheid van de uitkering of de re-integratievoorziening en de bijzondere bijstand te onderzoeken, en op welke wijze.

Artikel 6 Inzenden onderzoeksbevindingen naar het Openbaar Ministerie

Dit artikel bepaalt dat de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude, zoals opgesteld door het college van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie (OM), moet worden nagevolgd. De Aanwijzing bepaalt onder meer dat sociale zekerheidsfraude door een uitkeringsgerechtigde tot een nadeel van € 50.000 door het college wordt bestraft (op grond van artikel 18a van de Participatiewet. Pas bij een hoger nadeel (of wanneer de fraudeur geen uitkering meer ontvangt) moet aangifte worden gedaan bij het OM, waarna de zaak strafrechtelijk zal worden afgedaan. In dat geval wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, tenzij het OM de zaak seponeert.

Artikel 7 Inwerkingtreding en Citeertitel

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.