Organisatie | Capelle aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening |
Citeertitel | Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
De Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | Wijziging art. 1, 2, 3, 5, en 9 | 15-12-2015 Gemeenteblad Jaargang 2015 Nr. 124249 | 745917 | |
01-01-2015 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 09-12-2014 Gemeenteblad Jaargang 2014Nr. 74811 en Jaargang 2015Nr. | 609083 |
Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.
Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.
Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling
De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.
De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Capelle aan den IJssel, 15 december 2014.
Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.
Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Met de activiteiten beschreven in het eerste lid van dit artikel worden andere activiteiten bedoeld dan hetgeen is vastgelegd in de Wmo 2015. Activiteiten vallend onder die wet, worden door de gemeente ingekocht en niet gesubsidieerd. Uitzondering hierop zijn de collectieve voorzieningen genoemd in artikel 2. Deze activiteiten zijn gericht op het verbinden van zorg en welzijn, de formele en informele zorg, door gebruik te maken van bestaande voorzieningen en/of verbinding te zoeken met andere bestaande activiteiten.
De activiteiten beschreven in het eerste lid van dit artikel dienen aan te sluiten bij de onderstaande doelstellingen van product 12-01; maatschappelijke dienstverlening: Het verlenen van zowel kort- als langdurige diensten aan individuen, samenlevingsverbanden en/of groepen om deze in staat te stellen zo goed mogelijk te functioneren in de samenleving.
De activiteiten beschreven in het tweede lid van dit artikel dienen aan te sluiten bij de algemene voorziening “De Ontmoeting” zoals bedoeld in het Overgangsbeleid Wmo 2015-2016. Hierin staat het volgende:
“Wanneer Capellenaren langer in hun eigen omgeving blijven wonen en zij niet zelf beschikken over
een sociaal netwerk, neemt de kans op vereenzaming toe. De gemeente wil voor zoveel mogelijk
maatschappelijke ondersteuningsvragen oplossingen vinden in de vorm van algemene voorzieningen
dicht bij huis om de noodzaak tot het inzetten van maatwerkvoorzieningen te voorkomen of zo lang
mogelijk uit te stellen. Capellenaren die hieraan behoefte hebben, wil de gemeente daarom in de
gelegenheid stellen om op een laagdrempelige manier anderen te ontmoeten. Het uiteindelijke doel is
vanuit ontmoeting mede mogelijk te maken dat Capellenaren in hun eigen omgeving blijven wonen,
doordat zij contact hebben met anderen, een sociaal netwerk opbouwen en onderhouden en iets voor
elkaar kunnen betekenen. Daarnaast is ontmoeting een goede vindplaats om te signaleren wanneer
een ondersteuningsvraag ontstaat, toeneemt of verandert. Zoveel mogelijk Capellenaren maken
gebruik van algemene ontmoetingsvoorzieningen, zoals in de wijk, in het verenigingsleven en bij
kerkelijke initiatieven. Het gaat om een laagdrempelig aanbod, waarin veel vrijwilligers actief zijn”.
In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd.
Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 10).
Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.
Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling
De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.
Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.
Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.
Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Met de activiteiten beschreven in het eerste lid van dit artikel worden andere activiteiten bedoeld dan hetgeen is vastgelegd in de Wmo 2015. Activiteiten vallend onder die wet, worden door de gemeente ingekocht en niet gesubsidieerd. Uitzondering hierop zijn de collectieve voorzieningen genoemd in artikel 2. Deze activiteiten zijn gericht op het verbinden van zorg en welzijn, de formele en informele zorg, door gebruik te maken van bestaande voorzieningen en/of verbinding te zoeken met andere bestaande activiteiten.
De activiteiten beschreven in het eerste lid van dit artikel dienen aan te sluiten bij de onderstaande doelstellingen van product 12-01; maatschappelijke dienstverlening: Het verlenen van zowel kort- als langdurige diensten aan individuen, samenlevingsverbanden en/of groepen om deze in staat te stellen zo goed mogelijk te functioneren in de samenleving.
De activiteiten beschreven in het tweede lid van dit artikel dienen aan te sluiten bij de algemene voorziening “De Ontmoeting” zoals bedoeld in het Overgangsbeleid Wmo 2015-2016. Hierin staat het volgende:
“Wanneer Capellenaren langer in hun eigen omgeving blijven wonen en zij niet zelf beschikken over
een sociaal netwerk, neemt de kans op vereenzaming toe. De gemeente wil voor zoveel mogelijk
maatschappelijke ondersteuningsvragen oplossingen vinden in de vorm van algemene voorzieningen
dicht bij huis om de noodzaak tot het inzetten van maatwerkvoorzieningen te voorkomen of zo lang
mogelijk uit te stellen. Capellenaren die hieraan behoefte hebben, wil de gemeente daarom in de
gelegenheid stellen om op een laagdrempelige manier anderen te ontmoeten. Het uiteindelijke doel is
vanuit ontmoeting mede mogelijk te maken dat Capellenaren in hun eigen omgeving blijven wonen,
doordat zij contact hebben met anderen, een sociaal netwerk opbouwen en onderhouden en iets voor
elkaar kunnen betekenen. Daarnaast is ontmoeting een goede vindplaats om te signaleren wanneer
een ondersteuningsvraag ontstaat, toeneemt of verandert. Zoveel mogelijk Capellenaren maken
gebruik van algemene ontmoetingsvoorzieningen, zoals in de wijk, in het verenigingsleven en bij
kerkelijke initiatieven. Het gaat om een laagdrempelig aanbod, waarin veel vrijwilligers actief zijn”.
In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd.
Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 10).
Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.
Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling
De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.
Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.
Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.
Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie
Dit artikel spreekt voor zichzelf.