Organisatie | West Maas en Waal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet 2015 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet West Maas en Waal 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet, art. 4
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 11-12-2014 Gemeenteblad, 26-01-2015 | 2014/12-24, 14INT818 |
De raad van de gemeente West Maas en Waal, nr. 2014/12-24, 14INT818
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,
gelet op artikel 47 van de Participatiewet,
besluit vast te stellen de volgende verordening:
“Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet West Maas en Waal 2015”
Artikel 7 Deelname aan de regionale cliëntenraad
De cliëntenraad vaardigt twee leden af aan de regionale cliëntenraad van de gemeenschappelijke regeling Werkzaak Rivierenland teneinde de advisering over beleid en verordeningen regionaal af te stemmen.
Artikel 8. Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 9. Intrekken oude verordening
De ‘Verordening Cliëntenparticipatie Wwb en WIJ gemeente West Maas en Waal’ en de Verordening Cliëntparticipatie WSW gemeente West Maas en Waal’ wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2014.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL,
De griffier, De voorzitter,
Mr. G.E.M. Gieling Th.A.M. Steenkamp
Toelichting Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet 2015
Artikel 47 Participatiewet draagt aan de gemeenteraad op om een verordening te maken over de wijze waarop de personen bedoeld in artikel 7, lid 1, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de Participatiewet. Daarmee wordt aansluiting gezocht bij de Wet SUWI, waarin staat dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoeringsstructuur waarin de cliënt centraal staat.
In deze verordening is gekozen voor het instellen van een cliëntenraad. Door in deze cliëntenraad leden te benoemen die worden voorgedragen door de verschillende belangenorganisaties kunnen de ideeën van cliënten over de uitvoering van de Participatiewet effectief worden verwoord.
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet of Awb niet afzonderlijk in deze verordening te definiëren. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de Participatiewet ook de verordening moet worden gewijzigd.
Artikel 2 Benoeming cliëntenraad
Hoewel de Raad de verordening moet vaststellen, is er om pragmatische redenen voor gekozen de bevoegdheid tot het instellen van de cliëntenraad en het benoemen van de leden over te dragen aan het college.
Het is belangrijk dat de leden van de cliëntenraad een duidelijke binding hebben met de doelgroepen van de Participatiewet. Daarom hebben personen, belangenorganisaties en belangengroepen de bevoegdheid om de leden voor te dragen. De wijze waarop deze organisaties tot hun voordracht komen, is bewust niet geregeld. Juist omdat de leden gedragen moeten worden door de achterban, is het zaak dat deze organisaties zelf tot een voordracht komen. Dit wordt gekanaliseerd via de cliëntenraad zelf.
Omdat het belangrijk is dat de leden van de cliëntenraad voldoende binding houden met de doelgroep, is de benoemingsduur beperkt tot de raadsperiode en kunnen zij alleen worden herbenoemd als zij wederom worden voorgedragen. Daarmee wordt voorkomen dat leden van de cliëntenraad tot in lengte van jaren kunnen blijven zitten, terwijl zij inmiddels vervreemd kunnen zijn van hun achterban.
Wellicht ten overvloede zij vermeldt dat individuele leden op grond van de Participatiewet IOAW, IOAZ of Bbz, welke tijdens de zittingsperiode uit de uitkering gaan, kunnen aanblijven tot het einde van de zittingsperiode.
Indien het aantal leden tot onder het minimumaantal van 6 daalt, doet dat niets af aan het bestaansrecht en de bevoegdheden van de cliëntenraad. Wel worden wervingsactiviteiten ontplooid om zo spoedig mogelijk nieuwe leden te kunnen benoemen.
Artikel 3 Taken van de cliëntenraad
Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de cliëntenraad zijn toebedeeld. Naast een adviserende taak over de uitvoering van de Participatiewet heeft de cliëntenraad ook recht van initiatief op dit terrein. Omdat sommige onderwerpen nauw kunnen samenhangen met de uitvoering van de Participatiewet, maar strikt genomen daar zelf geen deel van uitmaken, is de bevoegdheid van de cliëntenraad met deze onderwerpen uitgebreid. De cliëntenraad wordt in ieder geval om advies gevraagd bij het opstellen en wijzigen van beleidsplannen en verordeningen met betrekking tot de Participatiewet.
Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met de cliëntenraad gehouden omdat de cliëntenraad geen belanghebbende is ten aanzien van beslissingen die betrekking hebben op individuele gevallen.
Artikel 4 Overleg van en met de cliëntenraad
Dit artikel bevat de kern van de zaken die op grond van artikel 47 van de Participatiewet in de verordening moeten worden geregeld. Het college overlegt minstens vier maal per kalenderjaar met de cliëntenraad. Ingeval daartoe een reden is kan er dus vaker worden overlegd. Het is logisch om enkel vaker te vergaderen indien beide partijen hiertoe reden zien.
Artikel 6 Facilitering en ondersteuning
Door de gemeente wordt een ambtelijk secretaris aangewezen die als vaste persoon de cliëntenraad faciliteert en ondersteunt. Zonder relevante stukken kan de cliëntenraad niets beginnen. Het college dient daarom ervoor te zorgen dat de cliëntenraad over de benodigde stukken kan beschikken. Om te voorkomen dat het college ook geheime stukken of willekeurig welke stukken dan ook op verzoek aan de cliëntenraad zou moeten zenden, is bepaald dat het om ‘relevante’ stukken moet gaan.
Nadat het college of de Raad heeft besloten op stukken waarop de cliëntenraad een advies heeft uitgebracht, wordt teruggekoppeld wat er met de door de cliëntenraad gegeven adviezen is gedaan.
De facilitering van de cliëntenraad is geregeld door jaarlijks een bedrag op te nemen in de gemeentebegroting voor de uitgaven die verbonden zijn aan het functioneren van de cliëntenraad. Op basis van een declaratie van de werkelijk gemaakte kosten, wordt aan de leden van de cliëntenraad een onkostenvergoeding toegekend. Indien de cliëntenraad andere uitgaven heeft, bijvoorbeeld als gevolg van het willen volgen van een cursus, dient dit vooraf te worden aangevraagd bij het college. Het college dient te beoordelen of een eventuele budgetverhoging die hier voor nodig is, kan worden toegestaan.
Artikel 7 Deelname aan de regionale cliëntenraad
Artikel 7 maakt het mogelijk om leden van de lokale cliëntenraad af te vaardigen naar de regionale cliëntenraad. De afgevaardigde leden vormen dan gezamenlijk de regionale cliëntenraad.