Organisatie | Dinkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels standplaatsvergunningen gemeente Dinkelland 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels standplaatsvergunningen gemeente Dinkelland 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-01-2015 | Nieuwe regeling | 20-01-2015 | I14.050420 |
Hoofdstuk 2 Standplaatsvergunningen voor één of meer dagen per week, voor een termijn langer dan één week
In bijzondere omstandigheden kan van het maximumstelsel worden afgeweken, dit met inachtneming van de brancheverdeling als bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregel. Er kan hiervan sprake zijn in het geval van feestdagen (ook bijvoorbeeld carnaval), standplaatsen ten behoeve van medisch onderzoek, standplaatsen voor éénmalige incidentele activiteiten.
Artikel 7 Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen en tijden wanneer een standplaats mag worden ingenomen
Artikel 8 Toedelen van standplaatsen
Als er meer aanvragen dan uit te geven vergunningen zijn, wordt het verzoek om vergunning afgewezen en wordt de aanvrager op een op een wachtlijst geplaatst. Maar de aanvrager wordt niet op de wachtlijst geplaatst als zijn aanvraag onvolledig is en hij niet binnen de gestelde termijn zijn aanvraag heeft aangevuld;
Als een standplaats vrijkomt door het overlijden van een standplaatshouder heeft de levenspartner of één van de kinderen van de standplaatshouder de mogelijkheid om binnen acht weken na overlijden een verzoek in te dienen voor het overschrijven van de standplaatsvergunning. Deze termijn van acht weken wordt afgewacht, voordat de gegadigden op de wachtlijst voor de vrijgekomen standplaats worden benaderd.
Denekamp, 20 januari 2015
Burgemeester en wethouders van Dinkelland,
de loco-secretaris, de burgemeester
E.M. Grobben, mr. R.S. Cazemier
Toelichting bij de beleidsregels voor standplaatsvergunningen gemeente Dinkelland
Naast de Algemene plaatselijke verordening is er nog andere regelgeving van belang voor het innemen van standplaatsen. Deze regelgeving stelt vanuit andere motieven eisen aan het drijven van handel. Zo zijn de Winkeltijdenwet, de Drank- en Horecawet, de Colportagewet en de Warenwet van belang. Voor zover nodig zal bij het venten en het innemen van een standplaats ook aan deze wetten moeten worden voldaan.
In de Winkeltijdenwet en daaruit voortvloeiende regelgeving is aangegeven wanneer winkels geopend mogen zijn. Deze wetgeving geldt ook voor de ambulante handel.
In de Drank- en Horecawet staat dat er geen alcoholhoudende drank vanaf een standplaats mag worden verkocht. Ook mag er geen alcoholhoudende drank tijdens de verkoop aanwezig zijn.
De Colportagewet ziet toe op de wijze van optreden in de relatie tussen de koper en de verkoper. De Colportagewet is van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen goederen en diensten. De gemeente heeft overigens geen bevoegdheden. De Economische Controledienst is met de uitvoering van de bepalingen uit de Colportagewet belast.
Op het drijven van handel in eet- en drinkwaren zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels over de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Ook stelt de Warenwet regels over de hygiëne en degelijkheid van producten. Het toezicht op de naleving van de Warenwet geschiedt door de Voedsel en Warenautoriteit.
Voor het aanvragen van de vergunning moet het gemeentelijk aanvraagformulier gebruikt worden. Dit is vastgesteld door het college.
Een vergunning kan verleend worden voor een termijn van maximaal drie jaar. Hier is voor gekozen uit het oogpunt van administratieve lastenverlichting. Standplaatsen voor één dag of een korte periode, kunnen niet voor drie jaar op dezelfde datum/dag een standplaats aanvragen. Dit moet elk jaar opnieuw.
Op minimarkten mogen maximaal vijf standplaatsen worden ingenomen. Er mogen gelijktijdig met de minimarkt geen standplaatsen worden ingenomen op een andere locatie dan de locatie van de minimarkt. Daarnaast mogen er in Denekamp en Ootmarsum geen standplaatsen worden ingenomen op het tijdstip dat de weekmarkt plaatsvindt. Gezien het feit dat uit jurisprudentie blijkt dat een verzameling van zes of meer standplaatsen als een markt wordt aangemerkt, is er voor gekozen dat er op de minimarkt maximaal vijf standplaatsen mogen worden ingenomen. Voor markten gelden namelijk andere regels.
Standplaatsen die tijdens een evenement worden ingenomen, vallen buiten deze beleidsregels omdat deze standplaatsen deel uitmaken van het evenement en de standplaats in een eventuele evenementenvergunning wordt opgenomen.
Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen
Voor Denekamp, Ootmarsum, Deurningen, Rossum en Weerselo zijn richtlijnen voor de locatie waar de standplaatsen mogen worden ingenomen. Voor de andere kernen zijn er geen locaties aangewezen waar wel of geen standplaatsen mogen worden ingenomen. Als er evenementen plaatsvinden, zullen de standplaatsen in de meeste gevallen op een andere locatie worden ingenomen. De standplaatshouders worden hiervan op de hoogte gesteld door de marktmeester. Het college kan ook in geval van onvoorziene omstandigheden van tijdelijke aard (zoals wegwerkzaamheden, calamiteiten, onderhouds- en nieuwbouwactiviteiten) een andere locatie aanwijzen waar de standplaatsen ingenomen moeten worden.
Voor een locatie van de standplaats niet op gemeentelijk terrein, is toestemming nodig van de rechthebbende op die locatie. Voor deze toestemming moet de aanvrager zelf zorgen. Deze toestemming moet bij de aanvraag worden overgelegd.
Voor een locatie op gemeentelijk terrein, volstaat het hebben van een standplaatsvergunning. Er is dan geen toestemming nodig van de gemeente als eigenaar.
De vergunning is persoonsgebonden. De houder van de vergunning of een medewerker moet altijd aanwezig zijn op de standplaats.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden. De tarieven staan in de Legesverordening.