Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft
genomen;
- 2.
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.
Artikel 2. Inleidende bepaling commissie
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn
ingediend tegen besluiten op grond van:
- a.
een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet
waardering onroerende zaken;
Artikel 3. Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een kamer Sociale Zaken, een kamer Personele
Zaken en een kamer Algemene Zaken. De kamer Sociale Zaken behandelt de
bezwaarschriften op het gebied van sociale-, welzijns- en onderwijswet-
en regelgeving. De kamer Personele Zaken behandelt de bezwaarschriften
van ambtenaren die zijn ingediend op het gebied van personele
aangelegenheden. De kamer Algemene Zaken behandelt de bezwaarschriften
die niet door één van de twee andere kamers worden behandeld.
- 2.
Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:
- a.
een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de
voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden
aangewezen;
- b.
ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit
haar midden.
- 3.
De kamer wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en een tweede
plaatsvervanger aan.
- 4.
Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo
veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4. Secretaris
- 1.
De secretaris van de kamer is een door het college aangewezen
ambtenaar.
- 2.
Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris
aan.
Artikel 5. Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van de kamer worden benoemd voor een termijn
van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.
- 2.
De voorzitter en de leden van de kamer kunnen op elk moment ontslag
nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.
- 3.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie
blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 6. Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt binnen zeven
werkdagen in handen van de commissie gesteld.
Artikel 7. Bemiddeling
1.De kamer, op initiatief van de secretaris, onderzoekt of de zaak in der
minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De
secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.
Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van
de kamer op basis van een mandaat ex artikel 10:1 e.v. Awb:
- a.
- b.
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een
termijn;
- c.
artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de kamer;
- d.
- e.
Artikel 9. Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de kamer is bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer bij
deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen
daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn
verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.
Artikel 10. Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de kamer bepaalt plaats en tijdstip van de zitting
waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid
worden gesteld zich door de kamer te laten horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb op
basis van een mandaat van de commissie ex artikel 10:1 e.v. Awb.
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van
het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan.
Artikel 11. Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden, eventuele derde belanghebbenden
en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting
schriftelijk uit.
- 2.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het
verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het
tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week
voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden,
derde-belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of
afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste
tot en met het derde lid.
Artikel 12. Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal
leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger,
aanwezig is.
Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de kamer nemen niet deel aan de behandeling
van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan
zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 14. Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de kamer Algemene Zaken is openbaar. De zittingen van de
kamer Sociale Zaken en Personele Zaken zijn in beginsel besloten vanwege
de aard van de zaken, tenzij belanghebbende(n) om openbaarheid van de
zitting verzoekt.
- 2.
De deuren kunnen op basis van een besluit van de voorzitter worden
gesloten indien de voorzitter van de kamer of een van de aanwezige leden
het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek
doet. Het besluit tot het sluiten van de deuren wordt op basis van
artikel 10:1 e.v. Awb (mandaat) door de voorzitter genomen.
- 3.
Indien de kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn
die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting
plaats achter gesloten deuren.
Artikel 15. Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de
aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is
gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren
plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden
niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan
melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die
aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de
kamer.
Artikel 16. Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld,
nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen
beweging of op verlangen van de andere kamerleden dit onderzoek
houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan
de leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
toegezonden.
- 3.
De leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen
binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter
van de kamer een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe
hoorzitting. De voorzitter beslist op zo een verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 17. Raadkamer en advies
- 1.
De kamer beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door
haar uit te brengen advies.
- 2.
De kamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen
advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien
die minderheid dat verlangt.
- 5.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de kamer
ondertekend.
Artikel 18. Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel
15 en eventueel door de kamer ontvangen nadere informatie en nader
verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het
bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de kamer de termijn van 12
weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb , ontoereikend is
voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een
beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te
verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de kamer, belanghebbenden en
derde-belanghebbenden een afschrift.
Artikel 19. Jaarverslag
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de
gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande
kalenderjaar.
Artikel 20. Intrekking oude regeling
Op de dag van inwerkingtreding van deze verordening, worden de volgende
verordeningen ingetrokken:
- -
Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Nederlek 2006 (in
werking getreden op 16-10-2006);
- -
Verordening behandelen bezwaarschriften gemeenschappelijke regeling
K5 gemeenten 2009 (in werking getreden op 22-01-2009);
- -
Verordening commissie bezwaarschriften van de gemeente Bergambacht
(in werking getreden op 1-5-2008);
- -
Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Schoonhoven 2010 (in
werking getreden op 01-06-2010);
- -
Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Vlist 2010 (in
werking getreden op 12-05-2010);
- -
Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 2002
van de gemeente Ouderkerk (in werking getreden op 10-07-2002).
Artikel 21. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van
de bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2015.
Artikel 22. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie
bezwaarschriften Krimpenerwaard 2015.