Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Informatieverordening gemeente Nieuwegein 2015 |
Citeertitel | Informatieverordening gemeente Nieuwegein 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Archiefverordening van Nieuwegein 2009.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 18-12-2014 | Onbekend. |
De zorg van burgemeester en wethouders voor informatie
Burgemeester en wethouders dragen, overeenkomstig art. 3 van de Archiefwet, er zorg voor, dat de vervaardiging en de bewaring van de informatie geschieden op een zodanige wijze, dat het behoud van deze informatie voldoende wordt gewaarborgd
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanwijzen, inrichten en in stand houden van een archiefbewaarplaats als bedoeld in art. 31 van de Archiefwet, alsmede voor voldoende en doelmatige archiefruimten.
Burgemeester en wethouders adviseren de raad met betrekking tot zijn handelen als zelfstandig bestuursorgaan, maar ook de burgemeester met betrekking tot diens handelen als zelfstandig bestuursorgaan, hetzelfde te doen in respectievelijk een Besluit Informatiebeheer raadsorganen 2015 en een Besluit Informatiebeheer burgemeester 2015.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de aanstelling van voldoende deskundig personeel op strategisch, tactisch en operationeel niveau voor de werkzaamheden verbonden aan het beheer van alle informatie ongeacht haar vorm.
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat jaarlijks op de begroting van de gemeente voldoende middelen worden geraamd voor de kosten die aan de zorg voor de informatie zijn verbonden.
Toezicht van de archivaris op het beheer van de informatie die niet is overgebracht naar de archiefbewaarplaats
De archivaris is, overeenkomstig art. 32, lid 2 van de Archiefwet, belast met het toezicht op het bij of krachtens de Archiefwet bepaalde ten aanzien van het beheer van de informatie die niet is overgebracht naar de archiefbewaarplaats.
De archivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij art. 32, lid 2 van de Archiefwet opgedragen toezicht, zich onder handhaving van zijn verantwoordelijkheid te doen vervangen door een of meerdere ambtenaren die in het bezit zijn van een diploma archivistiek als bedoeld in art. 22 van de Archiefwet.
De beheerders verstrekken aan de archivaris of aan degene die namens hem met het toezicht is belast, alle inlichtingen die voor een goede vervulling van zijn taak noodzakelijk zijn. Zij verlenen de nodige medewerking om inzicht te verschaffen in de ordening en toegankelijkheid van alle informatie alsmede in de opzet, de inrichting, de werking van hulpmiddelen en systemen en de ruimten waarin deze informatie is opgenomen.
De archivaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan de secretaris als eindverantwoordelijke voor de bedrijfsvoering. Indien de archivaris hiertoe aanleiding vindt, doet hij hiervan eveneens mededeling aan burgemeester en wethouders. De archivaris geeft daarbij aan welke voorzieningen naar zijn mening in het belang van een goed beheer moeten worden getroffen.
De Archiefwet stelt algemene eisen aan het beheer van alle informatie van de overheid. Daarmee is deze wet de belangrijkste voor de informatievoorziening van de Nederlandse overheid. De wet stelt extra eisen aan bescheiden die blijvend worden bewaard. De wet regelt ook dat deze blijvend te bewaren informatie wordt bewaard in openbare archiefbewaarplaatsen en daar beschikbaar wordt gesteld voor iedere burger. De Archiefwet is een wet op hoofdlijnen. Een aantal onderdelen is verder uitgewerkt in het Archiefbesluit. Op zijn beurt bevat dit besluit weer bepalingen op hoofdlijnen. Die bepalingen zijn weer verder uitgewerkt in de Archiefregeling en verordeningen van overheidsorganen, waaronder gemeenten.
De Archiefverordening en het Besluit Archiefbeheer van de gemeente Nieuwegein dateren respectievelijk uit 2009 en 1998; in 2003 aangevuld met bepalingen inzake de omgang met het fenomeen e-mail. Mede onder invloed van de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur (2002), de Wet revitalisering generiek toezicht (2012) en actualisering van de landelijke wet- en regelgeving zijn de Archiefverordening en met name het Besluit Informatiebeheer aangescherpt. Nieuw is de aankondiging in de Informatieverordening van het Besluit Informatiebeheer Raadsorganen 2015 en het Besluit informatiebeheer Burgemeester 2015. Voorts is vanaf 2002 de gemeenteraad niet meer bevoegd om de archivaris te benoemen en de archiefbewaarplaats aan te wijzen en worden verordeningen ondertekend door de burgemeester en de griffier.
Conform art. 30, lid 1 van de Archiefwet stelt de gemeenteraad de Informatieverordening vast op basis waarvan burgemeester en wethouders zorgdragen voor alle informatie. Het beheer van informatie voor zover deze nog niet is overgebracht naar de archiefbewaarplaats is een verantwoordelijkheid van de beheerders van de ambtelijke organisatie. Op basis van de Informatieverordening 2015 is dit geregeld in (geactualiseerde) Besluiten Informatiebeheer 2015.
Evenals de Archiefwet en het Archiefbesluit is deze verordening zowel van toepassing op papieren als op digitale documenten.Vandaar dat het archaïsche begrip ‘archief-bescheiden’ is vervangen door de term ‘informatie’. Beide begrippen zijn elkaars synoniem. In de vigerende Archiefwet is een uitgebreide definitie van het begrip ‘archiefbescheiden’ opgenomen, waardoor nadrukkelijk alle vormen van informatie die de gemeente in het kader van haar taakuitoefening ontvangt en creëert, onder de werking van deze wet en de daarop gebaseerde regelgeving worden gebracht.
Hoofdstuk II bevat een uitwerking van het begrip ‘zorg’, dat niet wordt gedefinieerd in de Archiefwet. In het Archiefbesluit en de Archiefregeling is geregeld hetgeen wordt verstaan onder voldoende en doelmatige archiefruimten.
Hoofdstuk III besteedt aandacht aan de verantwoording van de zorg die ten dele is veranderd onder invloed van de Wet revitalisering generiek toezicht (1-10-2012). Vanaf het moment van inwerkingtreding ondersteunt het instrument ‘toezichtinformatie’ gemeenten aan deze wet invulling te geven waardoor de verticale toezichtlast wordt afgebouwd en de horizontale verantwoording wordt versterkt.
Hoofdstuk IV is een uitwerking van het toezicht als bedoeld in art. 32 lid 2 van de Archiefwet.
Begripsbepalingen zijn alleen uit de Archiefwet overgenomen als daaraan in deze verordening een meer specifieke betekenis moet worden toegekend. De in art. 1 bedoelde archivaris betreft de beheerder van de gemeentelijke archiefbewaarplaats. De benoeming van deze archivaris is krachtens art. 3 van de Dienstverlenings-overeenkomst Archiefbeheer gemeente Nieuwegein door burgemeester en wethouders (15 december 2009) toegekend aan de gemeentearchivaris van Utrecht in de zin van art. 32 van de Archiefwet.
De Archiefregeling stelt op grond van art. 11, lid 2 van het Archiefbesluit nadere regels over de kwaliteit van en de procedures rond het materiële behoud van de daarvoor in aanmerking komende informatie. Art. 11 van het besluit kent de in dit artikel bedoelde verplichting slechts ten behoeve van de blijvend te bewaren informatie die is opgemaakt door de zorgdrager.
De aanwijzing van de archiefbewaarplaats is geregeld binnen de Dienstverlenings-overeenkomst Archiefbeheer gemeente Nieuwegein door het college burgemeester en wethouders (15 december 2009) art. 4 in overeenstemming met art. 31 van de Archiefwet.
De (vigerende) Organisatieregeling gemeente Nieuwegein spreekt in par. 3.1 over de relatie horizontale en verticale sturing van management en medewerkers die kunnen worden benoemd als ambtelijk opdrachtgever voor programma’s, processen of projecten. Art. 6 van de Organisatieregeling stelt dat de overdracht van taken en personele bevoegdheden vastliggen in de (vigerende) Mandaatregeling. Toedeling van verantwoordelijkheden leidt tot een doelmatiger inrichting van het informatiebeheer, afgestemd op de taken van de organisatie. Dat vindt plaats op basis van NEN-ISO 15489. Deze wereldwijde kwaliteitsnorm voor informatie- en archiefmanagement (2001) werd ontwikkeld om de beste werkmethoden op het gebied van records management vast te leggen. Gebaseerd op de vigerende Organisatie- c.q. Mandaatregeling is de toewijzing van verantwoordelijkheden aan de beheerder(s) opgenomen in het Besluit Informatiebeheer college van B&W 2015.
Ingevolge de gememoreerde Wet dualisering gemeentebestuur is een Besluit Informatiebeheer Raadsorganen 2015 in het vooruitzicht gesteld, maar wordt bij dezen eveneens voorzien in een Besluit Informatiebeheer Burgemeester 2015. Onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen in het afgelopen decennium heeft de burgemeester namelijk in zijn handelen als afzonderlijk bestuursorgaan een aanzienlijke - (on)gewilde – beleidsvrijheid gekregen.
De beleidsvrijheid van de burgemeester is zelfs zo uitgedijd dat zij een substantieel onderdeel is geworden van de gemeentelijke autonomie. Immers, waar op tal van andere terreinen de lokale beleidsvrijheid sterk wordt ingeperkt en/of wordt vervangen door beperkende maatregelen, is in het publieke domein van de openbare orde en veiligheid de beleidsruimte alleen maar uitgedijd, hoezeer hier ook afhankelijkheden van niet-gemeentelijke organisaties bestaan, die sinds 2002 zijn ontstaan zoals de creatie van veiligheidsregios en nationale politie.
Na invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur in 2002 is de Archiefwet art. 30 lid 1 blijven voorzien in de positie van burgemeester en wethouders als zorgdrager voor de informatie van de raad en zijn organen en van de burgemeester. Zowel de raad als de burgemeester dienen echter formeel in de gelegenheid te worden gesteld specifiek eigen geldende uitvoeringsregels vast te stellen op grond van onderhavige Informatieverordening.
Het scheppen van voldoende voorzieningen en de aanwijzing van deskundig personeel door de zorgdrager is erop gericht in de praktijk uitvoering te geven aan de verantwoordelijkheden die de beheerders krijgen opgedragen in het Besluit Informatiebeheer college van B&W 2015.
De bedoelde voorschriften zijn respectievelijk opgenomen in het Besluit Informatiebeheer college van B&W 2015, het Besluit Informatiebeheer Raadsorganen 2015 en het Besluit Informatiebeheer Burgemeester 2015.
In een Informatiebeheerplan wordt de stand van zaken van het informatiebeheer van de organisatie in kaart gebracht. Eventuele knelpunten of risico’s in de informatievoorziening worden benoemd en geprioriteerd. Ook de eisen en wensen van de organisatie zelf, gelet op ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op het informatiebeheer, worden meegenomen. Aan de hand hiervan worden in een plan van aanpak verbeteracties uitgewerkt voor het navolgend jaar. Het jaarlijks te actualiseren beheerplan is daarmee een instrument om de kwaliteit van het informatiebeheer van de organisatie te meten, te controleren en waar nodig te verbeteren.
Een kwaliteitssysteem is een continu en systematisch proces van meten, verbeteren en vernieuwen van processen en producten. Een proces van plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen. Om dit proces te sturen en om medewerkers te betrekken worden regelmatig audits en/of zelfevaluaties gehouden, waarin auditors een uitspraak doen over de kwaliteit en over de realisatie van geplande verbeteringen.
Binnen één reguliere zittingsperiode verneemt de raad vier maal wat er op het gebied van de archiefzorg, het informatiebeheer en het toezicht daarop heeft plaatsgevonden. Een jaarlijkse verslaglegging past bij het vernieuwde interbestuurlijk toezicht, waarbij een zwaarder accent wordt gelegd op horizontale verantwoording.
Het artikel is van overeenkomstige toepassing op het dagelijks bestuur van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente Nieuwegein taken mandateert en waarvan het daarbij ingestelde openbaar lichaam of gemeenschappelijk orgaan in de provincie Utrecht is gevestigd. Deze systematische toezichtinformatie is voorgeschreven in het Besluit verstrekking systematische toezichtsinformatie (Stbl. 2012, 330) en het daaruit voortvloeiende Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 3 juli 2012 (nr 80B32284) tot vaststelling van een Aanvullend beleidskader voor het interbestuurlijk archieftoezicht provincie Utrecht.
De ontwikkelingen op het gebied van de moderne informatietechnologie hebben in de wet geleid tot een gewijzigde definitie van ‘archiefbescheiden’, in deze verordening aangeduid als ‘informatie’.
Ondanks de verruimde betekenis van het begrip ‘informatie’ kan de materie veelal met de traditionele bepalingen worden geregeld, zij het dat sommige begrippen een ruimere inhoud hebben gekregen. Zo heeft dat onder andere gevolgen voor het toezicht op het beheer van digitale bestanden waarvoor het niet meer voldoende is dat toegang tot de fysieke ruimte is verzekerd maar dat dit toezicht zich ook uitstrekt tot de virtuele ruimte waarin digitale gegevens worden beheerd.
Burgemeester en wethouders zijn als zorgdragers bestuurlijk verantwoordelijk voor het vaststellen van het verslag Kritische Prestatie Indicatoren (KPI) dat ambtelijk is opgemaakt en aan de raad wordt gezonden. Samen met het verslag van de archivaris vormt de archief-KPI de basis voor de verantwoording van burgemeester en wethouders aan de raad zoals bedoeld in art. 9. De raad bespreekt de inhoud en de daaropvolgende acties. Vanwege de geüniformeerde verslaglegging kunnen de prestaties van gemeenten onderling worden vergeleken op www.waarstaatjegemeente.nl waarop tien kernindicatoren worden gepresenteerd.