Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | BELEIDSREGEL VERGUNNINGVERLENING PLAATSING MEERDERE TIJDELIJKE MOBIELE INFORMATIEBORDEN |
Citeertitel | Beleidsregel vergunningverlening plaatsing meerdere tijdelijke mobiele informatieborden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Beleidsregel vergunningverlening plaatsing meerdere tijdelijke mobiele informatieborden |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 Gemeenteblad van week 51 van 2014 en met ingang van 18 december 2014 inclusief toelichting, terug te vinden op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 279646. | DSB/2014.650 RIS 279646 |
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,
Het college van burgemeester en wethouders,
de locosecretaris, de burgemeester,
Beleidsregel Vergunningverlening plaatsing meerdere tijdelijke mobiele informatieborden
Reeksen (zijnde meer dan één op dezelfde locatie op dezelfde tijd) van tijdelijke mobiele informatieborden niet toe te staan met uitzondering van de volgende wegen:
De gemeente ontvangt steeds vaker aanvragen voor het tijdelijk plaatsen van mobiele informatiedragers op een betonnen voet (tijdelijke mobiele informatieborden; onder meer bekend onder de merknaam “Trotter”) in de openbare ruimte. Dergelijke tijdelijke mobiele informatieborden zijn gangbaar in formaten van ca. 3,9 m2 tot bijna 8 m2.
Tijdelijke mobiele informatieborden zijn toegestaan in de openbare ruimte nadat een aanvraag daartoe is getoetst aan de criteria van artikel 2:10 van de Algemeen Plaatselijke Verordening voor de gemeente
Den Haag (APV) en de vergunning is verleend. Een vergunning kan onder meer geweigerd worden uit oogpunt van doelmatig beheer en onderhoud van de weg, bescherming van het uiterlijke aanzien, gebruiksmogelijkheden van de weg en eventuele hinder of schade.
Dergelijke tijdelijke mobiele informatiedragers worden in toenemende mate ingezet om reeksen van afbeeldingen te tonen, waarbij deze informatiedragers op korte afstand achter elkaar worden geplaatst.
Deze beleidsregel geeft de kaders waarbinnen aanvragen voor het plaatsen van reeksen van tijdelijke mobiele informatiedragers kunnen worden verleend.
Meerdere tijdelijke mobiele informatiedragers
De aanwezigheid van meer dan één tijdelijke mobiele informatiedrager op één locatie is van invloed op de gebruiksmogelijkheden van de weg en heeft visueel een forse impact op de omgeving. Om het plaatsen van dergelijke reeksen enerzijds mogelijk te maken en anderzijds te sturen waar deze reeksen in beginsel worden toegestaan, wordt in deze beleidsregel twee hiervoor geschikte plekken aangewezen.
Voor elke individuele aanvraag is dat onder het voorbehoud van de uitkomsten van de toetsing ex art. 2:10 APV.
Gebieden voor meerdere tijdelijke mobiele informatiedragers
Dit is het gebied begrensd door de Laan van Europa - Zuid-Hollandlaan - Boslaan - Koekamplaan.
Het Malieveld is in eigendom van Staatsbosbeheer. De aanvrager dient daarom ook privaatrechtelijk toestemming te verkrijgen van de eigenaar van deze openbare ruimte.
Dit betreft de Beatrixlaan tussen de Juliana van Stolberglaan en de gemeentegrens.
Duur een aantal keren voor plaatsing van meerdere tijdelijke mobiele informatiedragers
Mede met het oog op de belangen van omwonenden en ondernemers, worden beperkingen gesteld aan de duur en het aantal keren dat reeksen van tijdelijke mobiele informatiedragers op de aangewezen gebieden aanwezig mogen zijn. De maximale duur voor een plaatsing van een reeks van tijdelijke mobiele informatiedragers wordt gesteld op 15 dagen. Het aantal keren dat deze dragers per gebied mogen worden geplaatst is eenmaal per kalendermaand.
Adviescommissie Openbare Ruimte
De ACOR heeft in de vergadering van 29 oktober 2014 instemmend geadviseerd op de beleidsregel.
Deze beleidsregel wordt 1 jaar na invoering of zo veel eerder als wenselijk geëvalueerd.