Organisatie | Rucphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2015 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing Rucphen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | geen |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | Onbekend | 17-12-2014 Onbekend | Onbekend |
De raad van de gemeente Rucphen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
gezien het advies van de commissie Algemeen Bestuur en Middelen (ABM) van 4 december 2014;
b e s l u i t vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2015.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de volgende maatstaven die naast elkaar verschuldigd zijn, te weten:
een en ander naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingtijdvak is voor de belasting verschuldigd naar de in artikel 4, onderdeel a, b, en c bedoelde maatstaven, het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2, 3 of 4 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht voor de belasting verschuldigd naar de maatstaf als bedoeld in artikel 4, onderdeel a in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht voor de belasting verschuldigd naar de maatstaf als bedoeld in artikel 4, onderdeel a in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
Indien de verschuldigde belasting bedoeld in artikel 4, onderdelen b en c, in de loop van het belastingjaar (tussentijds) wordt afgerekend, en deze afrekening niet kan worden gecombineerd met andere gemeentelijke belastingen zoals onroerende-zaakbelastingen en rioolheffing, dan dient in afwijking van de in het eerste lid omschreven betalingstermijnen de verschuldigde belasting te worden voldaan uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 onderdelen 1.2.1, 1.2.2, 1.3 wordt in beperkte mate kwijtschelding verleend, en voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 2, 3 of 4 van de tarieventabel wordt géén kwijtschelding verleend.
Hoofdstuk 3 Tarieven voor aanbieden afval op milieustraat
Voor het achterlaten van afvalstoffen op de milieustraat worden per bezoek kosten in rekening gebracht. Afrekenen geschiedt ter plaatse met behulp van eenheden die als tegoed opgenomen dienen te zijn op de toegangspas.
3.1De belasting naar de maatstaf als bedoeld in artikel 4, onderdeel f is gelijk aan het volgende aantal eenheden (‘tikken’ op de toegangspas van de milieustraat):
3.1.1per bezoek met een maximale hoeveelheid afvalstoffen (grof huisvuil/groenafval) van twee m3, of gedeelte daarvan, of een maximale hoeveelheid puin van een halve m3 of gedeelte daarvan, indien gebruik wordt gemaakt van een:
Een nadere omschrijving van de hiervoor bedoelde vervoermiddelen is gedefinieerd in het ‘Reglement milieustraat Rucphen’