Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 gemeente Roosendaal |
Citeertitel | Beleidsregel individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Roosendaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 27-10-2014 Gemeenteblad 2014 nr. 79678; Roosendaalse Bode 31-12-2014 | 1238 |
Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 27 oktober 2014,
Gelet op artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 36 van de Participatiewet en artikel 2 van de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 gemeente Roosendaal;
vast te stellen de volgende beleidsregels:
BELEIDSREGEL INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE ROOSENDAAL
Artikel 2. Rechthebbende individuele inkomenstoeslag
Tot de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval gerekend:
de krachten en bekwaamheden van de persoon;
Als de persoon met zijn krachten en bekwaamheden geen zicht heeft op inkomensverbetering, is er recht op een individuele inkomenstoeslag.
Wanneer de belanghebbende gedurende 36 maanden voor de peildatum een inkomen heeft ontvangen wat lager is dan 101% van de bijstandsnorm, dan wordt de belanghebbende geacht met zijn krachten en bekwaamheden geen zicht op inkomensverbetering te hebben.
de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.
Een persoon met algemene bijstand op grond van de Participatiewet, of een IOAW- of IOAZ-uitkering, wordt geacht voldoende inspanningen te hebben verricht om tot inkomensverbetering te komen, als jegens hem gedurende 36 maanden voor de peildatum geen maatregel is opgelegd wegens schending van de arbeids- en/of re-integratieverplichtingen.
Artikel 3. Onderzoek naar inspanningen in andere gevallen
In de volgende gevallen hoeft geen onderzoek naar de inspanningen te worden verricht:
Personen die in de referteperiode zakgeld van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) hebben ontvangen, kunnen in aanmerking komen voor een individuele inkomenstoeslag. Ten aanzien van deze personen wordt over de periode waarin de belanghebbende in het AZC verbleef geen onderzoek ingesteld naar de inspanningen om tot inkomensverbetering te komen.
In alle andere gevallen moet de aanvrager gegevens aanleveren waaruit blijkt dat hij zich voldoende heeft ingespannen om tot inkomensverbetering te komen. Als het gaat om iemand met een uitkering van het UWV kunnen de gegevens daar worden geverifieerd. Men moet de afgelopen 36 maanden ingeschreven hebben gestaan bij het UWV WERKbedrijf en over de laatste 6 maanden sollicitatieactiviteiten aantonen.