Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluit ex. art. 6.5 lid 3 Besluit omgevingsrecht |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit ex. art. 6.5 lid 3 Besluit omgevingsrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Besluit omgevingsrecht, art. 6.5 lid 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2014 | nieuwe regeling | 27-11-2014 | 003895 |
De raad van de gemeente Winterswijk;
het college van burgemeester en wethouders bevoegd is om omgevingsvergunningen te verlenen waarbij afgeweken wordt van een bestemmingsplan;
bij het verlenen van een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de gemeenteraad van te voren om een verklaring van geen bedenkingen gevraagd moet worden;
op grond van artikel 6.5 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht de gemeenteraad een categorie van gevallen mag aanwijzen waarin geen verklaring van geen bedenkingen nodig is;
de gemeenteraad op 29 juni 2011 een categorie van gevallen heeft aangewezen waarbij alle gevallen als categorie zijn aangewezen;
naar aanleiding van jurisprudentie het waarschijnlijk is dat deze aanwijzing te ruim geformuleerd is en de kans groot is dat de aanwijzing onverbindend verklaard wordt wanneer dit in een beroepszaak aan de orde gesteld wordt;
het wenselijk is om een nieuw aanwijzingsbesluit te nemen om te voorkomen dat bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning waarbij een verklaring van geen bedenkingen nodig is een dergelijke verklaring van de raad gevraagd moet worden;
het efficiënt is om de categorie van gevallen zo ruim mogelijk te definiëren;
bij het definiëren van de categorie van gevallen aansluiting gezocht wordt bij het door de gemeenteraad vastgestelde ruimtelijk beleid;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 28 oktober 2014, nr. 003895;