Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening Gemeente Winterswijk 2009 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Gemeente Winterswijk 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet milieubeheer, art. 10.23, Gemeentewet, art. 149
Uitvoeringsregeling Afvalstoffenverordening Winterswijk 2009, in werking getreden op 29-4-2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-04-2009 | 05-01-2016 | Nieuwe regeling | 26-03-2009 Winterswijkse Weekkrant, 07-04-2009 | 2009, nr. III-8 |
Paragraaf 1: Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of –voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats waarbij de daadwerkelijke overdracht plaatsvindt op het moment dat de afvalstoffen in het inzamelmiddel of in de inzamelvoorziening zijn gebracht;
Paragraaf 2: Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 3 Afzonderlijke inzameling
Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:
a. groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval);
b. klein chemisch afval (KCA);
c. glas(flesengas en vlakglas);
f. elektrische en elektronische apparatuur waaronder verlichtingsapparatuur;
Paragraaf 3: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan anderen dan de inzameldienst en andere inzamelaars, en aan personen en instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Indien voor de gebruiker van een perceel voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 4, tweede lid mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening is aangewezen, is het voor de gebruiker van dat perceel verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.
Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau
Paragraaf 4: Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 17 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden
Artikel 20 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 23 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
Artikel 24 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze met inbegrip van de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau
Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan een brengdepot
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel
Artikel 15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Artikel 19 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
Artikel 20 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Artikel 21 Achterlaten van straatafval
Artikel 22 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Artikel 23 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Artikel 24 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Artikel 25 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Artikel 26 Verbod opslag van afvalstoffen
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening als bedoeld in artikel 31, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening als bedoeld in artikel 31, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste of tweede lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het derde lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 31, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 27, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 31, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voorzover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.