Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Tegenprestatie Participatiewet gemeente Súdwest-Fryslân 2015 |
Citeertitel | Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Súdwest-Fryslân |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Súdwest-Fryslân |
Geen
gelet op artikel 8a, eerste lid onder b en artikel 35, eerste lid onder e Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | Onbekend | 18-12-2014 | Onbekend |
Het college bevordert de deelname aan vrijwilligerswerk en draagt er zorg voor dat de belanghebbende in meer of mindere mate vrijwilligerswerk verricht.
Indien een belanghebbende mantelzorg verricht, zal het college de deelname aan vrijwilligerswerkzaamheden daarop afstemmen.
Artikel 5. Afzien van tegenprestatie
Het college ziet af van het opleggen van een tegenprestatie als bedoeld in artikel 2 1e lid van deze verordening voor zover de belanghebbende enige vorm van vrijwilligerswerk verricht dan wel ontheven is van het verrichten van vrijwilligerswerkzaamheden dan wel dat er sprake is van het verrichten van mantelzorg.
Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 8a, eerste lid, onder b, van de Participatiewet. Overeenkomstig deze bepaling dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen met betrekking tot de tegenprestatie als bedoeld in artikel 9, eerste lid onder c, van de Participatiewet en artikelen 37, eerste lid onder f, van de IOAW en IOAZ.
Het college kan een tegenprestatie opleggen. De gemeente Súdwest-Fryslân / Littenseradiel bevordert het vrijwilligerswerk en ziet het vrijwilligerswerk als een eerste stap naar re-integratie. Hiervoor ligt een inclusieve opdracht voor alle belanghebbenden, een opdracht die in de gebiedsteams en met ondersteuning van de “stipepunten” zal worden opgepakt. Het opleggen van een tegenprestatie is daarom overbodig ook omdat de tegenprestatie geen eerste stap naar re-integratie kan zijn.
In artikel 4 van deze verordening is opgenomen dat het verrichten van mantelzorg een mogelijke beperking kan zijn bij het verrichten van vrijwilligerswerkzaamheden.
Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) of de Gemeentewet zijn vanzelfsprekend ook van toepassing op deze verordening. Hiervan zijn in deze verordening daarom geen begripsomschrijvingen opgenomen.
In dit artikel wordt de wettelijke omschrijving van de tegenprestatie zoals opgenomen in de genoemde artikelen.
In dit artikel wordt het college opgedragen om de deelname aan vrijwilligerswerk te bevorderen en dat elke belanghebbende in meer of mindere mate vrijwilligerswerk verricht. Het college kan voor het invullen van die opdracht gebruik maken van het in de gemeenten bestaande netwerk, de stipepunten. Vrijwilligerswerk dient in dit kader meer als een opstap naar re-integratie te worden beschouwd.
Het verrichten van mantelzorg is een belangrijk onderdeel in de Wmo 2015, gebruik maken van het eigen netwerk. Mantelzorg is een vorm van vrijwilligerswerk en de inzet voor vrijwilligerswerk zal daarom hierop worden afgestemd.
Artikel 5 Afzien van tegenprestatie
De nadruk ligt op re-integratie, vrijwilligerswerk kan daarvoor een eerste opstap zijn. Indien belanghebbende enige vorm van vrijwilligerswerk verricht, eventueel afgestemd op het verrichten van mantelzorg, hebben die werkzaamheden de voorkeur boven het verrichten van een onbeloonde maatschappelijke activiteit. Slechts aan die belanghebbenden die geen enkele vorm van vrijwilligerswerk, wel of niet afgestemd, zal het verrichten van een tegenprestatie als bedoeld in artikel 9 of artikel 37 IOAW / IOAZ worden opgelegd.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. De nieuwe verordening gaat onmiddellijk werken voor alle situaties.