Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Beleidsregels voor toegang voetgangersgebied Lunteren Centrum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor toegang voetgangersgebied Lunteren Centrum
CiteertitelBeleidsregels toegang voetgangersgebied Lunteren centrum
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In deze beleidsregels is onder andere vastgelegd onder welke voorwaarden een belanghebbende in aanmerking komt voor een ontheffing voor betreden van het voetgangersgebied buiten de vastgestelde laad- en lostijden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 1.3, lid 4
  2. Wegenverkeerswet 1994, art. 149
  3. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, art. 87

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-02-2008nieuwe regeling

12-02-2008

Ede-Stad

ONT 2008 2558

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor toegang voetgangersgebied Lunteren Centrum

Het college van burgmeester en wethouders van Ede;

 

gelet op het bepaalde in artikel 1.3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 149 Wegenverkeerswet 1994 en artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

 

besluit vast te stellen: Beleidsregels voor het verstrekken en wijzigen van ontheffingen ten behoeve van toegang tot voetgangersgebied Lunteren centrum.

­

 

HOOFDSTUK A BEGRIPSBEPALING

Artikel 1

Deze beleidsregels verstaan onder:

  • a.

    voetgangersgebied: het gebied dat wordt begrensd door de borden G7-zonaal en G8-zonaal van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) omvattende de Dorpsstraat tussen Nieuwe Erf en Klomperweg;

  • b.

    ontheffing: een in de zin van artikel 87 RVV 1990 door het college van burgemeester en wethouders te verlenen ontheffing, krachtens welke het is toegestaan om met een voertuig het voetgangersgebied of een gedeelte daarvan in- en uit te rijden;

  • c.

    ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;

  • d.

    winkelsluitingstijd: de op dit moment toegepaste en gangbare winkelsluitingstijden in Ede, namelijk: maandag t/m donderdag 18.00 uur; vrijdag 21.00 uur en zaterdag 17.00 uur;

  • e.

    laad- en lostijden: de in artikel 8 van deze beleidsregels genoemde tijden waarin het voetgangersgebied toegankelijk is om te laden en lossen;

  • f.

    laden en lossen: het onmiddellijk, nadat het voertuig dichtbij de bezorgplaats of ophaalplaats tot stilstand is gebracht, bij voortduring in- en uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht (bevoorrading) die bezwaarlijk anders dan per motorvoertuig kunnen worden vervoerd, gedurende de tijd die daarvoor nodig is;

  • g.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 z. het RVV 1990;

  • h.

    bewoner: degene die volgens de in de gemeentelijke basisadministratie beschikbare persoonsgegevens woonachtig is in het voetgangersgebied;

  • i.

    ondernemer/instelling: (een exploitant van) een bedrijf/instelling die/dat gevestigd is in het voetgangersgebied. Hiertoe behoren ook de kerkelijke instellingen;

  • j.

    parkeergelegenheid op eigen terrein: een parkeerplaats op terrein of in een garage in het voetgangersgebied in eigendom bij, uitgegeven in erfpacht of verhuurd aan de aanvrager van de ontheffing;

  • k.

    calamiteit: een (natuur)ramp of een niet-verwachte gebeurtenis die ernstige schade kan veroorzaken of een alarmering van een inbraakalarm;

  • l.

    bedrijfsauto, gedeeltelijk wordt aangesloten op de omschrijving in artikel 1.1, onder h, van het Voertuigreglement: een motorvoertuig op vier of meer wielen, niet zijnde een motorvoertuig met beperkte snelheid of een landbouwtrekker en:

    • ·

      ingericht voor het vervoer van goederen en/of ingericht voor het uitvoeren van werkzaamheden;

    • ·

      aangeduid als bedrijfsauto blijkens het afgegeven kentekenbewijs.

  • m.

    nachtelijke uren: van 0.00 uur tot 07.00 uur;

  • n.

    voertuighouder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.

HOOFDSTUK B PROCEDURES

Artikel 2 Aanvraag ontheffing

  • 1.

    Een aanvraag om ontheffing voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied met een motorvoertuig moet schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend.

  • 2.

    Bij de aanvraag dienen de hiernavolgende gegevens en bescheiden te worden overgelegd:

    • ·

      volledig ingevuld en van handtekening voorzien aanvraagformulier;

    • ·

      geldig rijbewijs en kentekenbewijs van het motorvoertuig;

    • ·

      indien van toepassing de aantoonbaarheid van parkeerplaats op eigen erf in het voetgangersgebied;

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen over de inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag en de in het tweede lid bedoelde bescheiden.

Artikel 3 Onvolledigheid ingediende bescheiden

Indien de aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 gestelde eisen, stelt het college binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag de aanvrager in de gelegenheid deze binnen twee weken nadat hem dit is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

Artikel 4 Beslissingstermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na de ontvangst van de aanvraag om een ontheffing;

  • 2.

    Het college kan deze beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen. Voor afloop van de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn wordt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5 Geldigheid

  • 1.

    Een ontheffing wordt afgegeven voor één kalenderjaar tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald;

  • 2.

    Indien een ontheffing gedurende het lopende kalenderjaar is afgegeven, is de ontheffing geldig tot het einde van dat kalenderjaar, tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald;

  • 3.

    Een ontheffing voor het volgende kalenderjaar dient tenminste vijf weken voor het einde van het lopende kalenderjaar te worden aangevraagd.

Artikel 6 Gegevens, voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Een ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • ·

      naam en adres van de ontheffinghouder;

    • ·

      het kenteken en/of andere kenmerken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend;

    • ·

      de periode waarvoor de ontheffing geldt en het tijdvak gedurende welke de ontheffing kan worden gebruikt;

    • ·

      het gebied waarvoor de ontheffing geldt;

    • ·

      een omschrijving van de verboden waarvan ontheffing is verleend.

  • 2.

    Het college kan aan een ontheffing voorschriften verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het verbeteren van de leefbaarheid en bereikbaarheid van de binnenstad, een goede handhaving van de wegenverkeerswetgevingen, de daarop gebaseerde besluiten, het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers.

  • 3.

    Indien het verkeersbelang, het belang van openbare orde of veiligheid of andere dringende omstandigheden dat noodzakelijk maken, is het college bevoegd tijdelijk in het voetgangersgebied afwijkende maatregelen te treffen.

  • 4.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing zijn leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente Ede.

  • 5.

    De Legesverordening bepaalt voor elke categorie weggebruiker de hoogte van de verschuldigde leges.

  • 6.

    Nadat de ontheffing is verleend, ontvangt de ontheffinghouder een pasje waarmee toegang tot het voetgangersgebied wordt verkregen. Voor dit pasje wordt een borgsom in rekening gebracht.

  • 7.

    De ontheffing moet in het voetgangersgebied duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het motorvoertuig aanwezig zijn.

  • 8.

    De ontheffinghouder dient in het voetgangersgebied stapvoets te rijden.

  • 9.

    Taxi’s komen niet in aanmerking voor een ontheffing.

Artikel 7 Intrekkings- en wijzigingsgronden

  • 1.

    Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen:

    • a)

      op verzoek van de ontheffinghouder;

    • b)

      indien zich een wijziging voordoet in (één van) de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

    • c)

      indien de ontheffinghouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen;

    • d)

      indien blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • e)

      indien sprake is van misbruik van de ontheffing;

    • f)

      indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend;

    • g)

      bij in gebreke blijven van de betaling van de leges bedoeld in artikel 6, vierde lid;

    • h)

      na overlijden van de ontheffinghouder.

  • 2.

    De ontheffinghouder wordt, indien mogelijk, gehoord over het voornemen om de ontheffing in te trekken.

  • 3.

    Indien sprake is van misbruik van de ontheffing conform lid 1 sub e van dit artikel, waarbij de ontheffing door het college is ingetrokken, zal gedurende het lopende jaar waarvoor de ontheffing is afgegeven geen nieuwe ontheffing worden verstrekt.

HOOFDSTUK C LADEN EN LOSSEN

Artikel 8 Laad- en lostijden

De in het verkeersbesluit Voetgangersgebied Lunteren centrum vastgestelde en op de huidige winkeltijden gebaseerde laad- en lostijden zijn van toepassing:

  • ·

    maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 12.00 uur;

  • ·

    zaterdag van 07.00 uur tot 10.00 uur.

Artikel 9 Inrijden tijdens laad- en lostijden

  • 1.

    Tijdens de laad- en lostijden is het voetgangersgebied toegankelijk voor ontheffinghouders ten behoeve van laden en lossen, zoals omschreven in artikel 1, onder f, van deze beleidsregels.

  • 2.

    Bewoners mogen tijdens laad- en lostijden het voetgangersgebied in- en uitrijden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen en het verplaatsen van en naar de woning.

  • 3.

    Ondernemers/instellingen mogen tijdens laad- en lostijden het voetgangersgebied in- en uitrijden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen en het verplaatsen van en naar de locatie van de ondernemer/instelling.

HOOFDSTUK D TOEGANG VOETGANGERSGEBIED

Artikel 10 Bewoners zonder eigen parkeergelegenheid

  • 1.

    Aan bewoners in het voetgangersgebied kan ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied tijdens de laad- en lostijden en na winkelsluitingstijden, met uitzondering van de nachtelijke uren, voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, zoals omschreven in artikel 1, onder d van deze beleidsregels.

  • 2.

    Er wordt maximaal één bewonersontheffing per adres afgegeven.

  • 3.

    De ontheffing wordt op kenteken gesteld en er zijn maximaal twee kentekenvermeldingen per ontheffing mogelijk.

  • 4.

    De ontheffinghouder dient houder van het voertuig te zijn.

  • 5.

    De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor parkeren in het voetgangersgebied.

Artikel 11 Ondernemers en instellingen zonder eigen parkeergelegenheid

  • 1.

    Aan ondernemers en instellingen gevestigd in het voetgangersgebied kan ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied tijdens de laad- en lostijden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, zoals omschreven in artikel 1, onder d van deze beleidsregels.

  • 2.

    Er wordt maximaal één ontheffing per ondernemer of instelling afgegeven, tenzij de aanvrager kan aantonen dat meerdere ontheffingen voor de bedrijfsvoering noodzakelijk wordt geacht.

  • 3.

    De ontheffing wordt afgegeven op kenteken of bedrijfsnaam;

  • 4.

    De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor parkeren in het voetgangersgebied.

Artikel 12 Bewoners, ondernemers en instellingen met eigen parkeergelegenheid

  • 1.

    Aan bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden in het voetgangersgebied met parkeergelegenheid op eigen terrein kan ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied. Met deze ontheffing mag de ontheffinghouder te allen tijde het voetgangersgebied in- en uitrijden.

  • 2.

    Het maximale aantal ontheffingen per adres, ondernemer of instelling, zoals bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan het aantal per adres beschikbare parkeerplaatsen op eigen terrein.

  • 3.

    De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor parkeren in het voetgangersgebied.

  • 4.

    De ontheffing wordt afgegeven op kenteken of bedrijfsnaam;

  • 5.

    Er zijn maximaal twee kentekenvermeldingen per ontheffing mogelijk;

  • 6.

    Bij de bewonersontheffing dient de bewoner de houder van het voertuig te zijn.

Artikel 13 Tijdelijke ontheffingen voor bouw-, installatie- reparatie- en verhuisverkeer

  • 1.

    Een tijdelijke ontheffing voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied ten behoeve van het in- en uitladen van gereedschap, apparatuur, materialen e.d. tijdens en buiten de laad- en lostijden met uitzondering van de nachtelijke uren, kan worden verleend voor bedrijven die zich bezighouden met bouw-, installatie-, reparatiewerkzaamheden in het voetgangersgebied.

  • 2.

    Een tijdelijke ontheffing voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied ten behoeve van een verhuizing tijdens en buiten de laad- en lostijden met uitzondering van de nachtelijke uren kan worden verleend voor bedrijven/instellingen en bewoners in het voetgangersgebied. Met deze ontheffing mag de ontheffinghouder het voetgangersgebied in voor onmiddellijk laden en lossen. De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor parkeren in het voetgangersgebied.

  • 3.

    De aanvrager dient aan te tonen dat de goederen, gereedschappen of materialen niet op andere wijze kunnen worden afgeleverd of afgehaald.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde tijdelijke ontheffing kan worden uitgebreid met een ontheffing voor het parkeren in het voetgangersgebied, indien de aanvrager bovendien aantoont dat:

    • ·

      de nabijheid van het voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;

    • ·

      in redelijkheid niet kan worden verlangd, dat de in het voertuig aanwezige gereedschappen en/of materialen worden uitgeladen.

  • 5.

    De in dit artikel genoemde ontheffingen worden niet verleend voor motorvoertuigen waarvan het kenteken op naam staat van een ondernemer die gevestigd is in het voetgangersgebied.

  • 6.

    De in dit artikel genoemde ontheffingen worden alleen verleend voor bedrijfsauto’s.

  • 7.

    De ontheffing wordt op kenteken of bedrijfsnaam gesteld.

  • 8.

    De in dit artikel genoemde ontheffingen worden verleend voor maximaal een half jaar.

  • 9.

    De voorwaarden van het vierde tot en met het zesde lid gelden niet ten aanzien van het tweede lid van dit artikel.

Artikel 14 Hulpdiensten

Hulpdiensten: politie, ambulance en brandweer, mogen te allen tijde het voetgangersgebied in- en uitrijden indien:

  • ·

    de motorvoertuigen worden gebruikt voor de rechtmatige uitoefening van hun functie;

  • ·

    het gebruik van het voertuig noodzakelijk is voor de functie-uitoefening.

Aan de hulpdiensten kan op verzoek een transponder worden verleend. Voor deze transponder kan een borgsom in rekening worden gebracht. In geval van aantoonbare nalatigheid door betrokkene, worden de kosten voor een vervangende transponder in rekening gebracht bij betrokkene.

Artikel 15 Storingsdiensten

  • 1.

    Storingdiensten (loodgietersbedrijven, nutsbedrijven, glasleveranciers e.d.) kunnen een ontheffing aanvragen waarmee ze in geval van een storing toegang kunnen krijgen tot het voetgangersgebied.

  • 2.

    Met deze ontheffing mogen storingdiensten te allen tijde het voetgangersgebied in- en uitrijden ter uitvoering van de werkzaamheden.

  • 3.

    De ontheffing wordt op kenteken of bedrijfsnaam gesteld.

  • 4.

    De ontheffing wordt verleend voor maximaal een half jaar.

Artikel 16 Calamiteiten

  • 1.

    Ondernemers of andere belanghebbenden (uitgezonderd bewoners) kunnen een ontheffing aanvragen waarmee ze in geval van een calamiteit, zoals omschreven in artikel 1, onder k van deze beleidsregels, toegang krijgen tot het voetgangersgebied om bij bedrijf of instelling te komen. Aan de ontheffinghouder wordt de zogenoemde strippenkaart verstrekt, waarmee de ontheffinghouder 5 keer het voetgangersgebied kan inrijden.

  • 2.

    De calamiteitenontheffing mag alleen gebruikt worden in geval van een calamiteit na winkelsluitingstijden.

  • 3.

    De calamiteitenontheffing wordt maximaal één keer per jaar verstrekt, tenzij de ontheffinghouder kan aantonen dat binnen de periode van één jaar sprake is geweest van 5 calamiteiten, waarvoor de ontheffinghouder toegang heeft gehad tot het voetgangersgebied om bij bedrijf of instelling te komen.

  • 4.

    De calamiteitenontheffing wordt gekoppeld aan het inrijpasnummer en dus niet op kenteken of naam gesteld.

Artikel 17 Overig

  • 1.

    Als zodanig herkenbare geld- en waardetransporten, transporten met vervoer van bederfelijke goederen gerelateerd aan de bedrijfsvoering, mogen ter uitvoering van hun werkzaamheden het voetgangersgebied te allen tijde in- en uitrijden met uitzondering van de nachtelijke uren.

  • 2.

    Bedrijven of diensten die zich bezighouden met het beheer en onderhoud van openbare ruimten, dan wel andere gemeentelijke diensten, mogen ter uitvoering van hun werkzaamheden het voetgangersgebied in- en uitrijden tijdens laad- en lostijden en na de winkeltijden.

  • 3.

    Bedrijven of diensten die zich bezighouden met het ophalen van vuil/afval mogen ter uitvoering van hun werkzaamheden het voetgangersgebied in- en uitrijden tijdens laad- en lostijden.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot onaanvaardbare gevolgen voor een betrokkene kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregels.

HOOFDSTUK E SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 14 februari 2008.

Deze beleidsregels vervangen eerdere beleidsregels op de datum dat de nieuwe beleidsregels inwerking treden.

Artikel 20 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Lunteren centrum".

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders in de vergadering van 12 februari 2008

Burgemeester en wethouders voornoemd,

drs. J. Miedema

de secretaris

C. van der Knaap

de burgemeester