Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nissewaard

Marktverordening Nissewaard 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNissewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening Nissewaard 2015
CiteertitelMarktverordening Nissewaard 2015 
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentwet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Inrichtingsplan Weekmarkt Nissewaard 2015

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-02-201501-01-2015nieuwe regeling

02-01-2015

Gemeenteblad, 2015, 11750

14.R.00261

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening Nissewaard 2015 

De raad der gemeente Nissewaard;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

gehoord het advies van de Marktcommissie d.d. 30 september 2014;

besluit:

de Marktverordening Nissewaard 2015 vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1.

    Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      aanduiding van de wijze waarop nieuwe vaste standplaatsvergunningen, dagplaatsvergunningen en standwerkvergunningen kunnen worden verstrekt;

    • d.

      dat het verbod om te bedienen zonder vergunning geldt.

  • 2.

    Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste standplaatsvergunning;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste stand¬plaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3.

    Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste standplaatsvergunning, zonder diens bericht, om 08:30 uur nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

  • 4.

    Het inrichtingsplan is gedurende markttijd bij de markt aanwezig en in te zien.

Artikel 3. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden, op een markt zonder vaste standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vaste standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4.

    Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en die door een aansprekende uiteenzetting probeert publiek over te halen artikelen te kopen.

  • 5.

    Het is verboden, zonder bedienvergunning van burgemeester en wethouders vergunninghouders en degenen die hen vervangen of bijstaan tegen betaling te voorzien van voedsel of dranken bestemd voor consumptie ter plaatse. Een bedienvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 6.

    Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 7.

    Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 4. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot het intrekken van een vaste standplaatsvergunning of van een bedienvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste standplaatsvergunningen

Artikel 5. Selectiestelsel

  • 1.

    Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 2.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving op de gemeentelijke website

  • 3.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      de plaats op de anciënniteitslijst op 31 december 2014 (80)

    • b.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (20);

    • c.

      de uitstraling van de uitstalling (20);

    • d.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);

    • e.

      of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20).

    Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders leggen de aanvragen om advies voor aan een door hen te benoemen vaste commissie van 7 personen , waarin in elk geval de marktkooplieden van de verschillende markten in de verschillende kernen zijn vertegenwoordigd en van wie de verantwoordelijk bestuurder voorzitter is en waarvan de marktmeester als adviseur deel uitmaakt.

Artikel 6. Overschrijven vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag worden overgeschreven op een door de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator voorgedragen gegadigde. In dat geval kunnen burgemeester en wethouders de overschrijving weigeren als de gegadigde naar hun oordeel niet voor een vaste standplaats¬vergunning in aanmerking komt gelet op de in artikel 5, derde lid, genoemde factoren.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6.

    Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste standplaatsvergunning (voor de betrokken markt) beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 7. Intrekking en vervallen vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders trekken een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder, of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 9.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder niet meer voldoet aan het in de vergunning vermelde aantal punten, dat bij de selectie is toegekend;

    • c.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • d.

      als van de vergunning gedurende ten minste drie maanden geen gebruik is gemaakt; of

    • e.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 8 aangewezen vervanger zijn standplaats, zonder eerder tegenbericht, niet uiterlijk om 08:30 uur heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1.

    De houder van een vaste standplaatsvergunning kan de hem toegewezen standplaats laten innemen door een vervanger. Daarvan doet hij tevoren mededeling aan de marktmeester, tenzij redelijkerwijs niet van hem verlangd kan worden dat hij deze mededeling voor aanvang van de markt doet.

  • 2.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten -behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid- en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen, standwerkers en bediening

Artikel 9. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 8.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór 08:30 bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnd branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden,

    • b.

      de uitstalling zodanig hebben ingericht dat deze qua uitstraling niet past bij de markt en daarvan zodanig afwijkt dat sprake is van een exces, of

    • c.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 10. Standwerkvergunning

  • 1.

    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 9, tweede tot en met vijfde lid.

  • 2.

    Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Artikel 11. Bedienvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een bedienvergunning verlenen. De vergunning vermeldt voor welke artikelen ze geldt.

  • 2.

    Artikel 8, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 12. Bijstand

De houder van een vaste standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 13. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt of die handelt met een bedienvergunning, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 14. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is een vergunninghouder verboden meer dan 3 uur voor de aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 15. Markt schoonhouden

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 16. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 17. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 18. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 19. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.
  • 2.

    Een krachtens die oude verordeningen verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3.

    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder die oude verordeningen, maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 21. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Nissewaard 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeente Nissewaard van 2 januari 2015,

de griffier,

S.J.M. Mackaij

de voorzitter,

M. Salet