Organisatie | Wierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Reclamebelasting 2015 |
Citeertitel | Verordening Reclamebelasting 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 227 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 21-09-2017 | Onbekend | 09-12-2014 De Driehoek, 17 december 2014 | 14-00820 |
Besluit van de gemeenteraad van Wierden over vaststelling Verordening Reclamebelasting 2015.
De raad, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2014;
gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2015
Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg voor de centrumgebieden in Wierden en Enter. Deze gebieden zijn nader aangeduid in de bijlagen 1 en 2 van deze verordening.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag van € 319,80 voor één of meerdere openbare aankondigingen, met in achtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting
Voor de toepassing van dit artikel worden openbare aankondigingen die bij één bouwwerk of gedeelte daarvan behoren, aangemerkt als één openbare aankondiging. Indien meerdere bouwwerken of gedeelten daarvan naast elkaar zijn gelegen en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige, worden de openbare aankondigingen die bij deze bouwwerken of gedeelten daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als één openbare aankondiging.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting. De aanvang van de belastingplicht is de datum van inschrijving, waarbij de maand van inschrijving voor een volle maand wordt gerekend.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting. De belastingplicht eindigt op de datum van uitschrijving, waarbij de maand van uitschrijving niet in rekening wordt gebracht.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. In afwijking van de eerste volzin geldt, in geval het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen, tenzij er binnen het belastingjaar minder dan 10 maanden resteren, dan wordt het aantal termijnen gelijkgesteld met het aantal resterende maanden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
1.De Verordening Reclamebelasting 2014”, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2013,
nummer 13-00684, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die
zich voor die datum hebben voorgedaan.