Organisatie | Son en Breugel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet 2015 |
Citeertitel | Verordening clientenparticipatie Participatiewet 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 47 van de Participatiewet;
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 20-03-2018 | Onbekend | 18-12-2014 23 december 2014 De Brug. Gemeenteblad 30 december 2014 | 14.11077 |
Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van de gemeente, het college, de cliëntenraad en de secretaris
Artikel 3. Ondersteuning cliëntenraad
Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad. Hiertoe:
Artikel 5. Werkwijze van de cliëntenraad
Deze verordening regelt de uitgangspunten van de cliëntenraad. De verdere invulling en
praktische werkwijze van de cliëntenraad zijn vastgelegd in het Reglement CLIP van
de cliëntenraad Son en Breugel vastgesteld door het college. Na vaststelling van deze verordening zal het bestaande reglement worden afgestemd op de verordening. Om eventuele strijdigheid tussen verordening en het bestaande reglement te ondervangen is in de slotbepalingen opgenomen dat de verordening in dat geval voorgaat.
Artikel 8. Vergoeding aan de leden
Aan de voorzitter en de leden van de Cliëntenraad wordt een vergoeding voor het
bijwonen van de vergaderingen verstrekt. De hoogte van deze vergoedingen wordt vastgesteld door het college.
Artikel 9: Geheimhoudingsplicht
De leden van de Cliëntenraad nemen kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de
Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de geheimhouding van informatie. Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van het college, zal de cliëntenraad informatie en gegevensdragers die hem ter beschikking staan niet aan derden kenbaar maken.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.
Jaarlijks wordt tussen de cliëntenraad en de gemeente geëvalueerd of de gekozen opzet van de cliëntenraad voldoet. De cliëntenraad brengt verslag uit van deze evaluatie in het jaarverslag.
1.Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels
2.Daar waar het Reglement CLIP afwijkt van de bepalingen in deze verordening, prevaleert
Artikel 13. Intrekken oude verordening
De Verordening Cliëntenparticipatie Wwb en Wij 2009 wordt ingetrokken per 1 januari 2015.
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.
Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college en kandidaten voordragen voor lidmaatschap van de cliëntenraad (eerste lid). Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).
Er is uitdrukkelijk voor gekozen om de cliëntenraad uit zijn midden de voorzitter te benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt. De secretaris verzorgt met de voorzitter de agendering. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van vier jaar.
Artikel 2. Taken van het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk secretaris advies vragen aan de cliëntenraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Als de adviesaanvraag uiterlijk vier weken voorafgaand aan de datum waarop de gemeente voornemens is het beleid vast te stellen, wordt toegezonden aan de cliëntenraad, dan kan het advies van de cliëntenraad van wezenlijke invloed zijn op het door de gemeenteraad of het college te nemen besluit.
Het wordt belangrijk geacht dat de cliëntenraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.
Artikel 3. Ondersteuning cliëntenraad
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de cliëntenraad wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad.
Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad
De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. Het advies wordt uiterlijk vijf werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.
Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de cliëntenraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken. Ieder lid van de cliëntenraad is bevoegd agendapunten aan te dragen.
Artikel 6. Taken van de secretaris
De secretaris vormt de ambtelijke schakel tussen de gemeenteraad en het college en de cliëntenraad. De secretaris zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen.
Artikel 7. Budget cliëntenraad
Het budget is ter vrije besteding van de cliëntenraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten (tweede lid).
De cliëntenraad moet jaarlijks achteraf verantwoording afleggen over de besteding van de middelen, zoals vastgelegd in het derde lid.
Artikel 9 Geheimhoudingsplicht
Om een goed advies uit te kunnen brengen, neemt de Cliëntenraad soms in een
vroeg stadium kennis van beleidsvoornemens. Daarvoor zullen vaak conceptbeleidsstukken
overgelegd worden. Omdat beleid pas openbaar wordt na besluitvorming door het college,
geldt tot dat moment voor de Cliëntenraad de geheimhoudingsplicht.
Dit houdt onder andere in dat de Cliëntenraad (de inhoud van) nog niet vastgestelde
beleidsplannen niet verspreidt onder anderen dan zijn leden, en ook zijn leden zich aan de
geheimhoudingsplicht houden. Na schriftelijke toestemming van de gemeente mag de Cliëntenraad (de inhoud) van beleidsplannen openbaar maken. Een openbaar besluit van het college van burgemeester en wethouders mag beschouwd worden als schriftelijke goedkeuring van de gemeente.