Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 226
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2011 | Onbekend | 18-12-2008 Weekblad Bergen op Zoomse Bode 31-12-2008 | RVB08-0173 | |
01-01-2008 | 20-12-2007 Weekblad Bergen op Zoomse Bode 14-12-2003 | 2007, RVB07-0158 | |||
01-01-2007 | 06-11-2006 Weekblad Bergen op Zoomse Bode 14-12-2003 | 2006, SM/06/08 | |||
01-01-2005 | 09-11-2004 Weekblad Bergen op Zoomse Bode 14-12-2003 | 2004, SM/04/09 | |||
22-12-2003 | 13-11-2003
| 2003, SM/03/17 |
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 4. MAATSTAF VAN HEFFING
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 8. ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN HEFFING NAAR TIJDSGELANG
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Voor belastingbedragen met een positief totaal van minder dan € 5,-- vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde belastingen en/of heffingen aangemerkt als één belastingbedrag
Artikel 9. TERMIJN VAN BETALING
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval:
de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande, dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal 4 telt.
De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.
Artikel 10. NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.