Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leusden

Verordening tegenprestatie 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeusden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening tegenprestatie 2015
CiteertitelVerordening tegenprestatie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147 
  2. Participatiewet, art. 8, eerste lid onderdeel b 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015nieuwe regeling

18-12-2014

zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-82348.html, 31-12-2014

237826

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening tegenprestatie 2015

De raad van de gemeente Leusden;

heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 11 november 2014

overwegende dat binnen de beleidsuitgangspunten van ‘’Doen wat je kunt’’ en ‘’Verantwoord kiezen’’ en het streven naar een sluitende aanpak iedereen naar vermogen actief is en doet wat er van hem verwacht wordt;

heeft artikel 147 van de Gemeentewet gelezen, alsmede artikel 8, eerste lid onderdeel b van de Participatiewet;

Besluit

De “Verordening tegenprestatie” vast te stellen

Verordening tegenprestatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Tegenprestatie: het verrichten van naar vermogen vrijwillig en door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

  • 2.

    Vrijwilligerswerk: elke vorm van onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteit, ongeacht de inhoud, duur en intensiteit van de activiteit, al dan niet in georganiseerd verband, die niet leidt tot verdringing op de arbeidsmarkt en concurrentievervalsing.

Artikel 2 Verslag over arbeid

  • 1.

    Het college brengt jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad over de inzet en doeltreffendheid van het re-integratie- en participatiebeleid waarvan de tegenprestatie integraal onderdeel uitmaakt.

  • 2.

    Bij het verslag, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt de Platform Sociale Zekerheid betrokken.

Hoofdstuk 2 Tegenprestatie naar vermogen

Artikel 3 Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1.

    Het college kan op basis van maatwerk het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten, die additioneel van aard zijn, vragen van bijstandsgerechtigden.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten passen binnen een op basis van maatwerk opgesteld plan van aanpak dat gericht is op re-integratie op de arbeidsmarkt of, als dat (nog) niet haalbaar is, op de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie anderszins.

  • 3.

    Bij het opstellen en uitvoeren van het in het tweede lid genoemde plan van aanpak worden de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden en het vermogen van de belanghebbende in aanmerking genomen.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 4 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening tegenprestatie”.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze Verordening Tegenprestatie treedt in werking op 1 januari 2015.

Aldus vastgesteld door de raad van Leusden, in de openbare vergadering van 18 december 2014

mevrouw mr. J.S.Y. Houtman mevrouw drs. A. Vermeulen

griffier voorzitter

Algemene toelichting

Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die tegenprestatie niet direct samenhangt met arbeidsinschakeling. Een belanghebbende van achttien jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd is vanaf de dag van melding gehouden naar vermogen een tegenprestatie te verrichten. Dit is vastgelegd in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet. De tegenprestatie bestaat uit de plicht om naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten, naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

Doen wat je kunt

In Leusden hanteren we een sluitende aanpak. Dat wil zeggen dat we er naar streven om iedere belanghebbende vanaf het moment dat hij aangeeft in bijstandsbehoeftige omstandigheden te verkeren (datum melding UWV), die ondersteuning te bieden die hij nodig heeft. Dat kan variëren van een korte, intensieve ondersteuning bij het vinden van werk (WorkFast) tot verwijzing naar specifieke hulpverlening (hetzij rechtstreeks, hetzij via het wijkteam) bij enkelvoudige of complexe problematiek. Daar tussenin is een breed scala van ondersteuning en inzet van instrumenten en voorzieningen beschikbaar om iedereen weer zo snel mogelijk terug te laten keren op de arbeidsmarkt. En als dat (nog) niet mogelijk is op andere wijze naar vermogen te laten participeren in de samenleving.

Iedereen wordt geacht zelfstandig in zijn bestaan te kunnen voorzien door middel van werk. Als dat (tijdelijk) niet mogelijk is en er geen andere voorzieningen beschikbaar zijn, heeft de gemeente de taak hen te helpen met zoeken naar werk en, zo lang dat niet gevonden is, met inkomensondersteuning. Daarbij vragen we van alle cliënten maximale inzet, dus te doen wat ze kunnen om zo snel mogelijk weer in eigen onderhoud te kunnen voorzien. Van hen die langduriger bijstandsafhankelijk zijn vragen we een maximale inspanning om naar vermogen anderszins te participeren en zo een bijdrage te leveren aan de samenleving en/of te werken aan het oplossen van problemen die een drempel vormen voor maatschappelijke participatie. We hebben iedereen in beeld en maken, mede in samenspraak met de cliënt en op basis van maatwerk een individueel plan van aanpak (voorheen trajectplan). De cliënt is verplicht zich volledig in te zetten aan de hand van het opgestelde plan van aanpak. Daarin zit voor ons het wederkerigheidsprincipe: tegenover het bijstandsrecht bestaat de verplichting om er alles aan te doen weer zelfstandig in het bestaan te kunnen voorzien of anderszins naar vermogen maatschappelijk actief te zijn.

De Participatiewet is gebaseerd op de ambitie om iedereen in staat te stellen als volwaardig burger mee te doen en bij te dragen aan de samenleving. Deze ambitie is reeds sinds jaren verwoord in het participatie- en re-integratiebeleid van onze gemeente. Daarbij gaat werk boven uitkering.

Onder de bijstandsgerechtigden van Leusden is een grote groep die al maximaal maatschappelijk actief is en vrijwilligerswerk verricht. Ook is er een groep belanghebbenden die dusdanige problemen heeft op persoonlijk, financieel, fysiek of psychisch gebied dat ze (vooralsnog) niet in staat zijn maatschappelijk te participeren. Zij worden ondersteund door (specialistische) hulpverlening. Als een maatschappelijk zinvolle activiteit daarbij van nut kan zijn of mogelijk is, wordt daarop ingezet. De groep bijstandsgerechtigden die kan werken wordt optimaal gestimuleerd en ondersteund met een kort of langer durend re-integratietraject.

Binnen het beschreven beleid kiezen we er voor de tegenprestatie niet specifiek te benoemen, maar onderdeel te laten zijn van de verplichting om te doen wat men kan. Daarmee maken we optimaal gebruik van de beleidsvrijheid die gemeenten hebben om al dan niet de tegenprestatie te verplichten.

Afstemmen

Bij het niet nakomen van de re-integratie- en participatieverplichtingen geldt dat de bijstand kan worden afgestemd overeenkomstig de Verordening maatregelen Participatiewet, IOAW en IOAZ . De plicht tot het uitvoeren van een tegenprestatie is daarbij vervat in de integraal opgelegde verplichting aan elke bijstandsgerechtigde om te doen wat hij kan.

Bevoegdheid opdragen tegenprestatie

De bevoegdheid van het college om een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten geldt al sinds 1 januari 2012. De regering meent dat de tegenprestatie voor uitkeringsgerechtigden een mogelijkheid biedt om te blijven participeren in de samenleving, een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden en om regelmaat en arbeidsritme te behouden. Dit zijn volgens de regering noodzakelijke voorwaarden om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten (TK 2013-2014, 33 801, nr. 3, p. 29). In Leusden denken we aan deze voorwaarden te voldoen door inzet van ons bestaande re-integratie- en participatiebeleid.

De Wet maatregelen WWB legt de gemeenteraad de verplichting op om bij verordening regels vast te stellen over het opdragen van een tegenprestatie aan mensen met een bijstandsuitkering in de leeftijd van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd. Deze wettelijke plicht is neergelegd in artikel 8a, eerste lid, onderdeel b Participatiewet. Het is aan de gemeente om de vorm, duur, omvang en inhoud van de tegenprestatie te regelen (zie TK 2013-2014, 33 801, nr. 24, p. 6).

Ontwikkelen beleid door college

Het college heeft de opdracht beleid te ontwikkelen ten behoeve van het verrichten van een tegenprestatie en het uitvoeren ervan overeenkomstig de verordening tegenprestatie. Dit volgt uit artikel 7, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet. Het beleid ten behoeve van het verrichten van een tegenprestatie maakt in Leusden integraal deel uit van het huidige re-integratie- en participatiebeleid.

Verslag over beleid

Het college peilt de raad jaarlijks over het gevoerde en te voeren re-integratie- en participatiebeleid en de besteding van het daartoe beschikbare budget. Daarbij besteden we ook aandacht aan de doeltreffendheid van het integrale beleid inzake de participatie-inspanningen van bijstandsgerechtigden.