Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Adviesraad Werk en Inkomen |
Citeertitel | Verordening Adviesraad Werk en Inkomen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
vervangt de Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid
artikel 47 van de Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 25-10-2016 | Onbekend | 15-12-2014 gemeenteblad, 22 december 2014 (onder Vaststelling verordeningen Participatiewet) | doc.nr. 2014.0.111.217 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
De Adviesraad: De Adviesraad Werk en Inkomen als bedoeld in artikel 1 eerste lid.
Artikel 2 Adviesraad Werk en Inkomen
De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een Adviesraad Werk en Inkomen. De leden en de voorzitter van de Adviesraad worden benoemd door het college. Een selectiecommissie selecteert de leden en de voorzitter op basis van een vooraf vastgestelde profielschets.
De Adviesraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de uitvoering van de Participatiewet betrokken personen. De leden van de Adviesraad dienen ingezetenen te zijn van de gemeente Arnhem. Leden mogen geen lid zijn van de gemeenteraad, het college of werkzaam zijn bij de gemeente Arnhem dan wel een instelling die actief is op het terrein van Werk en Inkomen, tenzij het college overtuigd is van de onafhankelijkheid van het betreffende lid.
Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van de gemeente, het college en de Adviesraad Werk en Inkomen
Artikel 4 Ondersteuning Adviesraad
Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de Adviesraad. Hiertoe:
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Hierbij moet in ieder geval worden geregeld de wijze waarop zij vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen, worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen, deel kunnen nemen aan periodiek overleg, onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden en worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn:
personen als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;
Om een goede werking van de Adviesraad te waarborgen worden de leden van de Adviesraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Artikel 2. Adviesraad Werk en Inkomen
Dit artikel bepaalt hoe de beleidsparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een Adviesraad samen te stellen die bestaat uit personen die betrokken zijn bij de uitvoering van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers. De leden van de Adviesraad worden benoemd door het college. Een door het college samengestelde selectiecommissie zal kandidaten voordragen op basis van een vooraf vastgestelde profielschets.
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de Adviesraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de Adviesraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is.
Om belangenverstrengeling te voorkomen mogen de leden geen lid zijn van de gemeenteraad, het college of werkzaam bij de gemeente Arnhem dan wel een instelling die actief is op het terrein van Werk en Inkomen. Om de voorkomen dat bijvoorbeeld een vrijwilliger die actief is bij een dergelijke instelling geen lid kan zijn van de Adviesraad kan het college een uitzondering maken als zij overtuigd is van de onafhankelijkheid van het betreffende lid,
Artikel 3. Taken van het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college advies vragen aan de Adviesraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
Het wordt belangrijk geacht dat de Adviesraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de Adviesraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.
Artikel 4. Ondersteuning Adviesraad
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de Adviesraad wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van en informatieverstrekking aan de Adviesraad. Hieronder kan ook worden verstaan dat ambtenaren van de gemeente een vergadering bijwonen voor het geven van een toelichting of uitleg.
Artikel 5. Taken en bevoegdheden van de Adviesraad
De betrokkenheid van De Adviesraad bij de ontwikkeling van gemeentelijk beleid bestaat uit de bevoegdheid om gevraagd en ongevraagd advies te geven over de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het beleid. Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de Adviesraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken. Ieder lid van de Adviesraad is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit moet uiterlijk 5 werkdagen voorafgaand aan de vergadering gebeuren. De agendapunten moeten worden gezonden aan secretaris.
Het budget is ter vrije besteding van de Adviesraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies en raadpleging van de doelgroep. De Adviesraad moet jaarlijks achteraf verantwoording afleggen over de besteding van de middelen, zoals vastgelegd in het derde lid.