Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Fractievergoeding gemeente Emmen 2015 |
Citeertitel | Verordening Fractievergoeding gemeente Emmen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de “Verordening Fractievergoeding gemeente Emmen 2012”.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 18-12-2014 ZuidOosthoeker, 20-01-2015 | RA14.0108 |
Artikel 5 Wijziging vergoeding
Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen, splitsing en/of samenvoeging
van fracties verandert, wordt de vergoeding als volgt aangepast:
Artikel 6 Rekening en verantwoording
De reserve op 31 december in een verkiezingsjaar is niet groter dan 100 % van de vergoeding waarop de fractie in dat jaar op grond van artikel 2 aanspraak kon maken. De volgende 3 kalenderjaren mag de reserve op 31 december niet groter zijn dan 75% van de vergoeding waarop de fractie in dat jaar op grond van artikel 2 aanspraak kon maken.
Artikel 8 Vaststelling vergoeding
Binnen drie maanden na ontvangst van het advies van de accountant stelt de raad per fractie de bedragen vast van:
De raad kan artikel 6 lid 6 en 7 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover
toepassing gelet op het belang van de uitoefening van de volksvertegenwoordigende,
kaderstellende en controlerende rol van de fractie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende
aard. Daar, waar deze verordening niet in voorziet, beslist de raad op voorstel van het presidium.
Artikel 10 Overgangs- en slotbepalingen
De bijdrage is niet aan de persoon toegewezen, maar aan de fractie. Als een raadslid de raadszetel teruggeeft aan de raad, heeft dat geen gevolgen voor de vergoeding aan de fractie, waarvan dit raadslid deel uitmaakte, ook niet als niet in de opvolging kan worden voorzien. Artikel 5 voorziet in de aanpassing van de vergoeding a.g.v. verkiezingen, splitsing en/of samenvoeging van fracties (zie toelichting bij dit artikel). In een verkiezingsjaar zijn de termijnbetalingen gebaseerd op het aantal maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden, respectievelijk het aantal maanden daarop volgend tot en met de maand december.
Art. 3 Hoogte van de vergoeding
In de verordening fractievergoeding 2012 is de berekening als volgt: € 4.300 per fractie en € 1.000 per fractielid. Daarnaast bedraagt de vergoeding voor personele ondersteuning per week € 22,- voor de fractie en € 22 per week per fractielid. De vergoeding per fractielid is bij raadsbesluit teruggebracht van € 1.000 naar € 750 (effectuering daarvan vanaf april 2014). Daarmee rekening houdend en door het opnemen van de vergoeding voor personele ondersteuning in een all-in bedrag, bedraagt de vergoeding per 1 januari 2015 per fractie € 5.444 en per fractielid € 1.894. Het is aan de fractie hoe ze dit bedrag wil inzetten. Er wordt dus geen afzonderlijke vergoeding voor personele ondersteuning verstrekt.
In een verkiezingsjaar wordt in januari het voorschot uitbetaald tot en met de maand waarin de verkiezing plaatsvindt. Uiterlijk in mei van dat jaar wordt het voorschot over de resterende maanden uitbetaald. In de andere jaren wordt het eerste voorschot uitbetaald in januari en het tweede voorschot in juli.
Art. 4 Gebruik van de vergoeding
In de verordening wordt geregeld welke bedragen door de gemeente aan de fracties beschikbaar worden gesteld voor het dagelijks functioneren van de fracties. Ten aanzien van deze bedragen wordt een aantal regels gesteld over wat wel en niet ten laste van de fractievergoeding mag worden gebracht.
De volgende kostensoorten mogen in ieder geval niet ten laste van de fractievergoeding worden gebracht:
De volgende kostensoorten mogen wel ten laste van de fractievergoeding worden gebracht, mits de uitgave bedoeld is om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol van de fractie te versterken. Bij een aantal van die kostensoorten, geldt tevens de voorwaarde dat ze slechts incidenteel ten laste van de fractievergoeding worden gedaan:
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen personele kosten bij reguliere inhuur en vrijwilligersbijdragen ter ondersteuning bij algemene dagelijkse werkzaamheden. Beide kostensoorten mogen t.l.v. de fractievergoeding worden gebracht. Kosten van reguliere inhuur moeten met een bewijsstuk worden onderbouwd, bijvoorbeeld in de vorm van een overeenkomst tussen fractie en ondersteuner(s). Daarnaast heeft iedere fractie de mogelijkheid om één of meer steunfractieleden (niet zijnde raadsleden) een vrijwilligersbijdrage te geven in de vorm van een forfaitair bedrag. Een fractie mag per persoon niet meer dan € 30,- per maand aan vrijwilligersbijdrage verstrekken. In een kalenderjaar mag per fractie het totaal aan vrijwilligersvergoedingen, dus aan alle vrijwilligers tezamen, niet meer dan € 1.500,- bedragen. Uit de bewijsstukken (bankafschriften e.d.) moet duidelijk blijken aan wie de vrijwilligersvergoeding is overgemaakt.
De vergoeding wordt berekend op basis van het aantal raadsleden in de fractie dat na vermeerdering of vermindering van het zeteltal is ontstaan. De vergoeding betreft een evenredig deel van de jaarvergoeding voor de maanden waarin de vermeerdering of vermindering geldt. Indien een fractie reeds een voorschotbedrag heeft ontvangen dat hoger is dan het bedrag waarop de fractie na vermindering van het zetelaantal recht heeft, dan wordt het meerdere teruggestort op rekening van de gemeente.
Art. 6 Rekening en verantwoording
Voor de verklaring inclusief samenvatting evenals voor het overzicht van de individuele uitgaven worden standaard formulieren gebruikt, die in overleg met de accountant tot stand zijn gekomen. Indien sprake is van een terug te storten bedrag a.g.v. een teveel aan reserve fractievergoeding over het voorgaande kalenderjaar, dient een fractie dat duidelijk aan te geven in de verantwoording.
De fractievoorzitter moet altijd tekenen. Bij twee- of meermansfracties moeten altijd de fractievoorzitter én een ander fractielid (bij voorkeur de plaatsvervanger de verklaring ondertekenen). Bij een éénmansfractie kan ook een bestuurslid “voor gezien” tekenen. Een bestuurslid kan daarmee niet de verantwoordelijkheid uit de verordening dragen zoals een fractielid of fractievoorzitter dat wel heeft. Essentie van die bepaling is, dat een voorzitter van een éénmansfractie de verklaring en de bijlagen van de verantwoording heeft gedeeld met een bestuurslid (vier-ogen-principe).
Het verschil in percentage reserve op 31 december van een verkiezingsjaar, waarin de gemeenteraad van Emmen opnieuw wordt gekozen, 100% en de jaren daarna 75% is o.a. gebaseerd op de gewenningsperiode na de verkiezingen en het eventueel toetreden van nieuwe fracties in de raad. Het is zeer wel denkbaar dat juist na de verkiezingen door de fractie een beroep op de fractievergoeding moet worden gedaan.