Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening wet inburgering bergen op zoom |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering Bergen op Zoom |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2007 | 29-12-2010 | Onbekend | 22-03-2007 Weekblad Bergen op Zoomse Bode 29-04-2007 | RVB07-0017 |
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen, beleidsregels en informatieverstrekking
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Begripsomschrijvingen Wet inburgering
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
de Nederlander die sedert het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ingezetene in de zin van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is en die op grond van de artikelen 4 en 5 inburgeringsplichtig wordt, voor zover die vreemdeling of Nederlander op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet geen nieuwkomer was in de zin van de Wet inburgering nieuwkomers;
geestelijke bedienaar: de persoon die een geestelijk, godsdienstig of
levensbeschouwelijk ambt bekleedt, arbeid verricht als geestelijk
voorganger, godsdienstleraar of zendeling, dan wel ten behoeve van een
kerkgenootschap of een ander genootschap op geestelijke of levensbeschouwelijke
Het college stelt de beleidsregels inburgering vast waarin wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de Wet en deze verordening.
Artikel 3 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.
Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening
Artikel 4 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college stelt beleidsregels vast als bedoeld in artikel 2 van deze verordening waarbij wordt aangegeven aan welke inburgeringsplichtigen bij voorrang een inburgeringsvoorziening wordt aangeboden. Bij het vaststellen van deze beleidsregels wordt bovendien vastgelegd binnen welke kaders het college tot de keuze van deze regeling is gekomen.
Artikel 5 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening
Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.
De inburgeringsvoorziening voor geestelijke bedienaren wordt verzorgd door een, door het Ministerie voor Vreemdelingenzaken en Integratie, aangewezen instelling in Nederland.
Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete
Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 125,= indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het inburgeringsonderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet of aan de verplichting bedoeld in artikel 7 sub a van deze verordening, dan wel heeft verzuimd te melden dat door ziekte of door andere omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan als bedoeld in artikel 7 sub c van deze verordening;
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,= indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7 sub b, d en e van deze verordening.
Artikel 12.1 Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de inburgeringsplichtige afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.