Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels drempelbedrag en draagkracht Participatiewet |
Citeertitel | Beleidsregels drempelbedrag en draagkracht Participatiewet |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | 01-04-2021 | nieuwe regeling | 09-12-2014 De Goudse Post, 7-1-2015 | 920327 |
Artikel 4 Draagkracht uit vermogen
Draagkracht uit in aanmerking te nemen vermogen, als bedoeld in artikel 34 van de wet, wordt enkel meegenomen voor zover het vermogen € 2500,00 overschrijdt en indien:
Burgemeester en wethouders kunnen artikel 3 lid 5 en artikel 4 van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van het welzijn van belanghebbende en diens omgeving en daaruit voortvloeiende maatschappelijke kosten leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
TOELICHTING BELEIDSREGELS DREMPELBEDRAG EN DRAAGKRACHT PARTICIPATIEWET
In het coalitieakkoord 2014-2018 is een herijking van het armoedebeleid aangekondigd, met als doel de mensen die op of onder de armoedegrens leven nog beter te ondersteunen. Deze beleidsregels vallen binnen de eerste fase van de herijking die per 1 januari 2015 wordt ingevoerd en maken het huidige beleid socialer, flexibeler en meer gericht op de individuele situatie.
Bijzondere bijstand is bedoeld om mensen met een laag inkomen tegemoet te komen bij bijzondere en noodzakelijke kosten die ze niet uit hun eigen inkomen en/of vermogen kunnen voldoen. Het college heeft besloten om het drempelbedrag van € 128 euro af te schaffen. Op deze manier hoeven mensen niet meer te wachten tot zij dit drempelbedrag bereikt hebben. Tevens is er geen sprake meer van een eigen bijdrage. Daarmee komt de bijzondere bijstand toe aan de Goudse inwoners die dit het hardste nodig hebben. Om de aanvragen bijzondere bijstand toe te spitsen op personen met een minimum inkomen is besloten personen met een netto meerinkomen boven 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag in beginsel uit te sluiten van de bijzondere bijstand. Echter, indien het welzijn van belanghebbende en/of zijn omgeving in het geding komt, en/of de maatschappelijke kosten in geval van afwijzing hoger zijn dan bij toekenning, kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot heroverweging op grond van de hardheidsclausule als opgenomen in de beleidsregels.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Het drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 van de wet zal niet ingezet worden als zijnde een minimaal bedrag aan bijzondere noodzakelijke kosten (artikel 35 lid 1 van de wet) dat een persoon moet maken om in aanmerking te komen voor de bijzondere bijstand. Personen kunnen dus tevens bij een lager bedrag aan gemaakte bijzondere noodzakelijke kosten een aanvraag voor bijzondere bijstand indienen. Het drempelbedrag zal ook niet ingezet worden als zijnde een eigen bijdrage die eenmaal per jaar afgetrokken wordt van het totaal toegekende bedrag aan bijzondere bijstand. Bij toekenning zal dus het volledige aangevraagde bedrag uitbetaald worden.
Personen die een uitkering ontvangen op grond van de wet, de IOAW of de IOAZ hebben geen draagkracht uit inkomen. Dit geldt ook voor personen die leven van een inkomen (inclusief vakantietoeslag) van maximaal de van toepassing zijnde bijstandsnorm uit een andere bron en voor mensen die op jaarbasis (inclusief vakantietoeslag) maximaal € 25,00 aan draagkracht hebben.
Personen met een meerinkomen tussen 100% en 120% boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm (inclusief vakantietoeslag) kunnen zelf in bepaalde kosten voldoen. Om deze groep tegemoet te komen wordt een draagkracht van 30% in acht genomen. Voor enkele, vooraf vastgestelde kosten, wordt een draagkracht van 100% in acht genomen. Indien er draagkracht aanwezig is, wordt deze in beginsel in mindering gebracht op de eerste vergoeding uit de bijzondere bijstand, ook bij periodieke bijzondere bijstand.
Het idee achter de bijzondere bijstand is dat deze als vangnet dient voor personen op het sociaal minimum, die bepaalde bijzondere noodzakelijke kosten niet uit het eigen inkomen en vermogen kunnen voldoen. Derhalve worden personen met een inkomen boven 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag in beginsel uitgesloten van de bijzondere bijstand.
Enkel voor personen met een IOAW of IOAZ uitkering en voor personen met een inkomen boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm hoeft het vermogen in de draagkracht meegenomen te worden. Dit gaat enkel om het vermogen boven € 2500,00.
De draagkracht wordt bepaald aan de hand van het inkomen gedurende de draagkrachtperiode. Er moet dus over een jaar worden berekend hoe groot de ruimte in het inkomen en het vermogen is. Vervolgens moet op het totaal hiervan de draagkracht worden berekend.
komen in beginsel niet in aanmerking voor bijzondere bijstand. Op basis van de hardheidsclausule kunnen burgemeester en wethouders besluiten de bijzondere bijstand in individuele gevallen alsnog toe te kennen. Voorwaarde hiervoor is dat afwijzing van de bijzondere bijstand tot gevolg heeft dat het welzijn van belanghebbende, en/of diens omgeving, in het geding komt en/of dat de maatschappelijke kosten in geval van afwijzing de kosten van toekenning overstijgen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.