Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bergen op Zoom

Verordening commissie bezwaarschriften 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bergen op Zoom
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften 2007
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften Bergen op Zoom 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpInspraak, Rechtsbescherming en Adviesraden

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht (Awb)
  2. Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-201201-01-201202-07-2014art. 2, lid 2 en lid 3, art. 3, lid 4.

26-01-2012

Weekblad Bergen op Zoomse Bode, d.d. 29-01-2012

RVB11-0117
01-01-200702-07-2014nieuwe regeling

26-10-2006

Weekblad Bergen op Zoomse Bode 19-11-2006

RVB06-0121

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften Bergen op Zoom 2007

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2006, nr. SMD/06/21;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende

"Verordening commissie bezwaarschriften Bergen op Zoom 2007"

Artikel 1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 2. Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie bestaat uit een algemene kamer en een kamer voor sociale aangelegenheden, waarbij de taakverdeling als volgt is:

    a. De algemene kamer is belast met de behandeling van bezwaarschriften, die niet in de kamer voor sociale aangelegenheden kunnen worden ondergebracht.

    b. De kamer voor sociale aangelegenheden is belast met bezwaarschriften in het kader van de sociale zekerheid waaronder mede alle bezwaarschriften die betrekking hebben op wet- en regelgeving uitgevoerd in het kader van de Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Brabantse Wal.

  • 3. De commissie is niet bevoegd te adviseren ten aanzien van:

    • a.

      belastingzaken;

    • b.

      zaken, waarbij het bestuursorgaan heeft ingestemd met het verzoek tot rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat per kamer uit een voorzitter en tenminste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college benoemt een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 4. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van de gemeente Bergen op Zoom, alsmede met betrekking tot de kamer voor sociale aangelegenheden als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder b. van de gemeenten Steenbergen en Woensdrecht.

  • 5. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4. Secretaris

  • 1. De secretaris is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst per kamer een ambtenaar als secretaris aan.

  • 3. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaren.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. Het college kan tussentijds tot schorsing en ontslag van een voorzitter of lid overgaan wegens slecht functioneren.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6. Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7. Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid,

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de Awb, kan worden hersteld,

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid,

  • -

    7:6, vierde lid,

van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8. Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar-schrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9. Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien vermeldt hij dit gemotiveerd in het advies.

Artikel 10. Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting, aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat tenminste twee leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

Artikel 12. Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13. Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de algemene kamer, zoals genoemd in artikel 2 lid 2 van deze verordening, is openbaar. De zitting van de kamer voor sociale aangelegenheden is niet openbaar.

  • 2. De deuren van de algemene kamer worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14. Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15. Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden. Partijen kunnen binnen een door de commissie te bepalen termijn schriftelijk reageren.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17. Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoeld bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Per dezelfde datum worden de ‘Verordening commissie bezwaarschriften’ en de ‘Verordening behandeling bezwaarschriften Sociale Zekerheid Bergen op Zoom 1999’ ingetrokken.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening commissie bezwaarschriften Bergen op Zoom 2007"

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier,

De voorzitter,

Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom,

De secretaris,

Drs. A. Haasnoot

De burgemeester,

Dhr. drs. J.M.M. Polman

De burgemeester en Bergen op Zoom,

Dhr. drs. J.M.M. Polman

Toelichting

Artikel 2

De commissie bestaat uit een tweetal kamers, een algemene kamer en een kamer voor sociale aangelegenheden. Laatstgenoemde kamer is belast met de advisering over bezwaarschriften, gericht tegen besluiten op het terrein van de sociale zekerheid. Gedacht kan hierbij worden aan besluiten op de volgende terreinen (zonder een limitatieve opsomming te willen geven):

  • -

    de Wet werk en bijstand

  • -

    de Wet inkomensvoorziening Kunstenaars

  • -

    de IOAW

  • -

    de IOAZ

  • -

    het BBZ

  • -

    bijdrageregeling minima

Artikel 3

Om onderlinge afstemming te waarborgen is het van belang dat de voorzitters van beide kamers tenminste eenmaal per jaar met elkaar overleg voeren. Het tijdstip, waarop het jaarverslag wordt opgesteld, kan in dit verband als een passend moment worden gezien.