Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen op Zoom

Verordening alleenrecht voor de uitvoering van schuldhulpverlening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen op Zoom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening alleenrecht voor de uitvoering van schuldhulpverlening
CiteertitelVerordening alleenrecht voor de uitvoering van schuldhulpverlening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten, art. 17
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-200901-01-2009nieuwe regeling

22-10-2009

Weekblad Bergen op Zoomse Bode 01-11-2009

RVB09-107

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening alleenrecht voor de uitvoering van schuldhulpverlening

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

overwegende:

  • -

    de verplichting tot het aanbieden van schuldhulpverlening;

  • -

    het niet beschikken over een gemeentelijke dienst / afdeling voor algehele schuldhulpverlening;

  • -

    de wens een dienst aan te wijzen die schuldhulpverlening kan aanbieden op een wijze die verenigbaar is met het aanbestedingsrecht;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2009, nummer RVB09-0107;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 17 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheids-opdrachten;

BESLUIT:

de Verordening alleenrecht voor de uitvoering van schuldhulpverlening vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Bao: het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten, Staatsblad 2005, nummer 408, laatstelijk gewijzigd bij besluit d.d. 5 juli 2008, Staatsblad 2008, nummer 295;

  • b.

    gemeente: de gemeente Bergen op Zoom;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom;

  • d.

    gemeentelijke kredietbank: een instelling voor kredietverlening, opgericht door één of meer gemeenten, als bedoeld in de Wet op het consumentenkrediet zoals voor het laatst gewijzigd bij Wet van 20 november 2008, Staatsblad 2008, nummer 545;

  • e.

    cliënten: burgers van de gemeente die in een problematische schuldensituatie verkeren en de gemeente om hulp vragen bij de beëindiging van deze schuldensituatie;

  • f.

    schuldhulpverlening: dienstverlening aan cliënten die zonder professionele hulp geen oplossing voor hun problematische schuldensituatie kunnen vinden;

  • g.

    minnelijk traject schuldhulpverlening: dienstverlening aan cliënten, bestaande uit het onderhandelen met schuldeisers overeenkomstig de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet en het aanbieden van een schuldregeling in de vorm van een krediet of schuldbemiddeling, al dan niet tegen finale kwijting.

Hoofdstuk 2. Schuldhulpverlening

Artikel 2. Aanwijzing

  • 1.

    Het college wijst de gemeentelijke dienst / afdeling aan die belast is met het aanbieden van schuldhulpverlening binnen de gemeente.

  • 2.

    In plaats van de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeentelijke dienst / afdeling kan het college met inachtneming van het bepaalde in lid 3 van dit artikel één andere partij aanwijzen die exclusief belast is met de schuldhulpverlening binnen de gemeente.

  • 3.

    De in het vorige lid bedoelde partij dient een instelling te zijn, die aan het navolgende voldoet:

    • a.

      is gekwalificeerd als een aanbestedende dienst in de zin van artikel 1, aanhef en onder r van het Bao;

    • b.

      is gekwalificeerd als een gemeentelijke kredietbank;

    • c.

      met het oog op de dienstverlening aan cliënten bekend is met de regionale sociale kaart.

  • 4.

    Het college kan de in lid 2 van dit artikel bedoelde partij ambtshalve aanwijzen of op aanvraag.

Artikel 3. Werkzaamheden schuldhulpverlening

  • 1.

    De in artikel 1, onder g van deze verordening bedoelde schuldhulpverlening omvat in ieder geval:

    • a.

      behandeling van aanvragen om een minnelijk traject schuldhulpverlening;

    • b.

      ter beschikking stelling van kredieten;

    • c.

      afgeven van verklaringen ten behoeve van verzoekschriften om schuldsanering natuurlijke personen ex artikel 285 Faillissementswet;

    • d.

      budgetbeheer, te weten het beheren van een persoonlijke bankrekening ten behoeve van de cliënten aan wie een minnelijk traject schuldhulpverlening wordt verleend (in diverse varianten van ingrijpendheid);

    • e.

      uitvoeren van heronderzoeken in verband met de schuldbemiddeling als onderdeel van een minnelijk traject schuldhulpverlening;

    • f.

      anticiperen op nieuwe wetgeving.

  • 2.

    Het college kan bij de aanwijzing op grond van artikel 2 van deze verordening overige onder schuldhulpverlening vallende werkzaamheden vaststellen.

Hoofdstuk 3. Aanwijzing op aanvraag

Artikel 4. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag voor een aanwijzing binnen zes maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen.

Artikel 5. Indiening aanvraag

Indien een aanvraag voor een aanwijzing wordt ingediend minder dan acht maanden vóór het tijdstip waarop de aanvrager de aanwijzing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 6. Weigering aanvraag

De aanwijzing wordt geweigerd indien de desbetreffende partij niet voldoet aan één of meer van de in artikel 2, lid 3 van deze verordening genoemde eisen. Daarnaast kan de aanwijzing worden geweigerd in het belang van een doelmatige of deugdelijke uitvoering van de integrale schuldhulpverlening in de gemeente.

Artikel 7. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan de krachtens deze verordening op aanvraag verleende aanwijzing wordt een maximale geldigheidsduur verbonden.

  • 2.

    Aan de krachtens deze verordening op aanvraag verleende aanwijzing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de schuldhulpverlening in de gemeente.

  • 3.

    De houder van de op aanvraag verleende aanwijzing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 8. Karakter van de aanwijzing

De op aanvraag verleende aanwijzing is niet overdraagbaar.

Artikel 9. Intrekking of wijziging van de aanwijzing

De op aanvraag verleende aanwijzing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien de houder niet meer voldoet aan één of meer van de eisen ingevolge artikel 2, lid 3;

  • b.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • c.

    indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de aanwijzing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de uit te voeren diensten in het kader van de schuldhulpverlening;

  • d.

    indien de aan de aanwijzing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    indien van de aanwijzing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;

  • f.

    indien de houder dit verzoekt.

Hoofdstuk 4. Ambtshalve aanwijzing

Artikel 10. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan de krachtens deze verordening ambtshalve verleende aanwijzing wordt een geldigheidsduur van maximaal drie jaar verbonden.

  • 2.

    Aan de krachtens deze verordening ambtshalve verleende aanwijzing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de schuldhulpverlening.

  • 3.

    De houder van de ambtshalve verleende aanwijzing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 11. Karakter van de ambthalve aanwijzing

De ambtshalve verleende aanwijzing is niet overdraagbaar, tenzij bij of krachtens die aanwijzing anders is bepaald.

Artikel 12. Intrekking of wijziging van de aanwijzing

De ambtshalve verleende aanwijzing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien de houder niet meer voldoet aan één of meer van de eisen ingevolge artikel 2 lid 3;

  • b.

    indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de aanwijzing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de uit te voeren diensten in het kader van de schuldhulpverlening;

  • c.

    indien de aan de aanwijzing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de aanwijzing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;

  • e.

    indien de houder dit verzoekt.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een partij afwijken van de bepalingen van dit hoofdstuk, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 14. Niet-voorziene gevallen

In gevallen met betrekking tot schuldhulpverlening waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 15. Overgangsregeling

Indien bij inwerkingtreding van deze verordening een partij in de gemeente zonder een door het college verleende aanwijzing werkzaamheden als bedoeld in artikel 1, sub g van deze verordening verricht, wordt deze partij geacht te zijn aangewezen op grond van artikel 2. Deze aanwijzing blijft van kracht tot de aanwijzing op aanvraag dan wel de ambtshalve aanwijzing onherroepelijk is geworden.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening alleenrecht voor de uitvoering van schuldhulpverlening”.

Artikel 17. Ingangsdatum

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 november 2009 en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 oktober 2009.

De griffier

De voorzitter