Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening handhaving Sociale Zekerheid 2015, gemeente Oosterhout |
Citeertitel | Verordening handhaving Sociale Zekerheid 2015, gemeente Oosterhout |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de verordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 18 mei 2010 en gewijzigd bij raadsbesluit van 28 februari 2012 en raaddsbesluit van 17 december 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 17-12-2014 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-82036.html, 29-12-2014 | BI.0140597 |
De raad van de gemeente Oosterhout;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2014;
gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, lid 1, onderdeel c, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, lid 1, onderdeel c, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen bij verordening te regelen;
vast te stellen: de “Verordening handhaving Sociale Zekerheid 2015, gemeente Oosterhout”.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.
In deze verordening wordt verstaan onder:
wet: Participatiewet;
bijstand: algemene en bijzondere bijstand als bedoeld in de Participatiewet;
re-integratievoorziening: re-integratievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet participatiebudget;
uitkering: bijstand ingevolge de Participatiewet en de uitkering ingevolge de IOAW en de IOAZ;
Hoofdstuk 2 Preventie en controle
Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten, die aan het ontvangen van uitkering of een re-integratievoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Ter controle van het beroep op uitkering wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.
Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruik maken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.
Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
De verordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 18 mei 2010 en gewijzigd bij raadsbesluit van 28 februari 2012 en raadsbesluit van 17 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding genoemd in artikel 8.
Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet is de opvolger van de Wet werk en bijstand. Evenals in de Wet werk en bijstand is in de Participatiewet bepaald dat de gemeenteraad in een verordening nadere regels stelt met betrekking tot de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Deze bepaling is opgenomen in aritkel 8b van de Participatiewet.
Artikel 35, lid 1, onderdeel c van de IOAW en artikel 35, lid 1, onderdeel c van de IOAZ bevatten een soortgelijke bepaling.
Afgezien van de korte bepaling van artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, lid 1, onderdeel c, van de IOAW en artikel 35, lid 1 onderdeel c, van de IOAZ zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld.
Er is voor gekozen om één handhavingsverordening vast te stellen die zowel geldt voor de Participatiewet als de IOAW en de IOAZ.
Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude, maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar gaat meer uit van de spontane naleving van de wet- en regelgeving.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in deze wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.
De begrippen die niet zijn omschreven in de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ of de Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.
Hoofdstuk 2 Preventie en controle
Dit artikel geeft aan het belang dat het college hecht aan het voorkomen van misbruik van uitkering en re-integratievoorziening. Aan de gevolgen van misbruik wordt preventief in de communicatie aan de burger (via communicatie en beschikkingen) aandacht besteed. Eveneens zal door bestandsvergelijking fraude actief worden opgespoord. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de informatie die afkomstig is van het Inlichtingenbureau.
In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de gemeente invulling geeft aan de controle op een goed gebruik van de voorzieningen. Dit kan aan de hand van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen. Ook zullen signalen van misbruik worden onderzocht. De controle strekt zich ook uit bij het beëindigen van een uitkering. De reden van beëindiging en de rechtmatigheid worden onderzocht, zodat tot een goede afhandeling gekomen kan worden van nog resterende wederzijdse verplichtingen. Controle zal niet alleen plaats vinden op de uitkeringsverstrekking, maar ook op re-integratievoorzieningen.
In dit artikel is bepaald dat het college een heronderzoeksplan vaststelt waarin wordt neergelegd op welke wijze controle plaatsvindt. Dit heronderzoekplan bevat de wijze waarop de rechtmatigheid van de uitkering periodiek wordt beoordeeld.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
Evenals de uitvoering van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ berust de uitvoering van deze verordening bij het college.
Deze verordening vervangt de Verordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout. Deze verordening wordt dan ook ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding genoemd in artikel 8.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januair 2015.
Deze datum van inwerkingtreding sluit aan bij inwerkingtreding van de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en de Invoeringswet Participatiewet.