Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening GelrePas gemeente Arnhem 2015 |
Citeertitel | Verordening GelrePas |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De verordening vervangt de verordening GelrePas, vastgesteld op 27 augustus 2012 met kenmerk 2012.0.081.466
de artikelen 108, eerste lid, 147 en 149 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 15-12-2015 | Onbekend | 15-12-2014 gemeenteblad, 23 december 2014 (armoedeagenda) | docnr. 2014.0.106.465 |
Verordening GelrePas gemeente Arnhem 2015
Van de doelgroep, bedoeld in het eerste lid, is uitgesloten de persoon die deelneemt aan onderwijs of een beroepsopleiding waarvoor aanspraak kan worden gemaakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.
Het college kan afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien de belangen die zijn gediend met toepassing van deze verordening niet opwegen tegen de zwaarwegende belangen die afwijking van deze verordening in een individueel en specifiek geval wenselijk maken.
Dit artikel behoeft geen toelichting
De gemeente kan door gebruik te maken van de autonome raadsbevoegdheid tot het vaststellen van een verordening niet in de wet geregelde inkomensondersteunende voorzieningen in het leven roepen. In het eerste lid staat de inkomensondersteunende maatregel vermeld die door middel van de onderhavige verordening in het leven wordt geroepen: de GelrePas. Wil men voor de GelrePas in aanmerking komen, dan moet daartoe een verzoek worden gedaan bij het college. Daarvoor stelt het college een formulier vast.
Het derde lid voorziet in de mogelijkheid voor het college om ambtshalve een verzoek in te nemen.
De GelrePas wordt namelijk toegekend voor één dan wel twee kalenderjaren (zie verder artikel 4). Als iemand uit de doelgroep doorlopend gebruik wil maken van de GelrePas, zal hij steeds voor afloop van het kalenderjaar schriftelijk een verzoek moeten indienen voor het daaropvolgende kalenderjaar. Het college kan op basis van het derde lid echter besluiten bepaalde groepen personen aan te wijzen, voor wie de verplichting tot verzoeken niet geldt. Gedacht moet dan worden aan groepen voor wie deze verplichting een extra belasting vormt, terwijl de mogelijkheid dat een mutatie zich voordoet op basis waarvan zij op een bepaald moment niet meer tot de doelgroep behoren, nihil is. Te denken valt onder meer aan personen met een pensioengerechtigde leeftijd. In deze gevallen neemt het college de verzoeken ambtshalve in.
Op basis van de in dit artikel weergegeven criteria wordt de groep nader ingekaderd. Het moet in ieder geval Nederlanders betreffen, dan wel daarmee op basis van artikel 11 Wwb gelijkgestelde vreemdelingen. Onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen en toeristen worden op basis van deze omschrijving uitgesloten. Alleen inwoners van de gemeente Arnhem komen voor de GelrePas in aanmerking. Als inwoners worden zowel degenen met een woonadres als met een postadres (in het kader van de dak- en thuislozenregeling) aangemerkt. Ook kunnen alleen meerderjarigen in aanmerking komen voor de GelrePas. Voor minderjarigen geldt, dat zij via hun ouders gebruik kunnen maken van de geboden voorzieningen.
Aan deze groep worden in het tweede en derde lid respectievelijk inkomensgrenzen en vermogensgrenzen gesteld. De inkomensgrens ligt op 120% van de bijstandsnorm die voor de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het echtpaar geldt op grond van de Participatiewet. En ook voor het vermogen geldt dat dit niet hoger mag zijn dan de in de Participatiewet opgenomen grens die op de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het echtpaar van toepassing is.
Een groep is uitgesloten van de doelgroep voor de GelrePas. Het gaat hierbij om de studerenden met aanspraak op studiefinanciering of een tegemoetkoming in het kader van de WTOS. Voor deze groep bestaan reeds afdoende voorzieningen gericht op participatie, waardoor de GelrePas niet nodig is om hun deelname aan het maatschappelijk verkeer te bevorderen.
Artikel 4 Verstrekking en beëindiging
De datum van aanvraag bepaalt de verstrekkingenperiode. Wanneer vóór 1 juli van het lopende kalenderjaar aangevraagd wordt, dan wordt de GelrePas verstrekt voor het lopende kalenderjaar. Ligt de aanvraagdatum tussen 1 juli en 1 december van het lopende jaar, dan wordt de aangevraagde maatregel zowel voor het lopende als het daaropvolgende kalenderjaar toegekend. Binnen een jaar na aanvraag wordt vervolgens bezien, of betrokkene nog aan de voorwaarden voldoet en tot de kring van rechthebbenden behoort. Is dit niet meer het geval, dan wordt de GelrePas per dan ingetrokken.
Ligt de aanvraagdatum ná 1 december dan wordt de GelrePas eerst voor het daaropvolgende jaar toegekend.
Binnen een jaar na het verzoek wordt onderzocht of de houder van de GelrePas nog tot de doelgroep behoort. Is dit niet meer het geval, dan wordt per dan de GelrePas ingetrokken. Betrokkene krijgt bij de toekenning de verplichting opgelegd om het college zo snel mogelijk te informeren over feiten en/of omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het recht op de GelrePas.
Dit artikel bepaalt dat het college in bijzondere gevallen ten gunste van de burger kan afwijken van
de bepalingen van deze verordening. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste, en nooit ten nadele van de burger. Met nadruk is gemeld: in bijzondere gevallen. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. Het college moet in verband met de rechtszekerheid ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.
Dit artikel behoeft geen toelichting.