Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2015 |
Citeertitel | Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, artikel 25 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2015 en de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-01-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2016 | Onbekend | 06-01-2015 Berkelbericht, 13 januari 2015 | Onbekend |
FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BERKELLAND 2015
Artikel 1. Hoogte Persoonsgebonden budget
Burgemeester en wethouders leggen alle bedragen voor de te verstrekken maatwerkvoorzieningen vast in bijlage 1 van dit besluit in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2015.
Artikel 2. Maximumhoogte overige maatwerkvoorzieningen
Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening. Dit betreft altijd maatwerk. Voor een aantal voorzieningen is een maximum tarief ingesteld, dit zijn:
Artikel 3. Afschrijvingstermijnen maatwerkvoorzieningen
Voor een sportvoorziening geldt een technische levensduur van 3 jaar, een autoaanpassing een technische levensduur van 5 jaar en voor overige Wmo-hulpmiddelen geldt een technische levensduur van 7 jaar. Elk hulpmiddel, dat met behulp van een persoonsgebonden budget of in natura is verstrekt, heeft een afschrijvingstermijn van respectievelijk 3, 5 of 7 jaar en dient dus in principe respectievelijk 3, 5 of 7 jaar mee te gaan. Is een hulpmiddel afgeschreven dan ontstaat niet automatisch het recht op een nieuw of gebruikt hulpmiddel. Zolang het verstrekte hulpmiddel of het via een persoonsgebonden budget aangeschafte hulpmiddel technisch nog voldoet, bestaat geen recht op vervanging van het hulpmiddel. Dit tenzij een medische noodzaak wordt aangetoond.
Artikel 6. Afschrijvingsschema kosten woonvoorzieningen
wordt in mindering gebracht op het terug te vorderen bedrag.