Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 |
Citeertitel | Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 04-02-2010 Weekblad Bergen op Zoomse Bode 28-02-2010 | RVB09-0158 |
Artikel 1. Begripsomschrijving
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.
Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand, het verkrijgen van een werkleeraanbod en/of een inkomensvoorziening dan wel uitkering zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand, het werkleeraanbod en/of de inkomensvoorziening dan wel de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen alsmede de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand, een werkleeraanbod en/of een inkomensvoorziening dan wel uitkering.
Het college doet onderzoek naar de reden van de beëindiging van de bijstand, het werkleeraanbod en/of de inkomensvoorziening dan wel de uitkering en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de verstrekte voorzieningen alsmede de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.
Artikel 4. Verlagen van de bijstand / inkomensvoorziening / uitkering
Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van invloed zijn of kunnen zijn op het recht op bijstand, een werkleeraanbod en/of inkomensvoorziening dan wel uitkering verlaagt het college de bijstand, inkomensvoorziening dan wel uitkering conform hetgeen hierover is bepaald in de Maat-regelenverordening Wet werk en bijstand 2009, de Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 en de Maatregelenverordening IOAW / IOAZ 2010, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte verleende bijstand, tot intrekking van het werkleeraanbod alsmede tot terugvordering van de ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening dan wel uitkering.
Artikel 5. Aangifte bij het Openbaar Ministerie
Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheden als in eerder vermeld artikel gesteld, aangifte bij het Openbaar Ministerie,in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ), het nieuwe artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids-ongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en het nieuwe artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrek-king tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wetten.
Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken.
Mede gelet op de grote verwantschap tussen voormelde wetten en de toepasbaarheid wordt het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in één Handhavingsverordening vastgelegd.
Voor de gehanteerde begrippen wordt, tenzij anders is vermeld, verwezen naar de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.
Hierin krijgt het college de opdracht beleid te ontwikkelen ter voorkoming van fraude.
Binnen onze gemeente wordt hieraan uitvoering gegeven middels de methodiek van “Hoogwaardig Handhaven”.Hoogwaardig handhaven houdt in, dat bij de uitvoering van de regelgeving fraude zo effectief en efficiënt mogelijk wordt voorkomen en bestreden.
Instrumenten die inhoud geven aan hoogwaardig handhaven zijn:
Bestandsvergelijkingen: koppeling van het cliëntenbestand aan die van andere instanties, hierdoor is maandelijks te zien welke klanten inkomsten hebben waarover belasting en premies worden geheven, waarmee witte fraude zeer snel wordt ontdekt en grotendeels voorkomen. Ook worden via het inlichtingenbureau gegevens beschikbaar gesteld aan UWV, andere gemeenten, zorgverzekeraars en de InformatieBeheerGroep (studiefinanciering).
Het bestrijden van fraude verlegt zich meer en meer naar het moment waarop de potentiële klant een beroep doet op een voorziening. Een goede controle op de aanvraag voorkomt dat klanten ten onrechte een voorziening krijgen.
De controle wordt voorafgegaan door voorlichting en heldere communicatie over het fraudebeleid van de gemeente.
Tijdens de looptijd van een voorziening wordt fraude eveneens bestreden. Middelen die hiervoor worden ingezet, zijn de bestandkoppelingen. Een voorbeeld hiervan is het Inlichtingenbureau.
Ook worden bij de bestrijding risicoprofielen ingezet. Aan de hand hiervan kan beter worden ingeschat of een cliënt fraudegevoelig is. Zodoende kunnen voor de koppeling klanten worden geselecteerd die passen binnen een risicoprofiel.
Als belanghebbende niet aan zijn (inlichtingen)verplichtingen voldoet, wordt conform de Maatregelenverordeningen een sanctie opgelegd, onverminderd de mogelijkheden van terugvordering van bijstand, inkomensvoorziening dan wel uitkering.
Bij benadeling van de gemeente dient met inachtneming van de richtlijnen van het ministerie aangifte van fraude te worden gedaan bij het Openbaar Ministerie.