Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlem

Beleidsregels heroverwegen maatregel participatiewet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels heroverwegen maatregel participatiewet
CiteertitelBeleidsregels heroverwegen maatregel participatiewet
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Nav invoering Participatiewet

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 18 derde lid van de Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuwe regeling

16-12-2014

Gemeenteblad

2014/480550

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels heroverwegen maatregel participatiewet

Beleidsregelsheroverwegen maatregelparticipatiewet

Algemeen

Artikel 1. Wettelijke verplichting

Burgemeester en wethouders zijn verplicht tot het vaststellen van een termijn waarbinnen een maatregel wordt heroverwogen op grond van artikel 18 derde lid van de Participatiewet.

Artikel 2. Heroverweging maatregel

Een maatregel wordt voor bepaalde tijd opgelegd. Een maatregel van de derde categorie, die voor een periode van drie maanden wordt opgelegd, wordt uiterlijk na drie maanden nadat deze ten uitvoer is gelegd heroverwogen.

Artikel 3.

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Heroverwegen maatregel Participatiewet gemeente Haarlem”

Artikel 4.

Deze beleidsregels treden inwerking op 1 januari 2015

Toelichting op de beleidsregels

Artikel twee regelt dat een maatregel voor bepaalde tijd wordt opgelegd. Wordt een maatregel van de derde categorie voor drie maanden of langer opgelegd, dan zal binnen drie maanden, na de ingangsdatum van de maatregel een heroverweging moeten plaatsvinden. Het is op grond van de “Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ” mogelijk dat een maatregel wordt opgelegd voor drie maanden of langer. Een voorbeeld hiervan is de situatie uit artikel 13 lid 1 (onvoldoende besef van verantwoordelijkheid). Een maatregel van drie maanden of langer moet heroverwogen worden.

De verplichting om de maatregel te heroverwegen is geregeld in artikel 18, derde lid van de Participatiewet. Beoordeeld moet dan worden of de omstandigheden en het gedrag van belanghebbende aanleiding geven om de maatregel te herzien.

In artikel vier wordt geregeld dat de beleidsregels in werking treden per 1 januari 2015, gelijktijdig met de inwerkingtreding van de “Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ”. Zodat deze bepaling aansluit op het intrekken van de vorige Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand.