Artikel 1 Doel
De Gehandicapten Adviesraad (GAR) heeft tot doel het college van
burgemeester en wethouders ten behoeve van de gemeentelijke besluitvorming
op het gebied van gehandicaptenbeleid rechtstreeks en onafhankelijk in
kennis te stellen van de specifieke behoeften en verlangens van mensen met
een handicap of chronische aandoening.
Artikel 2 Taakomschrijving
- 1.
De GAR is belast met gevraagd en bevoegd tot het ongevraagd uitbrengen
van advies aan burgemeester en wethouders over:
- a.
het door het gemeentebestuur te ontwikkelen gehandicaptenbeleid
als specifiek beleidsterrein, en als onderdeel van alle overige
gemeentelijke beleidsterreinen;
- b.
de voorbereidingen van de door het gemeentebestuur vast te
stellen uitgangspunten en voornemens met betrekking tot het
gehandicaptenbeleid;
- c.
het toetsen van het door het gemeentebestuur ingevoerde
gehandicaptenbeleid aan de daarvoor vastgestelde
uitgangspunten.
- 2.
De GAR vervult zijn adviesfunctie met inachtneming van zijn doelstelling
en het bepaalde in deze verordening.
Artikel 3 Samenstelling en selectie
- 1.
De adviesraad bestaat uit minimaal 9 en maximaal 15 leden, te weten
- a.
één door het college van burgemeester en wethouders te benoemen
voorzitter;
- b.
minimaal 8 en maximaal 14 overige leden.
- 2.
De leden:
- a.
dienen in de gemeente Bergen op Zoom woonachtig te zijn;
- b.
stellen zich op persoonlijke titel kandidaat zonder last of
ruggespraak;
- c.
dienen de leeftijd van 18 jaar bereikt te hebben.
- 3.
De leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd
op voordracht van de GAR.
- 4.
Ten behoeve van het werven van de leden wordt door de GAR een open
wervingsprocedure gevolgd door middel van het plaatsen van een
advertentie in een ter plaatse verschijnend dag en/of weekblad, waarin
onder meer:
- a.
een profielschets van de kandidaat-leden is opgenomen die vooraf
door het college van burgemeester en wethouders is
vastgesteld;
- b.
belangstellenden worden uitgenodigd zich kandidaat te
stellen.
Van het verloop van de gevolgde open wervingsprocedure wordt door de GAR
bij het indienen van de voordracht verslag gedaan.
- 5.
Het lidmaatschap van de GAR is niet verenigbaar met het lidmaatschap
van:
- a.
- b.
een andere door het gemeentebestuur van Bergen op Zoom
ingestelde bestuurs- of adviescommissie.
Artikel 4 Samenstelling dagelijks bestuur
De GAR wijst uit zijn midden een vicevoorzitter, secretaris en
penningmeester aan. Tezamen met de voorzitter vormen deze het dagelijks
bestuur van de raad.
Artikel 5 Benoeming en zittingsduur
- 1.
De benoeming van de leden en de voorzitter geschiedt voor de duur van de
zittingsperiode van de GAR, en gaat in op het moment waarop deze wordt
aanvaard.
- 2.
De zittingsperiode van de GAR is 3 jaar. De eerste zittingsperiode
eindigt op 01-03-2012.
- 3.
Een lid, dan wel de voorzitter, kan slechts twee opeenvolgende periodes
zitting hebben. Bij de overgang naar de volgende zittingsperiode kunnen
maximaal 10 leden van de raad worden herbenoemd.
- 4.
Voor degene die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats
tot lid wordt benoemd, geschiedt deze benoeming voor de duur van het
restant van de lopende zittingsperiode van de GAR. Dit lid kan wel
herbenoemd worden, waardoor zijn zittingsperiode met een termijn van 3
jaar wordt verlengd.
- 5.
Het college van burgemeester en wethouders kan om hem moverende redenen,
de GAR, te allen tijde uit eigener beweging met onmiddellijke ingang aan
een lid, dan wel de voorzitter, ongevraagd ontslag verlenen.
- 6.
Voor de benoeming van een lid in een tussentijds opengevallen plaats is
de in artikel 3 vastgelegde procedure van toepassing.
- 7.
Indien er sprake is van het tussentijds openvallen van de functie van
voorzitter, benoemt het college van burgemeester en wethouders zo
spoedig mogelijk een nieuwe voorzitter. De vice-voorzitter, zoals
bedoeld in artikel 4, vervult, tot het moment van benoeming van de
nieuwe voorzitter door het college, tijdelijk de functie van voorzitter.
- 8.
Het lidmaatschap van de GAR eindigt:
- a.
door beëindiging van de zittingsperiode van de GAR;
- b.
- c.
door tussentijds ontslag als bedoeld in het vijfde of zesde lid
van dit artikel;
- d.
door het aanvaarden van een onverenigbare functie zoals genoemd
in artikel 3, vijfde lid;
- e.
door het niet langer meer voldoen aan de in artikel 3, tweede
lid genoemde benoembaarheidseisen.
- 10.
Wanneer een lid komt te verkeren in de omstandigheid dat deze niet
langer meer voldoet aan de benoembaarheidseisen, of een met het
lidmaatschap onverenigbare functie heeft aanvaard, geeft dat lid daarvan
onverwijld schriftelijk kennis aan:
- a.
het college van burgemeester en wethouders;
- b.
Artikel 6 (Ambtelijk) adviseurs Gehandicapten Adviesraad
De GAR wordt afhankelijk van het te behandelen onderwerp, in adviserende zin
bijgestaan door de daartoe of namens het college van burgemeester en
wethouders aangewezen ambtena(a)r(en).
Artikel 7 Commissies ad hoc
- 1.
Door de GAR kunnen commissies ad hoc worden ingesteld die de GAR van
advies kunnen dienen over de door de GAR nader te bepalen
onderwerpen.
- 2.
In elke commissie ad hoc heeft tenminste één lid van het dagelijks
bestuur van de GAR zitting. De GAR beslist per commissie ad hoc hoeveel
mensen zitting hebben in de specifieke commissie ad hoc.
Artikel 8 Vergaderingen
- 1.
De GAR vergadert minstens 6 keer per jaar of zo dikwijls het dagelijks
bestuur of de voorzitter dit ter nakoming van het bepaalde in deze
verordening nodig oordeelt, dan wel indien daarom door tenminste tien
leden schriftelijk en met opgave van redenen aan de voorzitter is
gevraagd.
- 2.
In het geval het houden van een vergadering door het vereiste aantal
leden is gevraagd, wordt deze binnen een redelijke termijn gehouden.
- 3.
De voorzitter bepaalt dag, plaats en uur van de vergaderingen.
- 4.
Voorafgaand aan de vergadering worden de uitnodiging, agenda en overige
vergaderstukken toegezonden aan de leden van de GAR en adviseurs, zoals
bedoeld in artikel 6.
- 5.
De vergaderingen van de GAR zijn als regel openbaar en toegankelijk voor
iedereen. De GAR kan besluiten dat omtrent één of meerdere onderwerpen
in beslotenheid zal worden beraadslaagd en/of besloten. De GAR besluit
hiertoe in ieder geval, indien daarom door het college van burgemeester
en wethouders met betrekking tot een door hen gevraagd advies is
verzocht.
- 6.
Wanneer minder dan de helft van het aantal zittinghebbende leden niet is
opgekomen, kunnen er geen bestuurlijke besluiten genomen worden.
- 7.
De voorzitter bepaalt de orde tijdens de vergadering van de GAR.
Artikel 9 Uitbrengen advies
- 1.
Voor het uitbrengen van een advies door de GAR is de instemming vereist
van tenminste de meerderheid van de ter vergadering aanwezige leden.
- 2.
Een ter vergadering aanwezig lid kan vorderen, dat in het verslag wordt
aangetekend dat deze niet met het advies instemt.
- 3.
Indien omtrent enig voorstel door geen van de ter vergadering aanwezige
leden stemming wordt verlangd, wordt het voorstel geacht te zijn
aangenomen.
- 4.
Indien de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Artikel 10 Verslag vergadering
- 1.
Van elke vergadering wordt een samenvattend verslag opgemaakt.
- 2.
In het verslag wordt in ieder geval melding gemaakt van de genomen
besluiten, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.
- 3.
Het verslag wordt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering van de GAR
vastgesteld.
- 4.
Een exemplaar van het vastgestelde verslag wordt toegezonden naar:
- a.
het college van burgemeester en wethouders;
- b.
de adviseurs als bedoeld in artikel 6
Artikel 11 Adviezen aan B&W / termijn van advisering
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders vraagt als regel aan de GAR
advies over daarvoor, gelet op het bepaalde in artikel 2, eerste lid, in
aanmerking komende onderwerpen, alvorens ter zake besluiten te nemen dan
wel voorstellen aan de gemeenteraad voor te leggen.
- 2.
De GAR adviseert als regel uiterlijk binnen twee maanden nadat daarom is
gevraagd.
- 3.
Indien het niet mogelijk is om binnen de in het tweede lid genoemde
termijn een advies uit te brengen, dan wordt dit voor de afloop van de
termijn schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders
medegedeeld met opgaaf van redenen voor deze vertraging. De mededeling
dient voorts de termijn te vermelden waarbinnen het gevraagde advies kan
worden verwacht.
- 4.
Alle adviezen van de GAR worden schriftelijk en ondertekend door de
voorzitter en de secretaris aan het college van burgemeester en
wethouders medegedeeld.
- 5.
Het college van burgemeester en wethouders kan met redenen omkleed aan
de GAR verzoeken een uitgebracht advies in heroverweging te nemen en aan
de hand daarvan een nader advies uit te brengen.
- 6.
Indien het college van burgemeester en wethouders voornemens is om af te
wijken van een gevraagd dan wel ongevraagd advies van de GAR brengt zij
dit met redenen omkleed ter kennis van de GAR.
- 7.
Indien het college van burgemeester en wethouders in een voorstel aan de
gemeenteraad afwijkt van het gevraagde dan wel ongevraagde advies van de
GAR, wordt dit bij het voorstel vermeld. Hierbij wordt tevens aangegeven
op welke gronden van het advies van de GAR is afgeweken.
Artikel 12 Evaluatie functioneren
- 1.
De GAR stelt één keer per jaar een jaarverslag waarin een inhoudelijke
en financiële verantwoording zijn opgenomen.
- 2.
De GAR rapporteert de resultaten van de in het eerste lid bedoelde
evaluatie schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders.
Het college brengt deze resultaten ter kennisneming van de gemeenteraad.
- 3.
Een besluit tot intrekking van deze verordening en opheffing van de GAR
wordt nadat de GAR is gehoord, door het college van B&W
genomen.
Artikel 13 Facilitering
- 1.
Door of vanwege het college van burgemeester en wethouders wordt zorg
gedragen dat van gemeentewege aan de GAR de nodige informatie wordt
verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de
GAR.
- 2.
De subsidie die de GAR ontvangt van de gemeente, dient onder andere
gebruikt te worden voor de huur van een vergaderruimte en overige
faciliteiten die nodig zijn om naar behoren te kunnen functioneren.
Artikel 14 Slotbepalingen
- 1.
In alle gevallen waarin het bepaalde in deze verordening niet voorziet
met betrekking tot de werkwijze van de adviesraad, beslist de
adviesraad;
- 2.
In alle overige gevallen waarin het bepaalde in deze verordening niet
voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders gehoord de
adviesraad;