Organisatie | Zoeterwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | FINANCIEEL BESLUIT maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoeterwoude 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Betreft een nieuwe regeling.
Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | n.v.t. | 16-12-2014 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
In dit Besluit is (zoveel mogelijk) de volgorde van de artikelen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude (Wmo Verordening 2015 Zoeterwoude) aangehouden.
Alle begrippen, die in dit Besluit worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Verordening, het Besluit maatschappelijke ondersteuning en de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 2 Bedragen persoonsgebonden budget
Artikel 1: Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorziening beschermd wonen (4.6(1))
[1] Verwijzing naar het artikel in de Wmo Verordening 2015 Zoeterwoude
De bedragen per dag per bewoner die een Maatwerkvoorziening Beschermd Wonen ontvangt zijn als volgt:
Artikel 2: Kortdurend Verblijf (4.7.)
Het persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Kortdurend Verblijf luidt: € 101,00 per etmaal met een maximum van 52 etmalen per kalenderjaar.
Indien een maatwerkvoorziening is verstrekt in de vorm van een uitbouw aan de woning, die eigendom is van de cliënt/bewoner, kan er vanuit worden gegaan dat de woning in waarde is gestegen. Daarom dienen de door de gemeente gesubsidieerde kosten bij verkoop van de woning te worden terugbetaald volgens het volgende afschrijvingsschema:
Bij verkoop in het eerste jaar: 100% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;
bij verkoop in het tweede jaar: 85% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;
bij verkoop in het derde jaar: 70% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;
bij verkoop in het vierde jaar: 55% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;
bij verkoop in het vijfde jaar: 40% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;
bij verkoop in het zesde jaar: 25% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;
bij verkoop in het zevende jaar: 10% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten.
Artikel 4: Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning (4.10)
Artikel 6. Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorziening begeleiding groep
Artikel 7: Omvang (van de eenmalige uitkering) van het persoonsgebonden budget bij koop en huur rolstoel en scootermobiel (4.12)
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel en voor een scootermobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties (A) en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering (B). Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, als bedoeld in het tweede lid, ten hoogste:
Hoofdstuk 3: Bedragen maatwerkvoorzieningen voor vervoer (4.11)
Artikel 9: Bedragen maatwerkvoorzieningen vervoer
Voor zover partners (2) beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
[2] Partners zijn personen die meerderjarig zijn jarig zijn en: getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of
allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of in een vergelijkbare administratie buiten Nederland.
Hoofdstuk 4: Financiële tegemoetkoming in de meerkosten (4.13)
Hoofdstuk 5: Bijdrage in de kosten van een voorziening (5.1. en 5.2.)
Artikel 12: Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen (5.2.)
De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1, lid 1 van het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:
Artikel 13: Hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage maatwerkvoorzieningen in natura
De bijdrage op het persoonsgebonden budget is maximaal het verstrekte (jaar)budget.
Voor overgangscliënten. als bedoeld onder artikel 12 van dit besluit. geldt dat van het jaarbudget zoals berekend op basis van artikel 12 lid 1 en 2 het in de AWBZ vigerende percentage wordt opgevoerd aan het Centraal Administratie Kantoor om de bijdrage in het overgangsjaar 2015 te berekenen.
Hoofdstuk 6: Overgangsregelingen persoonsgebonden budget Hulp bij het Huishouden, Begeleiding en Beschermd wonen
Artikel 14: Overgangsregeling persoonsgebonden budget Hulp bij het huishouden
Artikel 15: Overgangsregeling persoonsgebonden budget Begeleiding AWBZ (individueel, groep en kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging )
Voor zover sprake is van een wettelijk overgangsrecht van een eerder gestelde indicatie op basis van Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten, zoals bedoeld in artikel 8.3 van de Wet, is de vaststelling van het persoonsgebonden budget als volgt.
over het jaarbudget zoals dat gold onder de AWBZ wordt in de periode van 1 april 2015 tot en met 31 december 2015 een korting van 11% toegepast. Deze korting wordt individueel toegepast na een zorgvuldige voorprocedure, waarbij de klant de gelegenheid krijgt zijn zienswijze daarover te geven. Het college kan op basis daarvan nagaan of er bijzondere omstandigheden zijn, die in dit individuele geval aanleiding geven, geen korting of een lagere korting toe te passen.
Artikel 16: Overgangsregeling persoonsgebonden budget Beschermd wonen.
Voor zover sprake is van een wettelijk overgangsrecht van een gestelde indicatie voor Beschermd Wonen op basis van Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten, zoals bedoeld in artikel 8.4 van de Wet, is de vaststelling van het persoonsgebonden budget als volgt: Over het jaarbudget zoals dat gold onder de AWBZ wordt in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 geen korting toegepast.
Hoofdstuk 7: Slotbepalingen (9.1. - 9.5)
Artikel 17: Hardheidsclausule (9.1)
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in ditBesluit, indien toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.