Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoeterwoude

FINANCIEEL BESLUIT maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoeterwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFINANCIEEL BESLUIT maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoeterwoude 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Betreft een nieuwe regeling.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2016n.v.t.

16-12-2014

Gemeenteblad van 24 december 2014.

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

FINANCIEEL BESLUIT maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

In dit Besluit is (zoveel mogelijk) de volgorde van de artikelen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude (Wmo Verordening 2015 Zoeterwoude) aangehouden.

Alle begrippen, die in dit Besluit worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Verordening, het Besluit maatschappelijke ondersteuning en de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 Bedragen persoonsgebonden budget

Artikel 1: Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorziening beschermd wonen (4.6(1))

[1] Verwijzing naar het artikel in de Wmo Verordening 2015 Zoeterwoude

 

De bedragen per dag per bewoner die een Maatwerkvoorziening Beschermd Wonen ontvangt zijn als volgt:

 

 

Exclusief dagbesteding

Inclusief dagbesteding

Beschermd wonen met begeleiding (ZZP 1)

€ 44,75

€ 70,89

Gestructureerd beschermd wonen met uitgebreide begeleiding (ZZP 2)

€ 72,37

€ 100,36

Beschermd wonen met intensieve begeleiding (ZZP 3)

€ 79,87

€ 111,15

Gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding en verzorging (ZZP 4)

€ 96,29

€ 130,88

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering (ZZP 5)

€ 104,99

€ 141,15

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging (ZZP 6)

€ 132,46

€ 172,82

Artikel 2: Kortdurend Verblijf (4.7.)

Het persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Kortdurend Verblijf luidt: € 101,00 per etmaal met een maximum van 52 etmalen per kalenderjaar.

Artikel 3: Uitbouw

Indien een maatwerkvoorziening is verstrekt in de vorm van een uitbouw aan de woning, die eigendom is van de cliënt/bewoner, kan er vanuit worden gegaan dat de woning in waarde is gestegen. Daarom dienen de door de gemeente gesubsidieerde kosten bij verkoop van de woning te worden terugbetaald volgens het volgende afschrijvingsschema:

Bij verkoop in het eerste jaar: 100% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;

bij verkoop in het tweede jaar: 85% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;

bij verkoop in het derde jaar: 70% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;

bij verkoop in het vierde jaar: 55% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;

bij verkoop in het vijfde jaar: 40% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;

bij verkoop in het zesde jaar: 25% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten;

bij verkoop in het zevende jaar: 10% van de door de gemeente gesubsidieerde kosten.

Artikel 4: Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning (4.10)

  • 1.

    De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning Basis, Speciaal en Speciaal Plus luiden per periode van vier weken:

    Type ondersteuning

    Professional

    Non – Professional

    Huishoudelijke Ondersteuning Basis

    € 292,-

    € 224,-

    Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal

    € 261,-

    € 201,-

    Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal Plus

    € 391,50

    € 301,50

     

  • 2.

    De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Maaltijdverzorging of Kindverzorging bedragen per uur:

    • a.

      voor Maaltijdverzorging of Kindverzorging ingezet door een non-professional: € 16,75.

    • b.

      voor Maaltijdverzorging of Kindverzorging ingezet door een professional: € 21,75

Artikel 5. Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel

  • 1.

    De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Individueel Basis luiden per periode van vier weken:

    Begeleiding Individueel Basis

    Intensiteit 1 (gewoon)

    Intensiteit 2 (intensief)

    Professional

    € 192,-

    € 576,-

    Non-Professional

    € 127,50

    € 382,50

  • 2.

    De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Individueel Speciaal luiden per periode van vier weken:

    Begeleiding Individueel Speciaal

    Intensiteit 1 (gewoon)

    Intensiteit 2 (intensief)

    Professional

    € 225,-

    € 675,-

    Non-Professional

    € 150,-

    € 450,-

     

Artikel 6. Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorziening begeleiding groep

  • 1.

    Lid 1.De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Groep Basis luiden per periode van vier weken:

    Begeleiding Groep Basis

    Intensiteit 1 (gewoon)

    Intensiteit 2 (intensief)

    Professional

    € 246,-

    € 615,-

    Professional + vervoer

    € 306,-

    € 765,-

    Non - Professional

    € 189,-

    € 472,50

    Non – Professional + vervoer

    € 249,-

    € 622,50

  • 2.

    De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Groep Speciaal luiden per periode van vier weken:

    Begeleiding Groep Speciaal

    Intensiteit 1 (gewoon)

    Intensiteit 2 (intensief)

    Professional

    € 348,-

    € 870,-

    Professional + vervoer

    € 408,-

    € 1.020,-

    Non - Professional

    € 267,-

    € 667,50

    Non – Professional + vervoer

    € 327,-

    € 817,50

     

  • 3.

    De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Groep Speciaal Plus luiden per periode van vier weken:

    Begeleiding Groep Speciaal Plus

    Intensiteit 1 (gewoon)

    Intensiteit 2 (intensief)

    Professional

    € 420,-

    € 1.050,-

    Professional + vervoer

    € 480,-

    € 1.200,-

    Non - Professional

    € 321,-

    € 802,50

    Non – Professional + vervoer

    € 381,-

    € 952,50

     

  • 4.

    Indien met de bedragen genoemd in artikel 1, 2 en 3 niet het gewenste resultaat bereikt wordt binnen de maximaal gestelde uren, kan op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur:

     

    Professional

    Non-professional

    Huishoudelijke Ondersteuning basis

    € 18,25

    € 14,00

    Huishoudelijke ondersteuning speciaal

    € 21,75

    € 16,75

    Huishoudelijke ondersteuning speciaal plus

    € 21,75

    € 16,75

    Begeleiding individueel basis

    € 32,00

    € 21,25

    Begeleiding individueel speciaal

    € 37,50

    € 25,00

    Begeleiding groep basis

    € 20,50

    € 15,75

    Begeleiding groep basis met vervoer

    € 25,50

    € 20,75

    Begeleiding groep speciaal

    € 29,00

    € 22,25

    Begeleiding groep speciaal met vervoer

    € 34,00

    € 27,25

    Begeleiding groep speciaal plus

    € 35,00

    € 26,75

    Begeleiding groep speciaal plus met vervoer

    € 40,00

    € 31,75

     

Artikel 7: Omvang (van de eenmalige uitkering) van het persoonsgebonden budget bij koop en huur rolstoel en scootermobiel (4.12)

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel en voor een scootermobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties (A) en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering (B). Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, als bedoeld in het tweede lid, ten hoogste:

     

    SOORT VOORZIENING

    Totaal

    (A+B)

    Aanschaf

    (A)

    Verzekering en

    onderhoud voor

    hele periode (B)

    1

    duwwandelwagen voor continu

    gebruik

    € 3.450,00

    € 2.950,00

    € 500,00

    2

    handbewogen rolstoel voor

    incidenteel/kortdurend gebruik

    € 525,00

    € 400,00

    € 125,00

    3

    handbewogen rolstoel voor (semi-)permanent/algemeen gebruik

    € 1.375,00

    € 1.125,00

    € 250,00

    4

    handbewogen rolstoel voor

    actief gebruik

    € 2.600,00

    € 2.100,00

    € 500,00

    5

    elektrische rolstoel voor

    (semi-)permanent gebruik, primair binnen, maar ook om het huis

    € 9.000,00

    € 6.600,00

    € 2.400,00

    6

    elektrische rolstoel voor

    (semi-)permanent gebruik, primair buiten, maar ook binnenshuis

    €10.250,00

    € 7.900,00

    € 2.350,00

    7

    scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (8 km/uur)

    € 2.350,00

    € 950,00

    € 3.300,00

    8

    scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (10 km/uur)

    € 2.700,00

    € 1.100,00

    € 3.800,00

    9

    scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (15 km/uur)

    € 3.600,00

    € 1.350,00

    € 4.950,00

  • 2.

    Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag (A+B), gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel 7).

  • 3.

    De restwaarde van het hulpmiddel wordt als volgt bepaald:

    Bij verhuizing of overlijden of niet meer adequaat zijn van de voorziening

    Restwaarde als percentage van het verstrekte aanschafgedeelte van het persoonsgebonden budget

    Eerste jaar

    85%

    Tweede jaar

    70%

    Derde jaar

    55%

    Vierde jaar

    40%

    Vijfde jaar

    25%

    Zesde jaar

    10%

     

Hoofdstuk 3: Bedragen maatwerkvoorzieningen voor vervoer (4.11)

Artikel 8: Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer

  • 1.

    De vergoeding voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) bedraagt op jaarbasis maximaal:

    • a.

      voor gebruik van het CVV 384 zones

    • b.

      voor vervoer vrij besteedbaar € 288,00

  • 2.

    Personen die een (maatwerk)voorziening ontvangen in de vorm van de Regiotaxi, moeten een bijdrage betalen in de Regiotaxi. De hoogte van deze bijdrage is gelijk aan het OV-chip –tarief (omgerekend naar een zonetarief). Het OV chip-tarief bedraagt € 0,72 per zone voor 65- en € 0,47 voor 65+.

Artikel 9: Bedragen maatwerkvoorzieningen vervoer

  • 1.

    De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:

    • a.

      voor vervoer per taxi € 1.860,00

    • b.

      voor een combinatie van taxi en vervoer met de eigen auto € 1.218,00

    • c.

      voor een rolstoeltaxi € 2.832,00

    • d.

      voor een voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel € 576,00

    • e.

      voor een combinatie van c en d: voor de rolstoeltaxi (1.000 kilometer) € 1.416,00plus voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel (1.000 kilometer) € 288,00

    • f.

      Voor een bruikleenauto/buitenwagen met verbrandingsmotor € 240,00

  • 2.

    De hoogte van de bedragen wordt voor aanvragers tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen:

    • a.

      0% voor aanvragers tot 4 jaar;

    • b.

      25% voor aanvragers van 4 tot 6 jaar;

    • c.

      50% voor aanvragers van 6 tot 12 jaar; en

    • d.

      75% voor aanvragers van 12 tot 16 jaar.

  • 3.

    Voor zover partners (2) beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.

     

    [2] Partners zijn personen die meerderjarig zijn jarig zijn en: getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of

    allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of in een vergelijkbare administratie buiten Nederland.

     

  • 4.

    Voor zover partners beide geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV wordt aan hen ieder maximaal toegekend:

    • a.

      100% van het aantal zones voor het gebruik van het CVV; en

    • b.

      indien van toepassing, 50% van vrij besteedbaar bedrag.

  • 5.

    Voor zover partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV, en één van hen kiest voor de tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto, wordt aan ieder van hen maximaal 50% toegekend van het maximumbedrag voor het gebruik van de eigen auto.

  • 6.

    Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal kilometers met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.

Hoofdstuk 4: Financiële tegemoetkoming in de meerkosten (4.13)

Artikel 10: Omvang van de vergoeding in de meerkosten

  • 1.

    De vergoeding in de meerkosten voor:

  • a.

    vervoer per eigen auto bedraagt: € 576,00 per jaar.

  • b.

    verhuiskosten bedraagt: € 1.975,00 eenmalig.

  • c.

    aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt: € 2.500,00 per drie jaar.

  • 2.

    De persoon, aan wie een vergoeding in de meerkosten is verleend, is geen bijdrage verschuldigd.

Hoofdstuk 5: Bijdrage in de kosten van een voorziening (5.1. en 5.2.)

Artikel 11: Bijdrage voor algemene voorzieningen (5.1.)

  • 1.

    Voor de volgende algemene voorzieningen is een inwoner een bijdrage in de kosten verschuldigd:

    • a.

      huishoudelijke ondersteuning;

    • b.

      Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (Regiotaxi)

  • 2.

    De bijdrage in de kosten van:

    • a.

      Huishoudelijke Ondersteuning;

    • I.

      bij een inkomen tot 120% van het wettelijk minimumloon: geen bijdrage.

    • II.

      bij een inkomen vanaf 120% van het wettelijk minimumloon: € 10,- per uur;

    • b.

      vervoer zie artikel 8 lid 2 van dit Besluit

Artikel 12: Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen (5.2.)

  • 1.

    De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.

  • 2.

    Het bepaalde in de voorgaande leden blijft buiten toepassing als:

    • a.

      de maatwerkvoorziening bestaat uit een rolstoel;

    • b.

      het een maatwerkvoorziening betreft in gemeenschappelijke ruimten van wooncomplexen;

    • c.

      de maatwerkvoorziening, een hulpmiddel is voor een belanghebbende jonger dan 18 jaar;

  • 3.

    De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1, lid 1 van het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:

    • a.

      de kostprijs van de maatwerkvoorziening in natura;

    • b.

      de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening;

     

  • 4.

    De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:

    • a.

      gelijk aan de verstrekkingsduur van een maatwerkvoorziening in natura, anders dan in eigendom;

    • b.

      gelijk aan de verstrekkingsduur van een periodiek persoonsgebonden budget;

    • c.

      gelijk aan de termijn die geldt tot de kostprijs van de voorziening is betaald. Deze termijn wordt in de toekenningsbeschikking van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening vermeld.

  • 5.

    De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.

Artikel 13: Hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage maatwerkvoorzieningen in natura

  • 1.
    • De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 5.2 van de Wmo Verordening 2015 Zoeterwoude, voor de maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning in natura bedraagt voor:

    • a.

      Inwoners met een indicatie voor Huishoudelijke hulp, voor zover de indicatie voor Hulp bij het huishouden heeft plaatsgevonden op basis van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 zoals deze gold tot 31 december 2014 :

      • ·

        Hulp bij het huishouden Categorie A natura: € 19,- per uur;

      • ·

        Hulp bij het huishouden Categorie B natura: € 23,- per uur.

    • b.

      Inwoners die aanspraak maken op een maatwerkvoorziening voor Huishoudelijke Ondersteuning op basis van de Wmo Verordening Zoeterwoude 2015:

      • ·

        Huishoudelijke Ondersteuning Basis: € 20,- per uur;

      • ·

        Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal: € 24,- per uur;

      • ·

        Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal Plus € 24,- per uur.

  • 2.

    De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 5.2 van de Wmo Verordening 2015, voor de maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel in natura bedraagt voor:

    • a.

      Inwoners met een indicatie voor Begeleiding en/of persoonlijke verzorging, voor zover sprake is van een wettelijk overgangsrecht van een gestelde indicatie op basis van Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, zoals bedoeld in artikel 8.3 van de Wet: € 14,20 per uur.

    • b.

      Inwoners die aanspraak maken op een maatwerkvoorziening voor Begeleiding Individueel op basis van de Wmo Verordening Zoeterwoude 2015:

      • ·

        Begeleiding Individueel Basis: € 24,- per uur;

      • ·

        Begeleiding Individueel Speciaal: € 24,- per uur.

  • 3.

    De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 5.2 van de Wmo Verordening 2015, voor de maatwerkvoorziening Begeleiding Groep in natura bedraagt voor:

    • a.

      Inwoners met een indicatie voor Begeleiding, voor zover sprake is van een wettelijk overgangsrecht van een gestelde indicatie op basis van Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, zoals bedoeld in artikel 8.3 van de Wet : € 14,20 per dagdeel.

    • b.

      Inwoners die aanspraak maken op een maatwerkvoorziening voor Begeleiding Groep op basis van de Wmo Verordening Zoeterwoude 2015:

      • ·

        Begeleiding Groep Basis: € 24,- per dagdeel;

      • ·

        Begeleiding Groep Speciaal: € 24,- per dagdeel;

      • ·

        Begeleiding Groep Speciaal Plus: € 24,- per dagdeel.

     

  • 4.

    De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening kortdurend verblijf in natura voor:

    • a.

      Inwoners die aanspraak maken op een maatwerkvoorziening voor kortdurende verblijf op basis van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude 2015 € 48,00 per etmaal met een maximum van 52 etmalen per kalenderjaar.

  • 5.

    De wijze van berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen in natura en persoonsgebonden budget geschiedt op basis van door het ministerie van VWS bepaalde regels.

  • 6.

    De bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening vervoer in natura voor:

    • ·

      scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (8 km/uur) huurprijs per 4 weken: €24,50

    • ·

      scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (10 km/uur) huurprijs per 4 weken €28,00

    • ·

      scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (15 km/uur) huurprijs per 4 weken €33,25

  • 7.

    De bijdrage op het persoonsgebonden budget is maximaal het verstrekte (jaar)budget.

    Voor overgangscliënten. als bedoeld onder artikel 12 van dit besluit. geldt dat van het jaarbudget zoals berekend op basis van artikel 12 lid 1 en 2 het in de AWBZ vigerende percentage wordt opgevoerd aan het Centraal Administratie Kantoor om de bijdrage in het overgangsjaar 2015 te berekenen.

Hoofdstuk 6: Overgangsregelingen persoonsgebonden budget Hulp bij het Huishouden, Begeleiding en Beschermd wonen

Artikel 14: Overgangsregeling persoonsgebonden budget Hulp bij het huishouden

  • 1.

    Voor zover de indicatie voor Hulp bij het huishouden heeft plaatsgevonden op basis van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoeterwoude 2012 zoals deze gold tot 31 december 2014 is de vaststelling van het persoonsgebonden budget t/m 12 juli 2015 als volgt:

    • a.

      Ondersteuning categorie A € 16,50 per uur;

    • b.

      Ondersteuning categorie B € 20,50 per uur .

    Na 12 juli 2015 vervalt de overgangsregeling

  • 2.

    Het totale persoonsgebonden budget voor Hulp bij het huishouden is afhankelijk van het aantal uren, de categorie en de einddatum van de indicatie.

Artikel 15: Overgangsregeling persoonsgebonden budget Begeleiding AWBZ (individueel, groep en kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging )

  • 1.

    Voor zover sprake is van een wettelijk overgangsrecht van een eerder gestelde indicatie op basis van Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten, zoals bedoeld in artikel 8.3 van de Wet, is de vaststelling van het persoonsgebonden budget als volgt.

    • a.

      over het jaarbudget zoals als dat gold onder de AWBZ wordt in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 maart 2015 geen korting toegepast.

    • b.

      over het jaarbudget zoals dat gold onder de AWBZ wordt in de periode van 1 april 2015 tot en met 31 december 2015 een korting van 11% toegepast. Deze korting wordt individueel toegepast na een zorgvuldige voorprocedure, waarbij de klant de gelegenheid krijgt zijn zienswijze daarover te geven. Het college kan op basis daarvan nagaan of er bijzondere omstandigheden zijn, die in dit individuele geval aanleiding geven, geen korting of een lagere korting toe te passen.

  • 2.

    Het totale persoonsgebonden budget voor de overgangscliënten, zoals bedoeld in artikel 8.3 van de Wet, is afhankelijk van de omvang van de indicatie, de verstrekte voorziening en de einddatum van de indicatie.

Artikel 16: Overgangsregeling persoonsgebonden budget Beschermd wonen.

  • 1.

    Voor zover sprake is van een wettelijk overgangsrecht van een gestelde indicatie voor Beschermd Wonen op basis van Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten, zoals bedoeld in artikel 8.4 van de Wet, is de vaststelling van het persoonsgebonden budget als volgt: Over het jaarbudget zoals dat gold onder de AWBZ wordt in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 geen korting toegepast.

Hoofdstuk 7: Slotbepalingen (9.1. - 9.5)

Artikel 17: Hardheidsclausule (9.1)

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in ditBesluit, indien toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18: Citeertitel en inwerkingtreding (9.5 en 9.6)

  • 1.

    Dit Besluit wordt aangehaald als: 'Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoeterwoude 2015'.

     

  • 2.

    Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 3.

    Met inwerkingtreding van dit Besluit wordt het 'Besluit voorzieningen maatschappelijkeondersteuning gemeente Zoeterwoude 2014’ ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 december 2014.

Het College van Burgemeester en wethouders,

De secretaris,

W.A.M. Zoetemelk-van der Hulst

de burgemeester,

E.G.E.M. Bloemen