Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

VERORDENING OVERLEG EDUCATIEF BERAAD

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING OVERLEG EDUCATIEF BERAAD
CiteertitelVerordening overleg educatief beraad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-04-1998nieuwe regeling

17-02-1998

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OVERLEG EDUCATIEF BERAAD

 

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,

 

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 27 januari 1998, Dienst KCO, no. 98-2116;

 

gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

 

gehoord de commissie "Stadsbeheer en Onderwijs";

 

gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen d.d. 12 november 1997;

 

overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen over het lokaal onderwijsbeleid;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende:

"Verordening overleg Educatief Beraad

 

Hoofdstuk I Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of, bijzondere school voor basisonderwijs, voor speciaal onderwijs/voor speciaal voortgezet onderwijs/voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs/voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs/voor algemeen voortgezet onderwijs/voor voorbereidend beroepsonderwijs, die geheel of gedeeltelijk gehuisvest is in een gebouw dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente Maastricht;

  • b.

    advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • c.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    Educatief Beraad: het overlegorgaan waarin het op overeenstemming gericht overleg met betrekking tot het lokaal onderwijsbeleid wordt gevoerd.

Hoofdstuk II Overleg
Paragraaf 2.1. Het Educatief Beraad
Artikel 2 Functie Educatief Beraad
  • 1.

    In het Educatief Beraad voeren Burgemeester en wethouders overleg met de vertegenwoordigers van alle schoolbesturen over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    In het Educatief Beraad komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • b.

      de overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

  • 3.

    Op de onderwerpen genoemd in het tweede lid onder b, is artikel 9 niet van toepassing.

Artikel 3 Samenstelling van het Educatief Beraad
  • 1.

    Aan het Educatief Beraad nemen de afzonderlijke schoolbesturen deel.

    De voorzitter van het betreffende schoolbestuur voert het overleg namens dit schoolbestuur. De voorzitter kan zich laten vervangen mits burgemeester en wethouders hiervan voorafgaand aan het overleg op de hoogte zijn gesteld.

  • 2.

    Schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het Educatief Beraad.

  • 3.

    De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in het Educatief Beraad.

  • 4.

    De portefeuillehouder onderwijs en de voorzitter of diens plaatsvervanger van een schoolbestuur kunnen zich laten bijstaan door een adviseur.

  • 5.

    Het Educatief Beraad wijst in onderling overleg de voorzitter van het Educatief Beraad aan.

Artikel 4 Derden

Derden kunnen, indien de voorzitter van het Educatief Beraad dit wenst of de schoolbesturen, genoemd in artikel 3 dit wenst of wensen, deelnemen aan het overleg.

Paragraaf 2.2. Voorbereiding van het overleg
Artikel 5 Uitnodiging
  • 1.

    Alvorens burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad een voorstel doen over een onderwerp, zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie als bedoeld in artikel 7 toe aan alle schoolbesturen.

  • 2.

    De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen tenminste twee weken.

  • 3.

    De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

Artikel 6 Secretariaat

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het Educatief Beraad.

Artikel 7 Voorbereiding
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorafgaand aan het overleg in het Educatief Beraad een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen.

  • 2.

    Het voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover wel en waarover geen overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.

Artikel 8 Agendaoverleg
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een agendaoverleg instellen. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het Educatief Beraad aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.

  • 2.

    Aan het agendaoverleg kunnen de portefeuillehouder onderwijs en een in het Educatief Beraad af te spreken aantal vertegenwoordigers van de schoolbesturen deelnemen.

Paragraaf 2.3. Uitvoering overleg
Artikel 9 Advies Onderwijsraad
  • 1.

    Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken zij dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om het advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5.

    De gemeenteraad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover het advies is gevraagd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het door de Onderwijsraad uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader overleg. In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7.

    Het overleg als bedoeld in het vorige lid vindt binnen twee weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de gemeenteraad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.

Artikel 10 Verslaglegging: informeren gemeenteraad
  • 1.

    Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

    • a.

      of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a of b van toepassing is;

    • b.

      of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

    • c.

      de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en indien van toepassing de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;

    • d.

      de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijk voorstel.

Indien artikel 9 eerste lid van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3.

    Het Educatief Beraad stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wethouders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen. Binnen tien dagen na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast met inachtneming van de opmerkingen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voorzover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

Artikel 11 Heropening overleg
  • 1.

    Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de gemeenteraad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het Educatief Beraad was bereikt.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het Educatief Beraad zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de gemeenteraad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de gemeenteraad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag zoals bedoeld in artikel 10. De gemeenteraad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

Hoofdstuk III Slotbepalingen
Artikel 12 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.

Artikel 13 Citeertitel; inwerkingtreding
  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg Educatief Beraad.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking, onder gelijktijdige intrekking van de verordening procedure overleg huisvesting, met ingang van de dag na de bekendmaking.

 

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 17 februari 1998.

 

de secretaris,

Mr. Dr. A. Lutters,

 

de voorzitter,

Mr. Ph. Houben