Organisatie | Werk en Inkomen Lekstroom |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verlaging uitkering Participatiewet (artikelen 27 en 28) Werk en Inkomen Lekstroom |
Citeertitel | Beleidsregels verlaging uitkering Participatiewet (artikelen 27 en 28) |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 27 en 28 Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Lopik: Het Kontakt van 23 december 2014; Vianen: Het Kontakt van 30 december 2014; Nieuwegein: De Molenkruier van 30 december 2014; Houten: Houtens Nieuws van 7 januari 2015; IJsselstein: Zenderstreeknieuws van 14 januari 2015 | 22353/2014 |
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom,
gelet op artikel 27 en 28 van de Participatiewet
besluit de volgende beleidsregels vast te stellen:
Beleidsregels verlaging uitkering Participatiewet (artikelen 27 en 28) Werk en Inkomen Lekstroom
In dit document is vastgelegd welke regels gelden voor de uitvoering van verlagingen (anders dan door afstemming) in het geval van een belanghebbenden zonder woonlasten (artikel 27 Participatiewet) en schoolverlaters (artikel 28 Participatiewet).
Deze regels worden uitgevoerd door Werk en Inkomen Lekstroom, in opdracht van de gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen. Deze beleidsregels vormen de grondslag voor de te nemen besluiten.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Aan de in deze beleidsregels gehanteerde begrippen wordt de betekenis toegekend die in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht is aangegeven.
De systematiek van de toeslagen en verlagingen wijzigt met de invoering van de Participatiewet; de toeslagen komen geheel te vervallen. De ‘Toeslagenverordening WWB WIL’ is inmiddels ook ingetrokken per 1 januari 2015. Verlagingen (anders dan door afstemming) zijn alleen nog mogelijk in het geval van belanghebbenden met lagere woonlasten (artikel 27 Participatiewet) en schoolverlaters (artikel 28 Participatiewet).
De bepalingen voor deze beleidsregels gelden alleen voor belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Er wordt zo veel mogelijk aangehaakt bij de definities van de Participatieweten en de Algemene wet bestuursrecht Indien echter een begrip niet (eenduidig) is gedefinieerd, bepaalt het bestuur van WIL de invulling van dit begrip.
Onder ‘het ontbreken van woonlasten’ wordt verstaan;
Wanneer een woning wordt bewoond waaraan enkel kosten zijn verbonden vanwege gas, water, elektra en verzekeringen, is er sprake van een woning waaraan géén woonkosten zijn verbonden.
Door het gebruik van het “en/of” criterium wordt een anti-cumulatie-artikel overbodig, er wordt (indien van toepassing) slechts één verlaging toegepast.
Bij schoolverlaters geldt de verlaging in de periode van maximaal 6 maanden nadat de scholing is geëindigd. Een voorbeeld:
Wanneer een jongere op 1 juli een studie beëindigt en per 1 september uitkering aanvraagt, kan de verlaging vanaf 1 september nog 4 maanden duren.
Bij schoolverlaters wordt de uitkering met 20% verlaagd, ook al zijn bij gehuwden beide partners als schoolverlater aan te merken.