Organisatie | Voerendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Werk, zorg en inkomen |
Geen
Wet WMO 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | 01-12-2015 | Nieuwe regeling | 23-12-2014 Weekblad Gezien, 14-01-2015 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
Cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.
Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeren en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget
Artikel 2 Verstrekking Persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget ten behoeve van diensten (hulp bij het huishouden, persoonlijke begeleiding, dagbesteding – al dan niet in combinatie met vervoer, kort verblijf/respijtzorg) wordt, o.g.v. artikel 2.6.2. van de wet, na toekenning periodiek uitgekeerd door de SVB die het Pgb beheert. De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt.
Artikel 3 Verantwoording persoonsgebonden budget
b) Uit het persoonsgebonden budget verstrekt voor diensten mag niet betaald worden:
c) Het college stelt vast of de budgethouder het persoonsgebonden budget aan de onder in artikel 3 lid 2 sub a) genoemde zaken heeft besteed. Bij gebleken misbruik of onverantwoord gebruik van het toegekende persoonsgebonden budget kan het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd of ingetrokken.
2.a) Uit het persoonsgebonden budget voor overige voorzieningen mag betaald worden:
b) Uit het persoonsgebonden budget voor overige voorzieningen mag niet worden betaald:
c) Het college stelt vast of de budgethouder het persoonsgebonden budget aan de onder in artikel 3 lid 3 sub a) genoemde zaken heeft besteed. Bij gebleken misbruik of onverantwoord gebruik van het toegekende persoonsgebonden budget kan het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd of ingetrokken.
Artikel 4 Hoogte Persoonsgebonden budget Hulp bij huishouden
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
a) een bedrag per uur beschikbaar gesteld voor Hulp bij het huishouden – basis, waarbij de zorg wordt geleverd door familie, bekenden of een alfahulp, zoals opgenomen in bijlage 4.
b) een bedrag per uur beschikbaar gesteld voor Hulp bij het huishouden – basis waarbij de zorg wordt geleverd door een zorgaanbieder / Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer, zoals opgenomen in bijlage 4.
c) een bedrag per uur beschikbaar gesteld voor Hulp bij het huishouden – plus, zoals opgenomen in bijlage 4. Hierbij dient te allen tijde de zorg te worden geleverd door een zorgaanbieder / Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer (minimaal MBO niveau 3).
De vóór 1 januari 2011 toegekende persoonsgebonden budgetten voor HbH basis behouden het recht op een vergoeding van € 14,92 per uur tot het moment van beëindiging van de voorziening. Als bij een herindicatie blijkt dat de zorg door een zorgaanbieder / Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer wordt geleverd, wordt vanaf de datum van de nieuwe indicatie het hierbij behorende tarief verstrekt. Als bij de herindicatie blijkt dat de zorg door familieleden of bekenden wordt geleverd, wordt het tarief ad € 14,92 per uur aangehouden. Dit tarief wordt wordt niet geïndexeerd tot het moment waarop het tarief ad € 14,92 per uur gelijk of hoger is aan het persoonsgebonden budget-tarief voor HbH basis welke door familie, bekenden of een alfahulp wordt ingevuld. Vanaf dan geldt voor deze bestaande budgethouders dezelfde tarieven als voor nieuwe indicaties / budgethouders.
Artikel 5 Hoogte persoonsgebonden budget 'persoonlijke begeleiding- individueel'
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
Artikel 6. Hoogte persoonsgebonden budget 'persoonlijke begeleiding – Groep'
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
Artikel 7. Hoogte persoonsgebonden budget 'dagbesteding'
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
a) groepsbegeleiding of dagbesteding met laag intensieve ondersteuning uitgevoerd door (vrijwilligers met ondersteuning van) een beroepskracht, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als bij de Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer;
b) groepsbegeleiding of dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning vanwege gedrag, sterk verminderde zelfregie en/of uitgebreide beperkingen, uitgevoerd door daartoe opgeleide personen, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als bij de Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer.
Artikel 8 Hoogte Persoonsgebonden budget respijtzorg / kortdurend verblijf
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
a) voor de daadwerkelijke kosten voor het bed-bad-brood en een dagactiviteit met cliënt, indien dit wordt uitgevoerd door een persoon uit het sociaal netwerk, zoals opgenomen in bijlage 4.
b) gebaseerd op het laagste tarief per etmaal van een door de gemeente gecontracteerde zorg in natura aanbieder, indien de ondersteuning wordt uitgevoerd door daartoe opgeleide personen, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als zelfstandig ondernemer geregistreerd bij de kamer van koophandel, met eventuele ondersteuning van vrijwilligers, zoals opgenomen in bijlage 4.
Artikel 9 Hoogte Persoonsgebonden budget bij (sport)rolstoelvoorzieningen en -aanpassingen
a) het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura bedragen. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van 3 offertes).
Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.
Artikel 10 Hoogte van het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen (CVV, scootmobiel, kosten auto-aanpassing, taxi kosten)
Bij de verstrekking of toekenning van een maatwerkvoorziening voor vervoer geniet de voorziening, zoals bedoeld in artikel 10 lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 (CVV) altijd het primaat boven de verstrekking van een persoonsgebonden budget. Uitzondering hierop zijn de vervoersvoorzieningen die om medische redenen en/of andere zwaarwegende redenen niet ingevuld kunnen worden door de verstrekking van een collectieve vervoersvoorziening.
a) het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura bedragen. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).
Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.
Het persoonsgebonden budget voor taxikosten en individuele rolstoeltaxikosten is bepaald op basis van de goedkoopst adequate voorziening; het CVV. Dit houdt in dat het pgb voor de individuele taxikosten en individuele rolstoeltaxikosten voor maximaal 1500 km per jaar worden toegekend vermenigvuldigd met de km-vergoeding zoals genoemd in bijlage 4.
Een persoonsgebonden budget voor een auto-aanpassing wordt bepaald op basis van de werkelijke kosten (goedkoopst adequate offerte van drie offertes), maar bedraagt nooit meer dan de goedkoopst adequate voorziening; nml het persoonsgebonden budget voor de rolstoeltaxikosten. Dit houdt in dat het persoonsgebonden budget voor een auto-aanpassing maximaal 1500 maal het tarief voor de km-vergoeding van rolstoelvervoer, zoals genoemd in bijlage 4, bedraagt.
Artikel 11 Hoogte van het persoonsgebonden budget woonvoorzieningen
a) het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura bedragen. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).
Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.
2.a) Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van woningaanpassingen (zoals douche op afschot, verbreden deuropeningen, aanpassen van functie woonruimten, etc.) wordt een bedrag beschikbaar gesteld overeenkomstig de door de gemeente opgestelde kostenraming. De kostenraming komt tot stand o.b.v. de jaarlijks geactualiseerde lijst met normbedragen van een onafhankelijk adviesbureau, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).
b) Indien de onder a) verstrekte maatwerkvoorziening gerealiseerd wordt door een persoon uit het sociaal netwerk, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de benodigde materiaalkosten vermeerderd met de vigerende vrijwilligersvergoeding zoals door de belastingdienst bepaald.
Artikel 13 Hoogte van persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting
Rekening houdend met artikel 10 lid 4 sub a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 kan het college een persoonsgebonden budget in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen aan een persoon. Het betreffen kosten die moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van de huidige woonruimte of de nog te betrekken woonruimte. De kosten hebben alleen betrekking op de periode dat de woonruimte ten gevolge van het verrichten van de woningaanpassing niet bewoond kan worden, en de persoon als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan. Dit persoonsgebonden budget wordt alleen verleend als de persoon redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen dat hij deze dubbele woonlasten zou hebben.
a) de werkelijke kosten met een maximum van € 454,00 per maand voor het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.
b) de werkelijke kosten met een maximum van € 350,00 per maand voor het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen t.a.v. woonvoorzieningen
Indien de kosten van een voorziening € 6.500,- of meer bedragen voor woonvoorzieningen zoals genoemd in artikel 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015, dient belanghebbende in beginsel te verhuizen naar een voor hem/haar geschikte aangepaste woning, voor zover deze binnen de medisch aanvaardbare termijn beschikbaar is. Dit wordt het verhuisprimaat genoemd. De tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 12 van dit besluit (persoonsgebonden budget voor verhuis en inrichtingskosten) kan dan worden verstrekt.
Als blijkt dat er geen geschikte aangepaste woning zoals genoemd in artikel 14 lid 1 van dit besluit binnen de medisch aanvaardbare termijn beschikbaar is, komen de kosten voor de woonvoorzieningen zoals genoemd in artikel 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 voor rekening van de gemeente Voerendaal tot een bedrag van maximaal € 20.000.
Artikel 15 Gereedmelding woningaanpassing
Na realisatie van de woonvoorziening dient de eigenaar van de woning een gereedmeldingsformulier in te dienen. De beschikking, waarin het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in artikel 11 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2011 is toegekend, wordt ingetrokken indien het gereedmeldingsformulier niet binnen een termijn van 6 maanden – gerekend vanaf de datum van de beschikking – is ingediend.
De eigenaar van de woning kan eenmaal schriftelijk en gemotiveerd om uitstel van deze termijn verzoeken met een maximum van 6 maanden. Dit verzoek moet één maand voorafgaand aan het verstrijken van de termijn zoals bedoeld in artikel 15 lid 1 bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend.
Artikel 16 Terugbetaling bij woningaanpassingen
De eigenaar/bewoner die krachtens artikel 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 een woonvoorziening van minimaal € 10.000 heeft ontvangen, en die binnen een periode van vijf jaar na realisatie van de voorziening, de woning verkoopt is gehouden om binnen een week na het passeren van de notariële akte van levering, het college van B&W hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. Het verstrekte bedrag dient deels aan de gemeente te worden gerestitueerd.
Voor zover het in alle redelijkheid mogelijk is (naar het oordeel van het college), kan de eigenaar/ bewoner er ook voor kiezen om de aangebrachte woonvoorziening aan de gemeente te retourneren (voor rekening van de eigenaar/bewoner) zodat geen restitutie van het totale verstrekte bedrag is verschuldigd.
Hoofdstuk 4 Bijdrage in de kosten
Artikel 18. Bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening
Voor een belanghebbende vanaf 18 jaar wordt een bijdrage in de kosten gehanteerd voor een maatwerkvoorziening, zolang hij van de voorziening gebruikt maakt of gedurende de periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, tenzij het een maatwerkvoorziening in de vorm van een rolstoel betreft.
a) Het bedrag dat een ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar dient te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.331,00 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 22.331,00.
b) Het bedrag dat een ongehuwde persoon van 65 jaar en ouder dient te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.634,00 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 16.634,00.
c) Het bedrag dat gehuwde personen waarvan beiden of een van beide jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 27.917,00 het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 27.917,00.
d) Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.046,00 het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 23.046,00.
De genoemde bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdrage in de kosten in het derde lid worden jaarlijks, in dit besluit voor het eerst per 01 januari 2016, op basis van de door het ministerie van VWS opgestelde advies en geadviseerde parameterset, bijgesteld.
Hoofdstuk 5 Advisering en afstemming
Ingevolge artikel 7 lid 2 sub c van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015, dient boven een bedrag van € 20.000 advisering plaats te vinden door een onafhankelijk extern medisch adviesorgaan.
Aldus vastgesteld door het college van de Gemeente Voerendaal op 23 december 2014
De Burgemeester, De secretaris,
W.Houben H.H.M. Timmermans
Bijlage 1 Onderbouwing berekening persoonsgebonden budgetten van diensten
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van ‘hulp bij het huishouden’ wordt rekening gehouden met het volgende:
Persoonlijke begeleiding – Individueel
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van ’persoonlijke
begeleiding individueel’ wordt rekening gehouden met het volgende:
Kortdurend verblijf / respijtzorg
Het tarief per etmaal, voor ondersteuning die wordt geboden door het sociaal netwerk of mensen die niet als zelfstandig ondernemer bij de Kamer van Koophandel geregistreerd zijn, is gebaseerd op basis van de daadwerkelijke kosten voor het bed-bad-brood en een dagactiviteit met belanghebbende. Voor het bepalen van deze kosten is uitgegaan van de gegevens van het NIBUD, zoals hieronder weergegeven.
Kosten van voeding 2014 per persoon per dag
* Meegerekend zijn de kosten voor elektriciteit, water, waspoeder en afschrijving en onderhoud van de wasmachine. De bedragen in de tabel zijn voor een was zonder voorwas.
Ongeveer € 1,30 per droogbeurt
Voor de kosten van een dagactiviteit zijn gemiddelde tarieven opgenomen en/of bekend. Het is echter niet zo, dat een dagactiviteit altijd geld dient te kosten. De ene keer blijft men in de woonsituatie en vindt daar de dagactiviteit plaats. Een andere keer is er sprake van een dagactiviteit buitenshuis met evt. entreegeld of een extra kop koffie. Om deze reden is gekozen om uit te gaan van een gemiddeld bedrag voor dagbesteding, waarvoor een bedrag ad. € 10,00 reëel wordt geacht.
Om er voor te zorgen dat er 1 tarief per etmaal gehanteerd kan worden voor alle belanghebbenden die ondersteuning ontvangen door het sociaal netwerk of mensen die niet als zelfstandig ondernemer bij de Kamer van Koophandel geregistreerd zijn, wordt van elke kostenpost het hoogste bedrag gehanteerd:
Bijlage 2. Niet-limitatieve lijst van algemeen gebruikelijke (woon)voorzieningen
De onderstaande voorzieningen komen in beginsel niet voor vergoeding in aanmerking:
toiletgelegenheid op de eerste etage
alle vormen van kranen (eenhendel, mengkranen, thermostaatkranen en glijstangset)
badkamer renovatie (vervangen lavet door douche)
douchecabine, douchecel, douchewand
Bijlage 3. Vergoeding keuring, onderhoud en reparatie
Vergoeding voor kosten van onderhoud en keuring ingevolge artikel 11 lid 3. Tarieven per 1 januari 2015
De hieronder genoemde mechanische woonvoorzieningen in woningen en trappenhuizen komen in aanmerking voor een persoonsgebonden budget in de werkelijk gemaakte kosten van keuring en onderhoud, doch het persoonsgebonden budget bedraagt maximaal het bedrag ter hoogte van het goedkoopste onderhoudscontract van de betreffende leverancier van de voorziening: