Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWerk, zorg en inkomen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet WMO 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-201501-12-2015Nieuwe regeling

23-12-2014

Weekblad Gezien, 14-01-2015

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voerendaal,

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015,

gehoord het Maatschappelijk platform Voerendaal,

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015.

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

INHOUDSOPGAVE

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

 

Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget

Artikel 2 Verstrekking Pgb

 

Artikel 3 Verantwoording Pgb

 

Artikel 4 Hoogte Pgb Hulp bij huishouden

 

Artikel 5 Hoogte Pgb Persoonlijke begeleiding-individueel

 

Artikel 6 Hoogte Pgb persoonlijke begeleiding-groep

 

Artikel 7 Hoogte Pgb dagbesteding

 

Artikel 8 Hoogte Pgb respijtzorg / kortdurend verblijf

 

Artikel 9 Hoogte Pgb rolstoelen

 

Artikel 10 Hoogte Pgb vervoersvoorzieningen

 

Artikel 11 Hoogte Pgb woonvoorzieningen

 

Artikel 12 Hoogte Pgb verhuis- en inrichtingskosten

 

Artikel 13 Hoogte Pgb tijdelijke huisvesting

 

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen t.a.v. Woonvoorzieningen

Artikel 14 Verhuisprimaat

 

Artikel 15 Gereedmelding woningaanpassing

 

Artikel 16 Terugbetaling bij woningaanpassingen

 

Hoofdstuk 4 Eigen bijdrage en kosten

Artikel 17 Bijdrage in de kosten van algemene voorziening

 

Artikel 18 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorziening

 

Hoofdstuk 5 Advisering en afstemming

Artikel 19 Advisering

 

Artikel 20 Samenhang en afstemming

 

Artikel 21 Algemeen gebruikelijke (woon)voorzieningen

 

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 22 Citeertitel

 

Artikel 23 Inwerkingtreding en intrekking

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening waarvan, gelet op de omstandigheden, aannemelijk is dat de cliënt daarover, ook als hij geen beperkingen had, kan beschikken.

  • 2.

    Algemene voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en door iedereen die daar behoefte aan heeft op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde (aanvraag)procedure.

  • 3.

    Besluit: het door het college vastgestelde vigerende besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015.

  • 4.

    Bijdrage in de kosten: bijdrage als bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van de wet.

  • 5.

    Cliënt: een persoon met een beperking, een chronisch, psychisch probleem of een psychosociaal probleem die gebruik maakt van een algemene voorziening of aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt of door of namens wie een melding is gedaan.

  • 6.

    Cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.

  • 7.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voerendaal.

  • 8.

    Diensten: een maatwerkvoorziening in de vorm van een dienst zoals hulp bij het huishouden, persoonlijke begeleiding, dagbesteding of logeeropvang.

  • 9.

    Maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen, ten behoeve van:

    • a.

      zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen;

    • b.

      participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen;

    • c.

      beschermd wonen en opvang.

  • 10.

    Maatwerkvoorziening in natura: een maatwerkvoorziening in de vorm van goederen in (bruik)leen, eigendom, huur of als persoonlijke dienstverlening en waarop de in dit besluit, de verordening en het uitvoeringsbesluit van toepassing zijn.

  • 11.

    Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeren en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.

  • 12.

    Overige maatwerkvoorzieningen: een maatwerkvoorziening die geen dienst is, zoals een hulpmiddel of een woningaanpassing.

  • 13.

    Participatie: het deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, in redelijke mate op gelijke voet met anderen.

  • 14.

    Persoonsgebonden budget (Pgb): een geldbedrag, zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet, waarmee de cliënt een of meer aan hem te verlenen maatvoorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening, het uitvoeringsbesluit en het vigerende besluit te stellen regels van toepassing zijn.

  • 15.

    Professionele organisatie: een organisatie die ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel als thuiszorg- of anderszins zorgverlenende instantie; er is dus geen sprake van een ZZP, alpha-hulp of vergelijkbare constructie.

  • 16.

    SVB: Sociale verzekeringsbank

  • 17.

    Sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt.

  • 18.

    Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (Algemene maatregel van Bestuur)

  • 19.

    Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015

  • 20.

    Woningaanpassing: bouwkundige of woontechnische ingreep in of aan een woonruimte.

  • 21.

    Zelfredzaamheid: het in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en het voeren van een gestructureerd huishouden.

Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget

Artikel 2 Verstrekking Persoonsgebonden budget

  • 1.

    Verstrekking van een toegekende maatwerkvoorziening, zoals bedoeld in artikel 12 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget voor voorzieningen is inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.

  • 3.

    Verstrekking van het persoonsgebonden budget, zoals bedoeld in artikel 12 van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 vindt niet plaats indien:

    • a.

      op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstig vermoeden bestaat dat de belanghebbende problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

    • b.

      op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstig vermoeden bestaat dat de belanghebbende niet kan voldoen aan lopende financiële verplichtingen;

    • c.

      op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstig vermoeden bestaat dat de verstrekking van het persoonsgebonden budget niet bijdraagt aan het leveren van een compenserende voorziening;

    • d.

      is gebleken dat de budgethouder in het verleden met het persoonsgebonden budget heeft gefraudeerd.

  • 4.

    Het persoonsgebonden budget ten behoeve van diensten (hulp bij het huishouden, persoonlijke begeleiding, dagbesteding – al dan niet in combinatie met vervoer, kort verblijf/respijtzorg) wordt, o.g.v. artikel 2.6.2. van de wet, na toekenning periodiek uitgekeerd door de SVB die het Pgb beheert. De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt.

Artikel 3 Verantwoording persoonsgebonden budget

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget ten behoeve van diensten (hulp bij het huishouden, persoonlijke begeleiding, dagbesteding, vervoer, kort verblijf/respijtzorg) kent een vrij besteedbaar bedrag waarover geen verantwoording verschuldigd is. Dit bedraagt € 100 op jaarbasis.

  • 2.

    a) Uit het persoonsgebonden budget verstrekt voor diensten mag betaald worden:

    • -

      het maximale uurloon zoals bepaald in de desbetreffende artikelen in dit besluit;

    • -

      reiskosten hulpverlener op basis van woon-werkverkeer (max. € 0,19 per km, met een maximum van twee maal 25 km enkele reis per werkdag);

    • -

      vervanging hulpverlener bij ziekte/vakantie van hulpverlener;

    • -

      feestdagenuitkering tot een maximum van € 250 bruto (één keer per jaar);

    • -

      advertentiekosten voor het zoeken naar een hulpverlener;

    • -

      administratiekosten;

b) Uit het persoonsgebonden budget verstrekt voor diensten mag niet betaald worden:

  • -

    eigen bijdrage CAK;

  • -

    materiële zaken die nodig zijn voor de uitvoering van de dienstverlening, zoals schoonmaakmiddelen en andere schoonmaakspullen, hulpmiddelen, kleding voor de dienstverlener, etc.);

  • -

    loon aan mensen die gebruikelijke zorg leveren;

  • -

    uurloon zorgverlener die gemaakt zijn voor/na de indicatieperiode;

  • -

    bemiddelingskosten/ kosten voor belangenbehartigers of tussenpersonen;

c) Het college stelt vast of de budgethouder het persoonsgebonden budget aan de onder in artikel 3 lid 2 sub a) genoemde zaken heeft besteed. Bij gebleken misbruik of onverantwoord gebruik van het toegekende persoonsgebonden budget kan het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd of ingetrokken.

2.a) Uit het persoonsgebonden budget voor overige voorzieningen mag betaald worden:

  • o

    een voorziening waarmee de in de beschikking gestelde doelen worden behaald;

  • o

    de bij de voorziening passende onderhoud- en reparatiekosten;

  • o

    wettelijk verplichte verzekeringen.

b) Uit het persoonsgebonden budget voor overige voorzieningen mag niet worden betaald:

  • o

    eigen bijdrage CAK;

  • o

    andere zaken waardoor de gestelde doelen niet worden behaald.

c) Het college stelt vast of de budgethouder het persoonsgebonden budget aan de onder in artikel 3 lid 3 sub a) genoemde zaken heeft besteed. Bij gebleken misbruik of onverantwoord gebruik van het toegekende persoonsgebonden budget kan het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd of ingetrokken.

Artikel 4 Hoogte Persoonsgebonden budget Hulp bij huishouden

  • 1.

    De hoogte van een persoonsgebonden budget voor hulp bij huishouden:

a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;

b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en

c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.

  • 2.

    Voor de onderbouwing voor de wijze waarop de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van Hulp bij het Huishouden tot stand is gekomen verwijzen wij naar bijlage 1.

  • 3.

    Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp in de huishouding wordt:

a) een bedrag per uur beschikbaar gesteld voor Hulp bij het huishouden – basis, waarbij de zorg wordt geleverd door familie, bekenden of een alfahulp, zoals opgenomen in bijlage 4.

b) een bedrag per uur beschikbaar gesteld voor Hulp bij het huishouden – basis waarbij de zorg wordt geleverd door een zorgaanbieder / Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer, zoals opgenomen in bijlage 4.

c) een bedrag per uur beschikbaar gesteld voor Hulp bij het huishouden – plus, zoals opgenomen in bijlage 4. Hierbij dient te allen tijde de zorg te worden geleverd door een zorgaanbieder / Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer (minimaal MBO niveau 3).

  • 4.

    Het gestelde onder artikel 4 lid 3 sub a) is alleen geldig voor nieuwe aanvragen welke vanaf 1 januari 2011 worden ingediend en waar de zorg door familie, bekenden of een alfahulp wordt uitgevoerd.

  • 5.

    De vóór 1 januari 2011 toegekende persoonsgebonden budgetten voor HbH basis behouden het recht op een vergoeding van € 14,92 per uur tot het moment van beëindiging van de voorziening. Als bij een herindicatie blijkt dat de zorg door een zorgaanbieder / Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer wordt geleverd, wordt vanaf de datum van de nieuwe indicatie het hierbij behorende tarief verstrekt. Als bij de herindicatie blijkt dat de zorg door familieleden of bekenden wordt geleverd, wordt het tarief ad € 14,92 per uur aangehouden. Dit tarief wordt wordt niet geïndexeerd tot het moment waarop het tarief ad € 14,92 per uur gelijk of hoger is aan het persoonsgebonden budget-tarief voor HbH basis welke door familie, bekenden of een alfahulp wordt ingevuld. Vanaf dan geldt voor deze bestaande budgethouders dezelfde tarieven als voor nieuwe indicaties / budgethouders.

Artikel 5 Hoogte persoonsgebonden budget 'persoonlijke begeleiding- individueel'

  • 1.

    De hoogte van een persoonsgebonden budget voor persoonlijke begeleiding individueel:

a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;

b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en

c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.

  • 2.

    Voor de onderbouwing voor de wijze waarop de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van persoonlijke begeleiding individueel tot stand is gekomen verwijzen wij naar bijlage 1.

  • 3.

    Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van persoonlijke begeleiding individueel wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld voor:

  • a.

    persoonlijke begeleiding individueel, waarbij de ondersteuning wordt geleverd door familie, bekenden of een persoon die niet als zelfstandig ondernemer bij de kamer van koophandel geregistreerd is, zoals opgenomen in bijlage 4.

  • b.

    persoonlijke begeleiding individueel, waarbij de ondersteuning geleverd wordt door een zorgaanbieder/ Kamer van Koophandel geregistreerd zelfstandig ondernemer die begeleiding levert, zoals opgenomen in bijlage 4.

  • c.

    persoonlijke begeleiding individueel- module gedrag, waarbij de zorg geleverd wordt door een zorgaanbieder/ Kamer van Koophandel geregistreerd zelfstandig ondernemer die ondersteuning levert waar bijzondere deskundigheden worden vereist, zoals opgenomen in bijlage 4.

Artikel 6. Hoogte persoonsgebonden budget 'persoonlijke begeleiding – Groep'

  • 1.

    De hoogte van een persoonsgebonden budget voor persoonlijke begeleiding groep:

a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;

b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en

c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.

  • 2.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van persoonlijke begeleiding aangeboden in een groep komt overeen met het laagste tarief per uur voor een dergelijke groepsbegeleiding in natura door een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder, zoals opgenomen in bijlage 4.

Artikel 7. Hoogte persoonsgebonden budget 'dagbesteding'

  • 1.

    De hoogte van een persoonsgebonden budget voor dagbesteding:

a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;

b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en

c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.

  • 2.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget ten behoeve van dagbesteding per twee uur dienstverlening, komt overeen met het laagste tarief voor dergelijke begeleiding in natura door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, zoals opgenomen in bijlage 4. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:

a) groepsbegeleiding of dagbesteding met laag intensieve ondersteuning uitgevoerd door (vrijwilligers met ondersteuning van) een beroepskracht, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als bij de Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer;

b) groepsbegeleiding of dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning vanwege gedrag, sterk verminderde zelfregie en/of uitgebreide beperkingen, uitgevoerd door daartoe opgeleide personen, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als bij de Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer.

  • 3.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget ten behoeve van vervoer van en naar de dagbesteding komt overeen met het laagste tarief voor dergelijk vervoer in natura door een door de gemeente gecontracteerde zorg in natura zorgaanbieder, zoals opgenomen in bijlage 4.

Artikel 8 Hoogte Persoonsgebonden budget respijtzorg / kortdurend verblijf

  • 1.

    De hoogte van een persoonsgebonden budget voor respijtzorg / kortdurend verblijf:

a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;

b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en

c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.

  • 2.

    Voor de onderbouwing voor de wijze waarop de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van kortdurend verblijf / respijtzorg tot stand is gekomen verwijzen wij naar bijlage 1.

  • 3.

    Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van kortdurend verblijf / respijtzorg wordt een bedrag per etmaal beschikbaar gesteld:

a) voor de daadwerkelijke kosten voor het bed-bad-brood en een dagactiviteit met cliënt, indien dit wordt uitgevoerd door een persoon uit het sociaal netwerk, zoals opgenomen in bijlage 4.

b) gebaseerd op het laagste tarief per etmaal van een door de gemeente gecontracteerde zorg in natura aanbieder, indien de ondersteuning wordt uitgevoerd door daartoe opgeleide personen, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als zelfstandig ondernemer geregistreerd bij de kamer van koophandel, met eventuele ondersteuning van vrijwilligers, zoals opgenomen in bijlage 4.

Artikel 9 Hoogte Persoonsgebonden budget bij (sport)rolstoelvoorzieningen en -aanpassingen

  • 1.

    Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van (sport)rolstoelvoorzieningen (incl. rolstoelaanpassingen) wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat bestaat uit:

a) het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura bedragen. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van 3 offertes).

Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.

Artikel 10 Hoogte van het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen (CVV, scootmobiel, kosten auto-aanpassing, taxi kosten)

  • 1.

    Bij de verstrekking of toekenning van een maatwerkvoorziening voor vervoer geniet de voorziening, zoals bedoeld in artikel 10 lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 (CVV) altijd het primaat boven de verstrekking van een persoonsgebonden budget. Uitzondering hierop zijn de vervoersvoorzieningen die om medische redenen en/of andere zwaarwegende redenen niet ingevuld kunnen worden door de verstrekking van een collectieve vervoersvoorziening.

  • 2.

    Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van een scootmobiel wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat bestaat uit:

a) het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura bedragen. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).

Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.

  • 3.

    Indien het CVV geen adequate voorziening is, kan desgevraagd een persoonsgebonden budget in de kosten voor individuele (rolstoel)taxikosten of een persoonsgebonden budget in de kosten van een auto-aanpassing van de eigen auto verstrekt worden.

  • a.

    Het persoonsgebonden budget voor taxikosten en individuele rolstoeltaxikosten is bepaald op basis van de goedkoopst adequate voorziening; het CVV. Dit houdt in dat het pgb voor de individuele taxikosten en individuele rolstoeltaxikosten voor maximaal 1500 km per jaar worden toegekend vermenigvuldigd met de km-vergoeding zoals genoemd in bijlage 4.

  • b.

    Een persoonsgebonden budget voor een auto-aanpassing wordt bepaald op basis van de werkelijke kosten (goedkoopst adequate offerte van drie offertes), maar bedraagt nooit meer dan de goedkoopst adequate voorziening; nml het persoonsgebonden budget voor de rolstoeltaxikosten. Dit houdt in dat het persoonsgebonden budget voor een auto-aanpassing maximaal 1500 maal het tarief voor de km-vergoeding van rolstoelvervoer, zoals genoemd in bijlage 4, bedraagt.

  • c.

    Indien als gevolg van het verstrekken van een maatwerkvoorziening als bedoeld in het derde lid onder b) extra verzekeringskosten en hogere kosten in verband met de motorrijtuigenbelasting ontstaan, komen deze meerkosten niet voor vergoeding in aanmerking.

  • d.

    Een maatwerkvoorziening bedoeld als onder b) wordt niet verstrekt in geval de betreffende auto ouder is dan 5 jaar.

Artikel 11 Hoogte van het persoonsgebonden budget woonvoorzieningen

  • 1.

    Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van losse woonvoorzieningen (zoals traplift, hellingbaan, vaste douchestoel, etc.) wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat bestaat uit:

a) het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura bedragen. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).

Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.

2.a) Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van woningaanpassingen (zoals douche op afschot, verbreden deuropeningen, aanpassen van functie woonruimten, etc.) wordt een bedrag beschikbaar gesteld overeenkomstig de door de gemeente opgestelde kostenraming. De kostenraming komt tot stand o.b.v. de jaarlijks geactualiseerde lijst met normbedragen van een onafhankelijk adviesbureau, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).

b) Indien de onder a) verstrekte maatwerkvoorziening gerealiseerd wordt door een persoon uit het sociaal netwerk, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de benodigde materiaalkosten vermeerderd met de vigerende vrijwilligersvergoeding zoals door de belastingdienst bepaald.

  • 2.

    Een persoonsgebonden budget voor onderhoud, keuring en reparatie ten behoeve van een verstrekte voorziening zoals bedoeld in artikel 10 lid 4 van de Verordening voorzieningen wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 wordt verstrekt indien:

    • o

      de woonvoorziening in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2011 of één van haar voorgangers is verleend;

    • o

      en de woonvoorziening voorkomt op de in bijlage 3 genoemde voorzieningen;

    • o

      bij de verlening van de woonvoorziening de aanvrager een onderhoudscontract met de leverancier dan wel een vergelijkbare onderneming heeft afgesloten voor de woonvoorziening zoals opgenomen in bijlage 3;

    • o

      en de gehandicapte ten tijde van het onderhoud, keuring of reparatie de woonruimte als hoofdverblijf heeft en bewoont.

  • 3.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening als bedoeld onder 3) bedraagt de werkelijk gemaakte kosten, maar maximaal het tarief van het goedkoopste onderhoudscontract van de betreffende leverancier van de in bijlage 3 genoemde voorziening(en).

  • 4.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een reparatie van een maatwerkvoorziening als bedoeld onder 3) bedraagt, indien de reparatie niet te wijten valt aan onzorgvuldig gebruik van de voorziening, 100% van de kosten.

Artikel 12 Hoogte van het persoonsgebonden budget voor verhuis en inrichtingskosten

  • 1.

    Indien een persoon dient te verhuizen naar een voor hem/haar geschikte aangepaste woning kan het college een persoonsgebonden budget voor verhuis- en inrichtingskosten verstrekken.

  • 2.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van verhuis- en inrichtingskosten overstijgt nooit de hoogte van de goedkoopst adequate voorziening en bedraagt maximaal € 2.600.

Artikel 13 Hoogte van persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting

  • 1.

    Rekening houdend met artikel 10 lid 4 sub a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 kan het college een persoonsgebonden budget in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen aan een persoon. Het betreffen kosten die moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van de huidige woonruimte of de nog te betrekken woonruimte. De kosten hebben alleen betrekking op de periode dat de woonruimte ten gevolge van het verrichten van de woningaanpassing niet bewoond kan worden, en de persoon als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan. Dit persoonsgebonden budget wordt alleen verleend als de persoon redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen dat hij deze dubbele woonlasten zou hebben.

  • 2.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget overstijgt nooit de hoogte van de goedkoopst adequate voorziening en bedraagt:

a) de werkelijke kosten met een maximum van € 454,00 per maand voor het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.

b) de werkelijke kosten met een maximum van € 350,00 per maand voor het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen t.a.v. woonvoorzieningen

Artikel 14 Verhuisprimaat

  • 1.

    Indien de kosten van een voorziening € 6.500,- of meer bedragen voor woonvoorzieningen zoals genoemd in artikel 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015, dient belanghebbende in beginsel te verhuizen naar een voor hem/haar geschikte aangepaste woning, voor zover deze binnen de medisch aanvaardbare termijn beschikbaar is. Dit wordt het verhuisprimaat genoemd. De tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 12 van dit besluit (persoonsgebonden budget voor verhuis en inrichtingskosten) kan dan worden verstrekt.

  • 2.

    Als blijkt dat er geen geschikte aangepaste woning zoals genoemd in artikel 14 lid 1 van dit besluit binnen de medisch aanvaardbare termijn beschikbaar is, komen de kosten voor de woonvoorzieningen zoals genoemd in artikel 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 voor rekening van de gemeente Voerendaal tot een bedrag van maximaal € 20.000.

Artikel 15 Gereedmelding woningaanpassing

  • 1.

    Na realisatie van de woonvoorziening dient de eigenaar van de woning een gereedmeldingsformulier in te dienen. De beschikking, waarin het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in artikel 11 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2011 is toegekend, wordt ingetrokken indien het gereedmeldingsformulier niet binnen een termijn van 6 maanden – gerekend vanaf de datum van de beschikking – is ingediend.

  • 2.

    De eigenaar van de woning kan eenmaal schriftelijk en gemotiveerd om uitstel van deze termijn verzoeken met een maximum van 6 maanden. Dit verzoek moet één maand voorafgaand aan het verstrijken van de termijn zoals bedoeld in artikel 15 lid 1 bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend.

Artikel 16 Terugbetaling bij woningaanpassingen

  • 1.

    De eigenaar/bewoner die krachtens artikel 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 een woonvoorziening van minimaal € 10.000 heeft ontvangen, en die binnen een periode van vijf jaar na realisatie van de voorziening, de woning verkoopt is gehouden om binnen een week na het passeren van de notariële akte van levering, het college van B&W hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. Het verstrekte bedrag dient deels aan de gemeente te worden gerestitueerd.

  • 2.

    De restitutie wordt als volgt berekend:

  • ·

    Voor het eerste jaar 100% van het verschil tussen het totale verstrekte bedrag en € 10.000;

  • ·

    Voor het tweede jaar 80% van het verschil tussen het totale verstrekte bedrag en € 10.000;

  • ·

    Voor het derde jaar 60% van het verschil tussen het totale verstrekte bedrag en € 10.000;

  • ·

    Voor het vierde jaar 40% van het verschil tussen het totale verstrekte bedrag en € 10.000;

  • ·

    Voor het vijfde jaar 20% van het verschil tussen het totale verstrekte bedrag en € 10.000.

  • 2.

    Voor zover het in alle redelijkheid mogelijk is (naar het oordeel van het college), kan de eigenaar/ bewoner er ook voor kiezen om de aangebrachte woonvoorziening aan de gemeente te retourneren (voor rekening van de eigenaar/bewoner) zodat geen restitutie van het totale verstrekte bedrag is verschuldigd.

Hoofdstuk 4 Bijdrage in de kosten

Artikel 17. Bijdrage in de kosten voor een algemene voorziening

  • 1.

    Voor het gebruik van een algemene voorziening die geheel of gedeeltelijk wordt bekostigd door de gemeente, niet zijnde cliëntondersteuning, is belanghebbende een bijdrage in de kosten verschuldigd.

  • 2.

    De belanghebbende is een bijdrage in de kosten verschuldigd aan de aanbieder.

  • 3.

    De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld door de aanbieder en is nooit meer dan een kostendekkende bijdrage. Hierbij wordt rekening gehouden met algemeen gebruikelijke kosten.

Artikel 18. Bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening

  • 1.

    Voor een belanghebbende tot 18 jaar wordt geen bijdrage in de kosten gehanteerd voor een maatwerkvoorziening, met uitzondering van een woningaanpassing, zoals bepaald in artikel 15 lid 2 van de verordening.

  • 2.

    Voor een belanghebbende vanaf 18 jaar wordt een bijdrage in de kosten gehanteerd voor een maatwerkvoorziening, zolang hij van de voorziening gebruikt maakt of gedurende de periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, tenzij het een maatwerkvoorziening in de vorm van een rolstoel betreft.

  • 3.

    De verschuldigde bijdrage in de kosten per periode dan wel het totaal van de verschuldigde bijdragen in de kosten per periode bedraagt niet meer dan:

a) Het bedrag dat een ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar dient te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.331,00 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 22.331,00.

b) Het bedrag dat een ongehuwde persoon van 65 jaar en ouder dient te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.634,00 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 16.634,00.

c) Het bedrag dat gehuwde personen waarvan beiden of een van beide jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 27.917,00 het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 27.917,00.

d) Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.046,00 het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 23.046,00.

  • 4.

    Onder gehuwd zijn wordt verstaan: gehuwd zijn voor de burgerlijke stand, een geregistreerd partnerschap of samenwonend met een fiscaal partnerschap.

  • 5.

    Voor de persoon aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt, is de verschuldigde eigen bijdrage in de kosten van maatschappelijke ondersteuning, niet hoger dan de kostprijs van de maatwerkvoorziening.

  • 6.

    De genoemde bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdrage in de kosten in het derde lid worden jaarlijks, in dit besluit voor het eerst per 01 januari 2016, op basis van de door het ministerie van VWS opgestelde advies en geadviseerde parameterset, bijgesteld.

  • 7.

    Vaststelling en inning van de bijdrage in de kosten vindt plaats door het Centraal Administratiekantoor (CAK), conform de door de gemeente afgegeven parameters (zoals opgenomen in het derde lid) en de kostprijs van de betreffende maatwerkvoorzieningen (zoals bepaald in artikel 19 van dit besluit).

Hoofdstuk 5 Advisering en afstemming

Artikel 19. Advisering

Ingevolge artikel 7 lid 2 sub c van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015, dient boven een bedrag van € 20.000 advisering plaats te vinden door een onafhankelijk extern medisch adviesorgaan.

Artikel 20. Samenhang en afstemming

  • 1.

    Om de verkrijging van maatwerkvoorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het verzoek inzake het advies ex artikel 7 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, tenminste aandacht besteed aan:

  • a.

    de ziektebeelden, stoornissen en ondervonden beperkingen;

  • b.

    het psychisch en sociaal functioneren;

  • c.

    voorliggende en algemene voorzieningen;

  • d.

    AWBZ-zorg, Wlz-zorg, Zvw-zorg en andere zorgvoorzieningen;

  • e.

    het sociale netwerk en de sociale omstandigheden;

  • e.

    mate van zelfredzaamheid, participatie en eigen kracht;

  • f.

    aanwezigheid van mantelzorg en informele zorg;

  • g.

    woning en woonomgeving.

  • 2.

    Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

Artikel 22 Algemeen gebruikelijke voorzieningen

  • 1.

    Conform het gestelde in artikel 10 lid d) van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 worden de voorzieningen zoals genoemd in de bijlage 2 van dit besluit tenminste als algemeen gebruikelijk aangemerkt.

  • 2.

    In individuele gevallen kan een voorziening die op zichzelf als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd, vanwege omstandigheden aan de kant van de aanvrager toch voor vergoeding in aanmerking komen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 23. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: 'Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Voerendaal'.

Artikel 24. Inwerkingtreding en intrekking

Het 'Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Voerendaal' treedt in werking op 1 januari 2015. Het 'Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2014' wordt met ingang van deze datum ingetrokken.

Aldus vastgesteld door het college van de Gemeente Voerendaal op 23 december 2014

De Burgemeester, De secretaris,

W.Houben H.H.M. Timmermans

Bijlage 1 Onderbouwing berekening persoonsgebonden budgetten van diensten

Hulp bij huishouden

Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van ‘hulp bij het huishouden’ wordt rekening gehouden met het volgende:

  • 1.

    a. wettelijk minimum bruto uurloon voor een persoon uit het sociaal netwerk (familie en bekenden) of personen die niet als zelfstandig ondernemer bij de kamer van Koophandel geregistreerd zijn.

  • b.

    Het maximaal bruto uurloon conform CAO VVT: FWG 10 voor een persoon in dienst bij een zorgaanbieder of als zelfstandig geregistreerd ondernemer bij Kvk die basisondersteuning levert.

  • c.

    Het maximaal bruto uurloon conform CAO VVT: FWG 15 voor een persoon in dienst bij een zorgaanbieder of als zelfstandig geregistreerd ondernemer bij Kvk die ondersteuning levert waar bijzondere deskundigheden zijn vereist.

  • 2.

    Het bruto-uurloon is vermenigvuldigd met 8% vakantiegeld en 8,33% vakantiedagen.

  • 3.

    Bij het persoonsgebonden budget dat verstrekt wordt voor hulp die geleverd wordt door een zelfstandige (ingeschreven bij KvK) of een zorgaanbieder, zoals bedoeld onder 1b en 1c wordt een toeslag van 20% van het bruto loon gerekend in verband met afdrachten aan de belastingdienst / werkgeverslasten.

  • 4.

    Een vaste toeslag van € 1,90 per uur, welke van toepassing is op hulp bij het huishouden, zoals bedoeld onder 1. in verband met kosten verband houdend met het werkgeverschap.

Persoonlijke begeleiding – Individueel

Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van ’persoonlijke

begeleiding individueel’ wordt rekening gehouden met het volgende:

  • 1.

    a. Het wettelijk minimum bruto uurloon voor een persoon bedoeld uit het sociaal netwerk (familie en bekenden) of mensen die niet als zelfstandig ondernemer bij de kamer van Koophandel geregistreerd zijn.

  • b.

    Het maximaal bruto uurloon conform CAO Gehandicaptenzorg: FWG 40, voor een daartoe opgeleid persoon in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als bij de KvK geregistreerde zelfstandig ondernemer.

  • c.

    Het maximaal bruto uurloon conform CAO Gehandicaptenzorg: FWG 45, voor een daartoe opgeleid persoon waar bijzondere deskundigheden zijn vereist, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als bij de KvK geregistreerde zelfstandig ondernemer.

  • 2.

    Het bruto-uurloon is vermenigvuldigd met 8% vakantiegeld en 8,33% vakantiedagen.

  • 3.

    Bij het persoonsgebonden budget dat verstrekt wordt voor hulp die geleverd wordt door een zelfstandige (ingeschreven bij KvK) of een zorgaanbieder, wordt een toeslag van 20% van het bruto loon gerekend in verband met afdrachten aan de belastingdienst / werkgeverslasten.

  • 4.

    Een vaste toeslag van € 1,90 per uur, welke van toepassing is op hulp bij het huishouden, zoals bedoeld onder 1. in verband met kosten verband houdend met het werkgeverschap.

Kortdurend verblijf / respijtzorg

Het tarief per etmaal, voor ondersteuning die wordt geboden door het sociaal netwerk of mensen die niet als zelfstandig ondernemer bij de Kamer van Koophandel geregistreerd zijn, is gebaseerd op basis van de daadwerkelijke kosten voor het bed-bad-brood en een dagactiviteit met belanghebbende. Voor het bepalen van deze kosten is uitgegaan van de gegevens van het NIBUD, zoals hieronder weergegeven.

Kosten van voeding 2014 per persoon per dag

 

ontbijt

2e broodmaaltijd

warme maaltijd

Tussendoor-tjes

totaal

man 14 - 65 jaar

€ 0,58

€ 1,42

€ 2,39

€ 1,96

€ 6,35

vrouw 14 - 65 jaar

€ 0,53

€ 1,33

€ 2,33

€ 1,62

€ 5,81

man en vrouw 65+

€ 0,48

€ 1,25

€ 2,10

€ 1,76

€ 5,59

Waskosten 2014*

Wastemperatuur

Kosten

90°C

€ 1,20

60°C

€ 0,95

40°C

€ 0,80

* Meegerekend zijn de kosten voor elektriciteit, water, waspoeder en afschrijving en onderhoud van de wasmachine. De bedragen in de tabel zijn voor een was zonder voorwas.

Droogkosten 2014

Ongeveer € 1,30 per droogbeurt

Bad- en douchekosten 2014

 

Kosten bad

Kosten douche

Gasboiler

€ 0,57

€ 0,30

Elektrische boiler

€ 1,00

€ 0,45

Kosten dagactiviteit

Voor de kosten van een dagactiviteit zijn gemiddelde tarieven opgenomen en/of bekend. Het is echter niet zo, dat een dagactiviteit altijd geld dient te kosten. De ene keer blijft men in de woonsituatie en vindt daar de dagactiviteit plaats. Een andere keer is er sprake van een dagactiviteit buitenshuis met evt. entreegeld of een extra kop koffie. Om deze reden is gekozen om uit te gaan van een gemiddeld bedrag voor dagbesteding, waarvoor een bedrag ad. € 10,00 reëel wordt geacht.

Om er voor te zorgen dat er 1 tarief per etmaal gehanteerd kan worden voor alle belanghebbenden die ondersteuning ontvangen door het sociaal netwerk of mensen die niet als zelfstandig ondernemer bij de Kamer van Koophandel geregistreerd zijn, wordt van elke kostenpost het hoogste bedrag gehanteerd:

Activiteit

Kosten

Gebruik wasmachine en -droger

€ 2,50

Baden/ douchen

€ 1,00

Voeding

€ 6,35

Dagactiviteit

€ 10,00

Totaal

19,85

Bijlage 2. Niet-limitatieve lijst van algemeen gebruikelijke (woon)voorzieningen

De onderstaande voorzieningen komen in beginsel niet voor vergoeding in aanmerking:

kinderopvang;

boodschappendienst;

maaltijdservice;

hondenuitlaatservice;

centrale verwarming;

douche;

éénhendelkraan;

menghendelkraan;

thermostaatkranen;

keramische kookplaat;

douchekop op glijstang;

hangtoilet;

condensdroger;

aanrechtblad

verhoogde toiletpot

toiletgelegenheid op de eerste etage

kooktoestellen algemeen

zonwering (binnen en buiten)

alle vormen van kranen (eenhendel, mengkranen, thermostaatkranen en glijstangset)

badkamer renovatie (vervangen lavet door douche)

waterbed

aanleg centrale verwarming

douchecabine, douchecel, douchewand

intercom

afzuigkap boven kooktoestel

fiets

spartamet

fiets met lage instap en trapondersteuning

auto

badplank

badzitje

losse douchestoel

losse toiletstoel

douche-toiletstoel

toiletverhoger

alle soorten drempelhulpen

alle wandbeugels en grepen

Bijlage 3. Vergoeding keuring, onderhoud en reparatie

Vergoeding voor kosten van onderhoud en keuring ingevolge artikel 11 lid 3. Tarieven per 1 januari 2015

De hieronder genoemde mechanische woonvoorzieningen in woningen en trappenhuizen komen in aanmerking voor een persoonsgebonden budget in de werkelijk gemaakte kosten van keuring en onderhoud, doch het persoonsgebonden budget bedraagt maximaal het bedrag ter hoogte van het goedkoopste onderhoudscontract van de betreffende leverancier van de voorziening:

  • a.

    trap- of stoelliften;

  • b.

    rolstoel- of staplateauliften;

  • c.

    woonhuisliften (lift met kooi);

  • d.

    hefplateauliften;

  • e.

    platformlift (lift met kooi en gesloten schacht);

  • f.

    plafondlift

  • g.

    automatische deuropener

  • h.

    elektrisch verstelbare keuken

Bijlage 4 Tarieven Wmo 2015

Maatwerkvoorziening

verstrekkingsvorm

Pgb tarief formele hulp

Pgb tarief informele hulp

Hulp bij huishouden

ZIN / Pgb

€ 16,76

€ 20,94

€ 13,74

Persoonlijke begeleiding individueel

ZIN / Pgb

€ 21,68

€ 13,74

Persoonlijke begeleiding individueel (module gedrag)

ZIN / Pgb

€ 27,48

 

Persoonlijke begeleiding Groep

ZIN / Pgb

€ 9,90

 

Dagbesteding

ZIN / Pgb

€ 13,00

 

Dagbesteding (module gedrag)

ZIN / Pgb

€ 22,00

 

Respijtzorg / kortdurend verblijf

ZIN / Pgb

€ 75,00

€ 20,00

Vervoer (van en naar dagbesteding)

ZIN/Pgb

€ 6,40 (gewoon vervoer)

€ 15,00 (rolstoelvervoer)

 

Rolstoel

ZIN / Pgb

100,00% van ZIN-voorziening

 

Sportrolstoel

ZIN / Pgb

100,00% van ZIN-voorziening

 

Scootermobiel

ZIN / Pgb

100,00% van ZIN-voorziening

 

CVV

_

-

 

auto-aanpassing

Pgb

100% van ZIN-voorziening, tot een maximum van € 4.305

 

taxikosten

Pgb

€ 1,95 (max 1500 km/jr)

 

rolstoeltaxikosten

Pgb

€ 2,87 (max 1500 km/jr)

 

woonvoorzieningen

ZIN / Pgb

100,00% van ZIN-voorziening

 

woningaanpassingen

Pgb

100,00% o.b.v. kostenberekening gemeente

 

Verhuis- en inrichtingskosten

Pgb

€ 2.600,00

 

Tijdelijke huisvestingskosten

Pgb

Werkelijke kosten tot een maximum van € 454 per mnd voor zelfstandige woonruimte.

Werkelijke kosten tot een maximum van € 350 per mnd voor niet-zelfstandige woonruimte .

 

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015 18/18