Organisatie | Cromstrijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota reserves en voorzieningen 2015 |
Citeertitel | Nota reserves en voorzieningen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 212
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 Het Kompas d.d. 30 december 2014 | 14214524 |
In deze nota behandelen wij het juridisch kader, de vorming en besteding van de reserves en voorzieningen. Deze nota stellen wij op grond van de Verordening financieel beleid, beheer en organisatie van gemeente Cromstrijen op (in het kader van artikel 212 van de Gemeentewet) en voldoet aan de voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Het doel van deze nota is het beleid voor reserves en voorzieningen vast te leggen. Een tweede doel is het zo transparant en actueel mogelijk weergeven van het doel en de wijze van aanwending van de reserves en voorzieningen.
In deze nota bespreken wij alle reserves en voorzieningen, zoals deze per 1 januari 2015 voorkomen. Voor elke reserve en voorziening geven wij het doel, de wijze van aanwending, bodem, plafond en overige criteria (voor zover van toepassing) aan. Tevens geven wij aan of er claims rusten op de reserve of voorziening en welk bedrag vrij besteedbaar is.
De opbouw van de nota is als volgt. In hoofdstuk 2 beschrijven wij de belangrijkste begrippen, het juridisch kader en de regels voor reserves. Hoofdstuk 3 bevat de belangrijkste begrippen, het juridisch kader en de regels voor voorzieningen. In hoofdstuk 4 geven wij op elke reserve afzonderlijk een toelichting met benoeming van minimum, maximum omvang en het doel. In hoofdstuk 5 geven wij per voorziening een toelichting. Tot slot geven wij in hoofdstuk 6 de slotbepalingen weer.
De reserves vormen samen met het resultaat na bestemming (volgend uit de programmarekening) het eigen vermogen (artikel 42, lid 1 BBV). Artikel 43 van het BBV onderscheidt twee soorten reserves:
De algemene reserve is die reserve waaraan de gemeenteraad geen bestemming heeft gegeven. Deze dient om risico’s in algemene zin op te vangen (bufferfunctie).
Bestemmingsreserves zijn reserves waar de raad een bepaalde bestemming aan heeft gegeven.
Wij onderscheiden de volgende functies van reserves:
De belangrijkste functie van het eigen vermogen is de bufferfunctie. Reserves behoren tot één van de instrumenten om niet kwantificeerbare risico’s af te dekken. Reserves maken, naast eventuele onbenutte belastingcapaciteit en ruimte in de begroting, onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.
Reserves kunnen ook een egalisatiefunctie hebben. Dit betekent dat wij de lasten en baten over de jaren heen regelmatig ten laste/ ten gunste van de exploitatiebegroting brengen, om pieken en dalen te egaliseren. Voorwaarde is wel dat er een actueel meerjarenperspectief aan ten grondslag ligt.
Ad. 3. Bestedings-/ bestemmingsfunctie
De bestemmingsreserve is een reserve, welke de raad gevormd heeft voor een bepaald doel. Deze middelen zijn zonder toestemming van de raad niet vrij aanwendbaar voor andere zaken.
Wij hanteren als uitgangspunt de bestemmingsreserves zoveel mogelijk te beperken, zowel in aantal als in omvang. Dit uitgangspunt bevordert de doelmatige inzet van middelen.
Bij het instellen van reserves hanteren wij de volgende criteria:
Een bestemmingsreserve stellen wij in voor concrete, door de raad vast te stellen doelen.
Het instellen van reserves dient bij raadsbesluit plaats te vinden.
In het raadsbesluit geven wij, voor zover van toepassing het volgende aan:
het doel waarvoor wij de reserve vormen;
het motief voor instelling (zie paragraaf “Functies van reserves”);
de gewenste of noodzakelijke, minimale en/of maximale omvang;
de omvang en de wijze van stortingen en onttrekkingen (structureel of incidenteel), inclusief onderbouwing daarvan, bijvoorbeeld op basis van een meerjarenplanning;
De gemeenteraad dient toevoegingen en onttrekkingen aan reserves vooraf goed te keuren. Dit kan via de programmabegroting of via begrotingswijziging. Over deze begrotingswijziging moet de raad voor 31 december van dat jaar besloten hebben, om ze in de jaarrekening van dat jaar te kunnen verwerken (in verband met begrotingsrechtmatigheid).
Onttrekkingen mogen niet tot gevolg hebben dat de reserve een negatieve omvang bereikt.
Toevoegingen en onttrekkingen aan elk van de bestemmingsreserves mag tot maximaal het bedrag dat de raad via begroting(swijziging) heeft goedgekeurd. De raad kan daarnaast besluiten dat wij specifieke saldi ten gunste of ten laste van een specifieke bestemmingsreserve mogen brengen. Dit laatste is meestal het geval als de reserve een egalisatiefunctie heeft.
Het rechtstreeks boeken ten laste of ten gunste van reserves is niet toegestaan. De financiële verwerking van de mutaties in reserves verloopt, conform BBV via programma 9 (functie 980). Per programma lichten wij de mutaties in reserves toe.
Presentatie in de jaarrekening
Conform artikel 54 BBV geven wij in de toelichting op de balans de aard en reden van elke reserve en de toevoegingen en onttrekkingen daaraan aan. In de toelichting geven wij per reserve het verloop als volgt weer:
het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;
de toevoegingen of onttrekkingen via de resultaatbestemming;
de toevoeging of onttrekking uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar;
de vermindering (ten gunste van de resultaatbestemming) in verband met de dekking van afschrijvingen op activa waarvoor wij een specifieke bestemmingsreserve vormden;
Juridisch kader en functies voorzieningen
Voorzieningen zijn onderdeel van het vreemd vermogen. Beschikking over voorzieningen kan alleen plaatsvinden voor het doel of risico waarvoor de raad ze instelden.
Volgens artikel 44 BBV (gewijzigd in 2007) onderscheiden wij een tweetal voorzieningen:
Ad. 1. Van de verplichtingen, verliezen en risico’s zijn tijdstip en omvang onzeker, maar de omvang is redelijkerwijs wel te schatten (bijvoorbeeld normale GREX-berekeningen). Overige risico’s nemen wij op in de risicoparagraaf bij de begroting.
Ad. 2. De voorzieningen voor egalisatie van kosten hebben tot strekking een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
Ad. 3. Dit betreffen schenkingen met een specifieke bestedingsverplichting, voor zover wij deze niet in het jaar van verkrijging besteden. Hieronder vallen niet de ontvangen voorschotbedragen voor specifieke uitkeringen die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, die zijn verkregen van Europese of Nederlandse overheidslichamen, welke wij verantwoorden onder de overlopende passiva.
Voor alle soorten voorzieningen geldt de zogeheten causaliteitseis, dat wil zeggen dat er een oorzakelijke samenhang moet zijn met een gebeurtenis in de periode voorafgaande aan de balansdatum.
Instellingscriteria voorzieningen
Bij het instellen van voorzieningen hanteren wij, overeenkomstig het BBV, de volgende criteria.
bij concrete verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten;
bij bestaande risico’s voor bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten;
voor egalisatie van sterk wisselende kosten van grote omvang (onderhoud rioleringen, wegen, gebouwen en dergelijke).
Het instellen van voorzieningen vindt plaats op grond van de regels van het BBV. Dit houdt in dat wij:
noodzakelijk te vormen voorzieningen moeten vormen, ongeacht of de raad hiertoe vooraf heeft besloten;
voorzieningen ter egalisatie van kosten uitsluiten mogen vormen na raadsbesluit, omdat aan dergelijke voorzieningen keuzes ten grondslag liggen;
over de vorming van voorzieningen ter dekking van verplichtingen, verliezen en risico’s de raad informeren.
Bij de vorming van een voorziening geven wij (voor zover van toepassing) aan:
het doel waarvoor wij de voorziening vormen;
het motief voor de instelling;
een financiële onderbouwing van de voorziening;
de omvang en wijze van stortingen en bestedingen (structureel of incidenteel), inclusief onderbouwing daarvan, bijvoorbeeld op basis van een meerjarenplanning;
raadsbesluit over de instelling van voorzieningen ter egalisatie van kosten en vaststelling van bestedings- en/of beheersplannen die daaraan ten grondslag liggen;
begroting en begrotingswijzigingen waarin wij de dotaties aan voorzieningen en de begrote bestedingen weergeven.
de jaarrekening waarin wij de bestedingen aangeven en wij de voorzieningen individueel toelichten.
Als gevolg van artikel 45 BBV zijn rentetoevoegingen aan voorzieningen niet toegestaan.
Echter als sprake is van een voorziening tegen contante waarde zijn jaarlijkse rentetoevoegingen wel toegestaan; deze zijn dan immers nodig om de voorziening op de juiste hoogte te houden.
Presentatie in de jaarrekening
Conform artikel 55 BBV geven wij in de toelichting op de balans de aard en reden van elke voorziening en de toevoegingen en onttrekkingen daaraan aan. Per voorziening geven wij inzicht in:
het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;
ten gunste van de rekening van baten en lasten (exploitatie) vrijgevallen bedragen;
Het doel van een voorziening kan niet wijzigen, gezien het verplichtende karakter en de harde kaders. Indien het doel niet meer bestaat of is veranderd moeten wij de voorziening opheffen. Indien wij voor het nieuwe doel opnieuw een voorziening moeten vormen, gelden hiervoor de regels voor het instellen van een nieuwe voorziening.
Deze reserve dient als dekking voor de door de gemeente verstrekte en te verstrekken projectsubsidies in de jaren 2012 tot en met 2015. | |
Deze reserve dient als bufferfunctie ter dekking van overschrijdingen op de verstrekking van bijzondere bijstand (inkomensondersteuningsbeleid) door de Regionale Sociale Dienst. | |
Voorzieningen wegen, straten en bouwgrond.