Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening inkomensvoorzieningen gemeente Aalsmeer |
Citeertitel | Handhavingsverordening inkomensvoorzieningen gemeente Aalsmeer |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Afstemmingsverordening vastgesteld op 29 maart 2012 en gewijzigd bij raadsbesluit van 14 februari 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 04-12-2014 gemeentelijke website, 17-12-2014 | Z-2014/061711 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
wet: de Participatiewet;
uitkering: algemene bijstand op grond van de Participatiewet, alsmede een uitkering op grond van de IOAW en de IOAZ;
re-integratievoorziening: voorzieningen bedoeld in artikel 7, eerste lid onder a van de wet en artikel 34, eerste lid onder a van de IOAW en de IOAZ en zoals beschreven in de Re-integratieverordening.
Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet, IOAW, IOAZ en in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het college voert bij de uitvoering van de wet een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is het informeren van de belanghebbenden over de rechten en plichten die als gevolg van de wet of een op de wet gebaseerde verordening aan het ontvangen van een uitkering of re-integratievoorziening zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Ter nadere uitvoering van deze verordening stelt het college jaarlijks een Onderzoeksplan vast, met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, heimelijke waarnemingen, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen, evenals van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast de overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.
Artikel 6 Inzenden onderzoeksbevindingen naar het Openbaar Ministerie
Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 6 leidt tot benadeling van de gemeente, worden de bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek naar het Arrondissementsparket gezonden conform de vigerende Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude van het Openbaar Ministerie, onverminderd de mogelijkheid de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen.
Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel
Op het tijdstip genoemd in het eerste lid wordt de Handhavingsverordening Inkomensvoorziening Aalsmeer 2012, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 29 maart 2012 en gewijzigd bij raadsbesluit van 14 februari 2013, ingetrokken;
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 december 2014.
De wnd. griffier,
drs. ing. T.D. van Petersen
De voorzitter,
drs. J. Vonk - Vedder
De gemeenteraad is verplicht bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet.
Voor het onderbrengen van de regels voor de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ in één verordening pleit het argument dat daarmee de overzichtelijkheid van de gemeentelijke regelgeving wordt bevorderd. Bovendien worden daarmee de regels voor de verschillende wetten nauwgezet op elkaar afgestemd (geharmoniseerd).
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, IOAW, IOAZ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.
Dit artikel verplicht het college tot het voeren van een actief fraudepreventiebeleid. Minimaal moet aandacht worden geschonken aan het informeren van de belanghebbenden over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een uitkering of re-integratievoorziening zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Ter nadere uitvoering van deze verordening stelt het college jaarlijks een Onderzoeksplan vast, met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Het is het genoemde plan omvat in elk geval:
Het college stelt jaarlijks een beleidsverslag vast waarin wordt beschreven of de gestelde doelen voor dat jaar op het gebied van de handhaving zijn gehaald en de redenen waarom de doelen wel of niet zijn gehaald.
Artikel 4 het opstellen van regelingen
Het college stelt beleidsregels op voor de terug- en invordering van bijstand en het verhalen tot de grens van de onderhoudsplicht van bijstand.
Het terug- en invorderen is op grond van de wet een verplichting. Het verhalen van bijstand is een bevoegdheid van het college.
De beleidsregels omvatten in elk geval:
Dit artikel verplicht het college om de rechtmatigheid van de uitkering of de re-integratievoorziening en de bijzondere bijstand te onderzoeken, en op welke wijze.
Artikel 6 Inzenden onderzoeksbevindingen naar het Openbaar Ministerie
Dit artikel bepaalt dat de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude, zoals opgesteld door het college van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie (OM), moet worden nagevolgd. De Aanwijzing bepaalt onder meer dat sociale zekerheidsfraude door een uitkeringsgerechtigde tot een nadeel van € 50.000 door het college wordt bestraft (op grond van artikel 18a van de Participatiewet. Pas bij een hoger nadeel (of wanneer de fraudeur geen uitkering meer ontvangt) moet aangifte worden gedaan bij het OM, waarna de zaak strafrechtelijk zal worden afgedaan. In dat geval wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, tenzij het OM de zaak seponeert.
Artikel 7 Inwerkingtreding en Citeertitel
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.