Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening subsidiering vrijetijdsaccommodaties en speeltuinen |
Citeertitel | Verordening subsidiering vrijetijdsaccommodaties en speeltuinen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-08-2002 | nieuwe regeling | 10-06-2002 Gemeenteblad 2002, nr. 63 | ds02009046.def |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
vrijetijdsaccommodatie: een gebouw, dat voorziet in de behoefte aan ruimten voor activiteiten en dienstverlening op maatschappelijk, cultureel of recreatief terrein ten dienste van de bevolking van een wijk of buurt of van één of meer groepen jeugdigen en/of jongeren, alsmede overige ruimtelijke voorzieningen ten behoeve van het sociaal-cultureel werk in Eindhoven;
Hoofdstuk 2. Vrijetijdsaccommodaties en speeltuinen.
Onder een kleine verbouwing, uitbreiding, verbetering of aanpassing wordt verstaan het aanbrengen van weinig ingrijpende veranderingen of verbeteringen, die tot doel hebben de vrijetijdsaccommodatie qua opzet en indeling beter geschikt te maken voor de activiteiten, die erin worden uitgeoefend. Hieronder wordt ook begrepen herinrichting en vernieuwing van een speeltuin. Uitgezonderd zijn die werkzaamheden, die moeten worden beschouwd als onderhoud. Een subsidie voor een kleine verbouwing, uitbreiding, verbetering of aanpassing, zoals bedoeld in het tweede lid, kan ten hoogste eenmaal per vijf jaar worden verleend, met dien verstande, dat het subsidie over meer jaren kan worden verdeeld, zoals is uitgewerkt in de bij de verordening behorende bijlage 1.
Onder schulden vrij maken van een bestaande vrijetijdsaccommodatie of bestaande speeltuin wordt verstaan het voor rekening van de gemeente nemen van rente en aflossing van geldleningen, die met goedkeuring van de gemeente zijn aangegaan voor het stichtten van de vrijetijdsaccommodatie of de speeltuin.
Subsidies, genoemd in het tweede lid, onder a, c en d, worden verleend aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk. In het geval, dat de vrijetijdsaccommodatie eigendom is van een andere beheersinstelling, wordt het subsidie slechts verleend, onder voorwaarde, dat eerst de eigendom en het algemeen beheer worden overgedragen aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk. Van deze voorwaarde kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen. Indien burgemeester en wethouders ontheffing verlenen, beslissen zij tevens, of het subsidie wordt verleend aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk dan wel aan die andere beheersinstelling. Indien de eigendom berust bij de gemeente Eindhoven, is het mogelijk alleen het algemeen beheer om niet over te dragen aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.
Aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk kan in bijzondere gevallen en ten behoeve van beheersinstellingen voor methodisch jeugd- en jongerenwerk ook subsidie worden verleend voor een vrijetijdsaccommodatie, die geheel of gedeeltelijk een tijdelijk karakter draagt. Deze subsidie kan worden verleend in de vorm van:
een jaarlijkse subsidie ter grootte van de kosten van huur van een bestaand pand, dat tijdelijk als vrijetijdsaccommodatie wordt gebruikt, en de kosten van huur of erfpacht van de daarbijbehorende grond. Dit subsidie wordt met uitzondering van het subsidie ten behoeve van een instelling voor methodische jeugd- en jongerenwerk gedurende ten hoogste vijf jaren verleend.
De subsidie ten behoeve van een beheersinstelling voor methodisch jeugd- en jongerenwerk kan ook worden verleend aan de desbetreffende beheersinstelling voor methodisch jeugd- en jongerenwerk.
Burgemeester en wethouders kunnen het subsidie op een andere basis vaststellen dan in het eerste lid is bepaald dan wel geen subsidie verlenen, indien een beheersinstelling voor het stichten, verbouwen, uitbreiden, verbeteren en/of aanpassen een fonds heeft gevormd en/of uit batige exploitatiesaldi een vermogen heeft gevormd, zonder dat daaraan een voor burgemeester en wethouders aanvaardbare bestemming is gegeven en zij van oordeel zijn, dat het fonds en/of het vermogen van zodanige omvang is, dat de beheersinstelling het stichten, verbouwen, uitbreiden, verbeteren en/of aanpassen gedeeltelijk of geheel zelf kan bekostigen; burgemeester en wethouders besluiten hiertoe niet dan nadat zij de betrokkenen beheersinstelling behoorlijk in de gelegenheid hebben gesteld haar mening hieromtrent kenbaar te maken.
De vrijetijdsaccommodatie dient te passen in het geheel van welzijnsvoorzieningen in de gemeente Eindhoven.
Subsidie voor kleine verbouwingen, zoals omschreven in de bij deze verordening behorende bijlage 1, kan slechts worden verleend, indien het voorzover daarvoor op de goedgekeurde gemeentebegroting de middelen beschikbaar zijn en met inachtneming van daarbij door burgemeester en wethouders te stellen prioriteiten.
Degenen voor wie de vrijetijdsaccommodatie dan wel speeltuin bestemd is dienen voorzover dat mogelijk is te worden betrokken bij het vaststellen van de behoefte aan ruimte, waarbij tevens rekening wordt gehouden met reeds aanwezige voorzieningen.
Indien in een statistische wijk meer dan één vrijetijdsaccommodatie, niet zijnde een accommodatie voor methodisch jeugd- en jongerenwerk of speeltuin, aanwezig is, zal in het geval één van die accommodaties om subsidie in het kader van deze verordening verzoekt, door burgemeester en wethouders moeten worden bezien of het draagvlak van die wijk meerder accommodaties rechtvaardigt. Is dat draagvlak onvoldoende, dan zullen burgemeester en wethouders geen medewerking verlenen.
De opzet van de vrijetijdsaccommodatie dient zodanig te zijn, dat de ruimten, afzonderlijk of in onderlinge samenhang, waar mogelijk geschikt zijn voor meervoudig gebruik en voor aanpassing aan veranderende behoeften.
Indien de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin, waarvoor subsidie wordt gevraagd, in het beleidsplan is opgenomen, geven burgemeester en wethouders opdracht aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk om met inachtneming van door hen te formuleren richtlijnen een programmeringsrapport op te stellen waarin ten laste is opgenomen:
een omschrijving van de wijk of buurt, bestaande uit:
1. een geografische begrenzing;
2. de bevolkingsaantallen en een bevolkingsprognose op basis van gegevens van de hoofdafdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Eindhoven;
3. een overzicht van de in de wijk of buurt aanwezige sociaal-culturele voorzieningen;
Op basis van het door hen goedgekeurde programmeringsrapport geven burgemeester en wethouders toestemming aan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert die beheersinstelling om een schetsontwerp en daarop gebaseerde kostenraming te laten maken.
De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk toets het schetsontwerp en de daarop gebaseerde kostenraming aan het door burgemeester en wethouders goedgekeurde programmeringsrapport. Wanneer het schetsontwerp aan het goedgekeurde programmeringsrapport voldoet en de geraamde kosten de voorlopige kostenraming niet te boven gaan, geeft zij of, indien een andere instelling de werkzaamheden uitvoert, deze instelling de architect opdracht om het ontwerp besteksgereed te maken. Het bestek dient te voldoen aan nader door burgemeester en wethouders te stellen eisen.
De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of, indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert, deze beheersinstelling kiest vervolgens een aannemer en verzoekt hem een vaste prijsopgave te doen "aanvang en einde werk", nadat met hem overeenstemming is bereikt over de afstandsverklaring. Het model van de afstandsverklaring behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.
Indien aan de bouwvergunning voorschriften zijn verbonden, die een wijziging van het bouwplan tot gevolg hebben of waaruit financiële gevolgen voortvloeien, dient de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of, indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert, deze beheersinstelling een herziene subsidieaanvrage in.
Bij de uitvoering van het werk mogen bestuursleden van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk, dan wel van een andere beheersinstelling, indien daaraan subsidie wordt verleend, zonder toestemming van burgemeester en wethouders niet middellijk of onmiddellijk betrokken zijn of voordeel genieten als aannemer, onderaannemer of architect.
De directie van het werk is verplicht ervoor zorg te dragen, dat de door burgemeester en wethouders aangewezen persoon vrije toegang tot het werk hebben.
Burgemeester en wethouders kunnen gedurende de uitvoering van het werk al naar gelang van de verordening van het werk voorschotten tot een maximum van 95% van het subsidie, bedoeld in artikel 14, negende lid, verlenen.
Uiterlijk drie maanden na beëindiging van de onderhoudstermijn zendt de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk of, indien een andere beheersinstelling de werkzaamheden uitvoert, deze beheersinstelling aan burgemeester en wethouders een declaratie in tweevoud, waarin alle voor subsidie in aanmerking komende kosten zijn opgenomen. Bij deze declaratie dienen al naar gelang van de uitgaven waarop zij betrekking hebben de volgende bewijsstukken – eveneens in tweevoud – te worden overlegd:
Burgemeester en wethouders stellen aan de hand van de in artikel 19 bedoelde declaratie binnen drie maanden na ontvangst daarvan het subsidie definitief vast.
De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk dient met de beheersinstelling een overeenkomst van huur en verhuur aan te gaan, waarin de beheersinstelling zich verbindt om:
binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar via de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk aan burgemeester en wethouders in te zenden:
1. de exploitatierekening over het laatst verlopen kalenderjaar, vergezeld van een toelichting;
2. de balans per 31 december van het laatst verlopen kalenderjaar, vergezeld van een toelichting;
3. een verslag omtrent het gebruik van het gebouw in het laatst verlopen kalenderjaar;
aan burgemeester en wethouders en aan de door hen aan te wijzen personen, zo dikwijls zij dat nodig oordelen, alle gevraagde inlichtingen te verschaffen, inzage te verlenen in alle boeken en bescheiden, welke betrekking hebben op het beheer en de exploitatie van de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin, alsmede toe te laten van deze boeken en bescheiden uittreksels te maken;
de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin overeenkomstig haar bestemming te gebruiken en beschikbaar te stellen in eerste instantie ten behoeve van alle activiteiten uit de wijk met voorrang voor activiteiten voor jongeren en peuters uit de wijk en andere
groepen waaraan in het kader van vernieuwingsprocessen prioriteit wordt gegeven;
eventuele aanwijzingen van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk ten aanzien van het inrichten of het voeren van haar financiële administratie strikt op te volgen en haar financiële administratie uit te besteden aan een in overleg met de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk te bepalen administratiekantoor, indien deze stichting van oordeel is , dat deze administratie niet aan redelijk te stellen eisen van deugdelijkheid voldoet en op grond daarvan hiertoe verplicht.
Indien het subsidie, zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt verleend aan een andere beheersinstelling dan de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk, dient deze beheersinstelling schriftelijk ten overstaan van burgemeester en wethouders te verklaren, dat zij voor stipte naleving van de in het eerste lid, onder a t/m o, genoemde voorwaarden zal zorgdragen, met dien verstande, dat bij b en d inzending rechtstreeks aan burgemeester en wethouders dient te geschieden en onder k, l, n en o voor "de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk" gelezen moet worden "burgmeester en wethouders".
De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk is verplicht de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin ten genoegen van burgemeester en wethouders behoorlijk te verzekeren en verzekerd te houden, aan de gemeente de polis, respectievelijk een duplicaat daarvan, te overhandigen en op eerste aanvraag de laatste premiekwitantie ter inzage te verstrekken.
Indien de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk op grond van de afgesloten verzekering enige uitkering ontvangt en niet tot herbouw van de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin overgaat of tot zodanige herbouw overgaat, waarmee burgemeester en wethouders zich niet kunnen verenigen, moet het conform het bepaalde in artikel 23, tweede lid, berekende restant van het subsidie aan de gemeente worden terugbetaald. Dit bedrag is alsdan onmiddellijk opeisbaar en invorderbaar; de kosten, vallende op de invordering van dit bedrag, komen geheel ten laste van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.
De Stichting Dienstverlening Welzijnswerk is verplicht ter dekking van aansprakelijkheid ten opzichte van derden een verzekering af te sluiten, waarvan de risicodekking per gebeurtenis en geval minstens f 998.509,29 bedraagt en aan de gemeente de polis, respectievelijk een duplicaat daarvan te overhandigen en op eerste aanvraag de laatste premiekwitantie ter inzage te verstrekken.
Indien zich enig geval, bedoeld in het eerste lid, voordoet – waarbij burgemeester en wethouders niet hun toestemming hebben verleend – alsmede bij liquidatie van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk, waarbij de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin een bestemming heeft gekregen, waarmee burgemeester en wethouders zich niet kunnen verenigen, en bij niet-nakoming van de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden moet de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk het subsidie aan de gemeente terugbetalen, zulks onder vermindering van de oorspronkelijke hoofdsom met 2½% respectievelijk 10% daarvan voor elk vol kalenderjaar dat is verlopen vanaf de datum van oplevering van de vrijetijdsaccommodatie of speeltuin. Het percentage van 2½% geldt voor de gevallen, bedoeld in artikel 2, derde lid en het percentage van 10 voor de gevallen, bedoeld in artikel 2, vierde en vijfde lid. Het aldus berekende restant van het subsidie is alsdan onmiddellijk opeisbaar en invorderbaar; de kosten vallende op de invordering van dit restant komen geheel ten laste van de Stichting Dienstverlening Welzijnswerk.
Indien zich enig geval, bedoeld in het eerste lid, voordoet – waarbij burgemeester en wethouders wel hun toestemming hebben verleend – kunnen burgemeester en wethouders aan deze toestemming de voorwaarde verbinden, dat het subsidie geheel of gedeeltelijk aan de gemeente moet worden terugbetaald; het terug te betalen bedrag kan niet hoger zijn dan het conform het bepaalde in het tweede lid berekende restant van het subsidie.
Indien het subsidie wordt verleend aan een beheersinstelling, die geen eigenaar is van de vrijetijdsaccommodatie, dient aan het bepaalde in de artikelen 22 en 23 te worden voldaan door een overeenkomst tussen de instelling en de eigenaar, waarbij de eigenaar zich verbindt genoemde voorwaarden te zullen nakomen gedurende tenminste tien jaren.