Organisatie | Winsum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Dorpshuizenbeleid 2015 en verder |
Citeertitel | Dorpshuizenbeleid 2015 en verder |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2014 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 De Wiekslag, 23-12-2014 | Onbekend |
Dorpshuizenbeleid 2015 en verder
In deze notitie heeft de gemeente Winsum haar visie met betrekking tot de functie en positie van de dorpshuizen van de gemeente Winsum vastgelegd. Het beleid is gebaseerd, bouwt voort op de beleidsnotitie 2003-2010.
In paragraaf 1 worden de kenmerken, de positie en de functie van dorpshuizen toegelicht.
In paragraaf 2 staan beleidsuitgangspunten genoemd
In paragraaf 3 wordt de manier waarop de gemeente de dorpshuizen ondersteunt benoemd.
In paragraaf 4 worden de wijzigingen t.o.v. de oude notitie (2003-2010) aangegeven.
In paragraaf 5 wordt aangegeven hoe de gemeente wil samenwerken met dorpshuizen.
Paragraaf 6 is een financiële paragraaf.
Er zijn zes dorpshuizen in de gemeente Winsum:
In de kern Winsum is geen sprake van één dorpshuis maar van meerdere zalencentra. Genoemd kunnen onder andere worden multifunctioneel centrum de Blauwe Schuit, zalencentrum de Hoogte en de Poort. Daarnaast zijn in een aantal kleine kernen zoals Tinallinge, Saaxumhuizen en Garnwerd verenigingsgebouwtjes en kerken die incidenteel als ontmoetingsplaats fungeren voor de dorpsbewoners. Ook sportkantines en cafés vervullen functies voor ontmoeting. Zo beschikt Garnwerd over een goed renderende café-accommodatie.
Functie en positie van dorpshuizen
De gemeente Winsum erkent het belang en de rol van de dorpshuizen voor het behoud van de leefbaarheid. De dorpshuizen hebben op dit moment de volgende functies in hun dorp;
bieden onderdak voor incidentele dorpsactiviteiten zoals; muziekavonden, toneelavonden, Sinterklaasviering, nieuwjaarsviering, jaarvergaderingen, bruiloften, partijen, begrafenissen
De kernen Baflo, Sauwerd en Ezinge zijn zogenaamde complete dorpen. Deze dorpshuizen kennen een zekere vorm van multifunctionaliteit. Het gaat dan enerzijds om de ideële functies, waar de gemeente zelf een taak in heeft, zoals peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, bibliotheek, jeugdhonk, servicepunt voor ouderenzorg, ouder en kindzorg en sport. Anderzijds gaat het om de meer commerciële functies. Hierin heeft de gemeente hooguit een stimulerende taak.(apotheek, postkantoor, winkel)
In de kernen Adorp, Feerwerd en Den Andel, heeft het dorpshuis voornamelijk de ‘echte’ functie dorpshuis. Het is de plek waar het sociale en culturele dorpsleven zich afspeelt. De dorpshuizen van Den Andel en Adorp hebben ook nog een functie ten aanzien van het sportonderwijs.
In de kleine kernen die nu geen dorpshuis hebben worden incidenteel andere ruimtes als ontmoetingsruimte voor het dorp gebruikt, zoals kerken, verenigingsgebouwtjes, sportkantines, café.
De gemeente ziet voor de dorpshuizen in Feerwerd, Den Andel en Adorp een rol voor het vervullen van de reguliere dorpshuisfunctie, te weten ontmoeting en accommodatie voor het verenigingsleven. Adorp en Den Andel hebben daarnaast een functie ten aanzien van het sportonderwijs. Concentratie en bundeling van voorzieningen in deze dorpshuizen wordt door de gemeente wel aangemoedigd, maar vanuit beleid om voorzieningen zoveel mogelijk in de complete dorpen, Sauwerd, Baflo en Ezinge te concentreren, niet actief (financieel) ondersteund.
Vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zullen inwoners de komende jaren voor zorgvragen meer gebruik moeten maken van hun eigen sociale netwerk. Dorpshuizen kunnen daarin vanuit de functies zorg, welzijn, ontmoeting en dienstverlening een rol spelen. De gemeente zal waar mogelijk (ook financieel) in overleg met het dorpshuisbestuur WMO-functies in de dorpshuizen onderbrengen. Voorbeelden van activiteiten zijn: activiteiten met en voor ouderen, gezamenlijke maaltijden voor ouderen en alleenstaanden of - dagopvang voor mensen met een (geestelijke) beperking.
De ondersteuning van de dorpshuizen van de gemeente bij hun instandhouding en versterking bestaat uit ondersteuning bestuur en organisatie, ondersteuning onderhoud gebouw en stimulering van multifunctionaliteit
Ondersteuning bestuur en organisatie
De gemeente biedt dorpshuizen vanuit haar reguliere taak ondersteuning ten aanzien van regelgeving. Op het gebied van deskundigheidsbevordering biedt de gemeente een subsidieregeling voor de cursussen bedrijfshulpverlening. Daarvoor is een bedrag van € 230,00 per jaar, per dorpshuis beschikbaar. De voorwaarden zijn:
Eventueel kan de organisatie en deelname aan deze cursussen samen met andere partijen plaatsvinden. Ten aanzien van de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties kunnen de dorpshuizen een beroep doen op het Vrijwilligerssteunpunt. Ook de Vereniging Groninger Dorpen biedt ondersteuning.
Ondersteuning onderhoud gebouw
Wij ondersteunen de dorpshuizen bij het voeren van een goed onderhoud van de accommodaties en op noodzakelijke aanpassingen ten gevolge van wet- en regelgeving. Deze ondersteuning bestaat uit;
Ter ondersteuning van de dorpshuizen bij de instandhouding van hun accommodatie zal de gemeente voor alle 6 dorpshuizen een bouwkundige inventarisatie laten maken van het gebouw en daarbij tevens een onderhoudsprogramma laten maken met een looptijd van 10 jaar. Het onderhoudsprogramma geeft inzicht in de planning van het onderhoud en de te maken reserveringen op de begroting. Voor de gemeente is het tevens het middel om haar subsidieregeling onderhoud op te toetsen.
De subsidieregeling houdt rekening met de volgende zaken:
Het is een ondoenlijke zaak om bij de subsidieregeling een vorm van diversiteit door te voeren welke volledig recht doet aan de verschillen en ook nog eens organisatorische uitvoerbaar is; de dorpshuizen zijn zeer divers op het gebied van gebouw, beheer, exploitatie etc. De een heeft recentelijk in het gebouw geïnvesteerd, de ander niet.
4) brandveiligheidsaspecten / noodverlichtingsinstallaties
Ieder dorpshuis dient (voor 1 juli) jaarlijks van tevoren een onderhoudsplanning in gebaseerd op het onderhoudsprogramma. Op basis daarvan verstrekt de gemeente een voorschot (100%) op de subsidie. Tegelijk met de indiening van de onderhoudsplanning voor het daaropvolgende jaar wordt de uitvoering van het onderhoud verantwoord door middel van een eindafrekening en een jaarrekening. (Facturen dienen worden bijgevoegd) De subsidie wordt op basis hiervan vastgesteld. De gemeente kan controleren of het onderhoud ook daadwerkelijk is uitgevoerd.
Voorwaarde voor het verstrekken van de bijdrage is een ondernemingsplan met een sluitende exploitatie en waaruit blijkt dat het dorpshuis bestaansrecht heeft. Dit laatste wordt getoetst aan de hand van de criteria; gebruik, draagvlak (vrijwilligersinzet, bestendig bestuur, draagvlak in het dorp), financiële situatie (sluitende exploitatie), staat van het gebouw (onderhoud op orde).
Voor calamiteiten, onvoorziene omstandigheden is een calamiteitenfonds gevormd. Het gaat altijd om investeringen die te maken hebben met de instandhouding van het gebouw. Bijvoorbeeld onvoorziene investeringen als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving.
Het dorpshuis moet zelf aan kunnen geven waarom ze met recht een beroep op dit calamiteitenfonds doet. Op dit calamiteitenfonds kan een beroep gedaan worden wanneer het dorpshuisbestuur aan kan geven;
Daarnaast zal de gemeente alleen een financiële bijdrage uit dit fonds beschikbaar stellen als het betreffende dorpshuis een sluitende exploitatie en bestaansrecht heeft (zie ook de criteria voor de subsidie in onderhoud).
De dorpshuizen kunnen een beroep doen op het fonds door middel van het doen van een aanvraag aan burgemeester en wethouders. Over de hoogte van een eventuele bijdrage beslist Burgemeester en wethouders.
De gemeente faciliteert de dorpshuisbesturen licht (per jaar 8 manuren) bij het beheer en onderhoud van het gebouw. Te denken valt aan het (indien nodig) jaarlijks bijstellen van het onderhoudsprogramma, het controleren van de uitvoering van het onderhoudsprogramma, het beantwoorden van vragen over ingewikkelde onderhoudszaken e.d.
Stimuleren multifunctionaliteit
Daar waar vergroting van multifunctionaliteit kan worden gerealiseerd, zal de gemeente dit stimuleren en ambtelijk begeleiden. Uitgangspunt daarbij is dat de nadruk komt te liggen op concentratie van voorzieningen in de complete dorpen.
Dorpshuizen zijn verder een logische plek om WMO-voorzieningen in onder te brengen. Het dorpshuis is laagdrempelig, fysiek dichtbij en beschikt over een netwerk van vrijwilligers en organisaties. Door zaken te combineren in het dorpshuis en functies te koppelen, kan met toegevoegde zorg- en welzijnsfuncties, de exploitatie van een dorpshuis worden gestimuleerd ten gunste van het perspectief van het dorp en het dorpshuis.(een voorbeeld is de ‘Verzoamelstee’ in Adorp)
De gemeente is bereid, indien het om ideële/WMO functies gaat, financieel bij te dragen voor verbouw en uitbreiding van de accommodaties. De investeringen van de gemeente moeten in dat geval in verhouding staan met de bijdrage van het dorpshuis aan het sociale domein.
In het tweejaarlijks overleg tussen gemeente en de dorpshuisbesturen zal een prognose worden opgesteld, ten aanzien van de multifunctionaliteit, waarmee de gemeente noodzakelijke reserveringen in de begroting kan opnemen. De bijdrage zal aanvullend zijn op andere subsidieverstrekkers, eigen bijdragen en sponsering. Uiteindelijk zal het besluit over bijdragen genomen worden aan de hand van concrete plannen en begrotingen.
In beleid 2003-2010 was de doelstelling opgenomen dat een spreidingsplan zou worden opgesteld. Dat is niet gebeurd. (Middels een spreidingsplan kan de gemeente aangeven hoe verschillende functies voor haar inwoners bereikbaar moeten zijn en op welke onderwerpen de gemeente een inspanning kan doen om deze daar te krijgen of te behouden). Voor spreiding van functies/voorzieningen kan worden verwezen naar de Structuurvisie van de gemeente Winsum.
De gemeente wil openstaan voor goede ideeën van dorpshuisbesturen zelf. Zij wil bijvoorbeeld samen met de dorpshuisbesturen bedenken hoe en welke WMO-functies kunnen worden gecombineerd met een dorpshuis. De gemeente en de dorpshuisbesturen zullen twee keer per jaar bijeen komen om een gezamenlijke agenda op te stellen.