Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijdemeren

Speelautomatenverordening Wijdemeren 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijdemeren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSpeelautomatenverordening Wijdemeren 2003
CiteertitelSpeelautomatenverordening Wijdemeren 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet op de kansspelen, art. 30c, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-09-200309-12-2010Nieuwe regeling

28-08-2003

De Brug, De Nieuwsster, De Wiewatwaar, 03-09-2010

Speelautomatenverordening Wijdemeren 2003

Tekst van de regeling

Intitulé

Speelautomatenverordening Wijdemeren 2003

De raad der gemeente Gemeente Wijdemeren

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 juni 2003;

gelet op het bepaalde in de Wet op de kansspelen 2000 en het Speelautomatenbesluit 2000;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de verordening:

Speelautomatenverordening Wijdemeren 2003

Artikel 1

Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder a. van de Wet;

  • c.

    behendigheidsautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder b. van de Wet;

  • d.

    kansspelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder c. van de Wet;

  • e.

    hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d. van de Wet;

  • f.

    laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e. van de Wet;

  • g.

    aanwezigheidsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet.

Artikel 2

Opstelplaatsenbeleid

  • 1.

    In hoogdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee speelautomaten toegestaan, met dien verstande dat dit kansspelautomaten en/of behendigheidsautomaten mogen zijn.

  • 2.

    In laagdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee speelautomaten toegestaan, met dien verstande dat uitsluitend behendigheidsautomaten zijn toegestaan en in het geheel geen kansspelautomaten.

Artikel 3

Aanwezigheidsvergunning

  • 1.

    De burgemeester verleent op een desbetreffende aanvraag voor een hoogdrempelige inrichting vergunning voor het daarin aanwezig zijn van ten hoogste twee speelautomaten, mits deze inrichting beschikt over een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet.

  • 2.

    De burgemeester verleent op een desbetreffende aanvraag voor een laagdrempelige inrichting uitsluitend vergunning voor het daarin aanwezig zijn van ten hoogste twee behendigheidsautomaten.

Artikel 4

Geldigheidsduur van de vergunning

Een vergunning als bedoeld in artikel 3 van deze verordening geldt voor een tijdvak van twaalf maanden, welk tijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 5

Vergunningaanvraag

  • 1.

    De vergunning moet ieder jaar opnieuw worden aangevraagd.

  • 2.

    De vergunning moet worden aangevraagd ten minste zes weken voor de aanvang van het jaar, waarvoor deze is bedoeld.

  • 3.

    De aanvrager dient gebruik te maken van het vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 6

Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van deze verordening kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2.

    De voorschriften en beperkingen moeten binnen het kader en de doelstelling van de wet vallen. De doelstelling van de wet is onder meer evenwicht na te streven tussen het belang van de bescherming van de kwetsbaren en het belang van voorkoming van illegaliteit.

  • 3.

    Aan een vergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

    • a.

      alleen speelautomaten mogen worden opgesteld, die in eigendom toebehoren aan personen en instellingen, die in het bezit zijn van een in artikel 30 h, eerste lid, van de wet bedoelde vergunning (exploitatievergunning);

    • b.

      op de speelautomaten dient de naam van de eigenaar c.q. exploitant te zijn vermeld;

    • c.

      speelautomaten moeten duidelijk in het zicht worden geplaatst in een voor het publiek toegankelijke lokaliteit van de inrichting;

    • d.

      speelautomaten mogen uitsluitend worden gebruikt gedurende de tijden, waarop de inrichting voor het publiek geopend mag zijn;

    • e.

      noch door de vergunninghouder en/of het bij hem in dienst zijnde personeel, noch door de spelers en/of overige bezoekers van de inrichting mogen weddenschappen over de spelers dan wel de uitslag van de spelen worden afgesloten.

  • 4.

    Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, worden aan de vergunning voorschriften verbonden ten aanzien van de wijze van werving en reclame, gericht tot de speler.

  • 5.

    De voorschriften en beperkingen kunnen worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking acht dagen na de dag van bekendmaking.

Artikel 8

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Speelautomatenverordening Wijdemeren 2003”.

 

Wijdemeren, 28 augustus 2003

De secretaris, M.J.A. van Rhijn

De burgemeester, mr. D. Bijl