Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Drank- en Horecaverordening Ede |
Citeertitel | Drank- en Horecaverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
De Drank- en Horecaverordening heeft aansluiting gemaakt met de door het gemeentebestuur ondersteunde initiatieven die gericht zijn op het terugdringen van (overmatig) alcoholgebruik en de daaraan gerelateerde problematiek.
De verordening richt zich op een eventueel verbod of beperking van de verstrekking of verkoop van alcoholhoudende drank, het verbinden van voorschriften aan drankverstrekking op terrassen en het stellen van leeftijdsgrenzen van bezoekers van horecalokaliteiten.
Op de naleving van de beleidsregels en/of algemene regels voor de openbare orde en veiligheid met betrekking tot verstrekking van alcoholhoudende drank wordt gecontroleerd en zo nodigh handhavend opgetreden.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-07-2008 | 15-02-2014 | nieuwe regeling | 10-07-2008 Ede Stad 16-7-2008 | AJZ 2008 7291 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
evenement: elk voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak met uitzondering van bioscoopvoorstellingen als bedoeld in de Wet op de filmvertoningen, markten als bedoeld in artikel151 Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank-en Horecawet gelegenheid geven tot dansen.
1.2 VERBOD VERSTREKKING ALCOHOLHOUDENDE DRANK
Artikel 2 Verbod verstrekking sterke drank in een inrichting
Het is verboden om in een inrichting als bedoeld in sub a tot en met d, bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken gedurende de tijd dat deze inrichting wordt gebruikt ten behoeve van activiteiten, die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt.
Artikel 3 Verbod verstrekking zwak-alcoholhoudende drank na 22.00 in besloten ruimte
Het is verboden om in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit, na 22.00 uur ’s avonds zwak-alcoholhoudende drank anders dan om niet voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.
Artikel 4 Verlening ontheffing beperking verstrekking sterke en zwak-alcoholhoudende drank
De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 en 3 gestelde verboden. Een ontheffing wordt in ieder geval niet verleend in de volgende omstandigheden:
Artikel 7 Algeheel Verkoopverbod alcoholhoudende drank
Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in de hele gemeente of in aangewezen delen van de gemeente, bedrijfsmatig of anders dan om niet, al dan niet in glas verpakte, alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, te verstrekken
Artikel 8 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden
De burgemeester kan een tijdsruimte aanwijzen waarbinnen het verboden is om tijdens gebeurtenissen of evenementen bedrijfsmatig, dan wel anders dan om niet, al dan niet in glas verpakte alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.
Artikel 9 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden
Een aanwijzing als bedoeld in de artikelen 7, 8 en 9 kan worden gegeven in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid. Een aanwijzing als bedoeld in artikel 7 wordt eerst gegeven indien één of meer van deze vier belangen dringend tot het geven van een dergelijke aanwijzing vorderen.
Het in eerste en tweede lid bepaalde geldt niet indien een persoon onder de 16 jaar onder toezicht staat van een (pleeg)ouder of een voogd met een leeftijd van 18 jaar of ouder dan wel vergezeld wordt door een andere volwassene waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat deze functioneert als toezichthouder van de betreffende persoon.
De Drank- en Horecawet regelt via een vergunningsysteem de verkoop van alcoholhoudende dranken voor gebruik al dan niet ter plaatse. Deze wet bepaalt wanneer aan een ondernemer een vergunning moet worden verleend dan wel geweigerd. De bevoegdheid voor de vergunningverlening is neergelegd bij het college. Hoewel deze wet veelal dwingende bepalingen bevat, is door de landelijke wetgever in beperkte mate beleidsruimte aan gemeenten gelaten om via een verordening zelf een aantal aanvullende zaken te regelen.
Daarnaast heeft de gemeente een autonome bevoegdheid om een aantal zaken te regelen. Een groot deel van deze horecabedrijven valt onder het regime van de Drank- en Horecawet. Al voor de brand in Volendam noopten maatschappelijke ontwikkelingen ertoe hernieuwde aandacht te schenken aan de horeca. Het aanpassen van de Drank- en Horecaverordening is één van de acties die plezierig en verantwoord horecabezoek in Ede moeten bevorderen.
De tekst en de toelichting zijn conform de wettelijk voorgeschreven eis aan de Drankinspectie van de Voedsel en Waren Autoriteit voorgelegd.
In dit artikel zijn de definities opgenomen van een aantal begrippen die in de Drank- en Horecaverordening worden gebruikt. Voor de meeste begrippen zijn de definities uit de Drank- en Horecawet gebruikt.
Een inrichting bestaat uit de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte.
Bij de term horecabedrijf gaat het in de Drank -en Horecawet om ‘de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse’. In het kader van artikel 3 van de Drank- en Horecawet is een vergunning nodig op basis van deze wet om het horecabedrijf te mogen uitvoeren.
Artikel 2 Verbod verstrekking sterke drank in een inrichting
Krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden. Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik is het zonder meer onwenselijk dat sterke drank wordt verstrekt in inrichtingen die primair voor andere doeleinden dan alcoholgebruik worden bezocht. Vandaar dat in dit artikel een verbod is opgenomen om sterke drank te verstrekken in gebouwen die in gebruik zijn als onderwijs-, jongeren-, sportinstelling of als buurthuis en in inrichtingen waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe etenswaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten worden verkocht.
Bij de bepaling dient de kanttekening te worden gemaakt dat de inhoud van het begrip inrichting met de komst van de nieuwe Drank- en Horecawet is gewijzigd. Was het voordien zo dat alle ruimten, die binnenshuis met elkaar in verbinding stonden, tezamen de inrichting vormden, nu is het begrip beperkt tot de lokaliteiten waarin het slijters- of horecabedrijf worden uitgeoefend, met de daartoe behorende terrassen. Bedoelde lokaliteiten kunnen onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimten. De redactie van dit artikel is afgestemd op deze recente ontwikkeling.
Krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank na een bepaald tijdstip of voor een bepaalde tijd, worden verboden. Ingevolge de Drank- en Horecawet mag aan jongeren onder de zestien jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Met name in het nachtelijke uitgaansleven blijkt dit soms een moeilijk controleerbare en moeilijk handhaafbare bepaling.
En ook het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in inrichtingen bij activiteiten waar hoofdzakelijk jongeren onder de 16 jaar aanwezig zijn, is gezien de wens tot alcoholmatiging onder jongeren, ongewenst.
Artikel 3 Verbod verstrekking zwak-alcoholische drank na 22.00 in besloten ruimte
Zoals in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 2 al is genoemd, kan krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank na een bepaald tijdstip of voor een bepaalde tijd, worden verboden.
In de snackbars/cafetaria´s en andere zaken die vallen onder de omschrijving van artikel 18, lid 2 van de wet, waar geen alcohol mag worden geschonken ter plaatse wegens afwezigheid van een drank- en horecavergunning, mag er wél alcohol worden verkocht voor gebruik elders dan ter plaatse.
De in artikel 3, lid 2 genoemde besloten ruimten zijn ontleend aan artikel 18, lid 2, onder c van de Drank- en Horecawet. In artikel 18, lid 2, onder c van de wet wordt genoemd: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit. In artikel 18 van de wet wordt aangegeven dat in de in artikel 18, lid 2, onder c genoemde ruimte, alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse mag worden verstrekt.
Onder de in artikel 18, lid 2, onder c bedoelde “ruimten” vallen onder andere de snackbars/cafetaria´s en afhaalruimte van een Chinees restaurant.
Artikel 4 Verlening ontheffing beperking verstrekking sterke en zwak-alcoholische drank
De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod op het schenken van sterke drank in het type inrichtingen dat in artikel 2 en artikel 3 wordt omschreven. Een dergelijke ontheffing kan incidenteel of een structureel karakter hebben. Per aanvraag dient een afweging te worden gemaakt met betrekking tot de risico’s die het schenken van sterke drank met zich meebrengt. Het verlenen van de ontheffing heeft tot gevolg dat de ondernemer feitelijk weer beschikt over een volledige Drank- en Horecavergunning. In het artikel wordt een aantal omstandigheden opgesomd, waarin in principe geen ontheffing wordt verleend. Deze opsomming is niet limitatief. Dit houdt in dat zich in concrete gevallen andere, dan genoemde omstandigheden kunnen voordoen, die zich verzetten tegen het verlenen van een ontheffing. Bij de volgende omstandigheden volgt te allen tijde een weigering:
Voor de onderneming is geen Drank- en Horecavergunning verleend
Om voor het schenken van sterke drank in aanmerking te komen, dient in ieder geval een rechtsgeldige Drank- en Horecavergunning te zijn verleend, omdat de Drank- en Horecawet het schenken van alcoholhoudende drank verbiedt in niet-horecabedrijven.
Er is strijd met het geldende bestemmingsplan
Naast een Drank- en Horecavergunning dient de ondernemer te beschikken over een exploitatievergunning. De exploitatievergunning voor een horecabedrijf wordt geweigerd, wanneer de exploitatie van een horecabedrijf strijdig is met het bestemmingsplan. Het verlenen van de ontheffing is dan strijdig met het weigeren van een exploitatievergunning.
Het betreft een paracommerciële instelling zoals bedoeld in de Drank- en Horecawet
Artikel 4 van de Drank- en Horecawet richt zich op voorkoming van mededinging in het economisch verkeer ofwel paracommercialisme. Dit artikel bepaalt dat aan een Drank- en Horecavergunning, niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaalculturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, door het college voorschriften worden opgelegd die nodig zijn om mededinging in het economisch verkeer door de verstrekking van alcoholhoudende drank te voorkomen. Bij paracommercialisme dient gedacht te worden aan sportverenigingen, culturele verenigingen e.d. Aan deze inrichtingen wordt geen ontheffing voor de verstrekking van sterke drank verleend, tenzij het
gaat om bijeenkomsten die direct verband houden met activiteiten van de rechtspersoon. Hierbij kan gedacht worden aan afscheid van de voorzitter, een jubileum e.d. Let wel: commerciële ondernemingen, die gevestigd zijn in een buurthuis, sporthal e.d. vallen niet onder artikel 4 van de Drank- en horecawet. Voor deze ondernemers dient een afweging te worden gemaakt met betrekking tot het wel of niet verlenen van een ontheffing.
Er bestaat vrees voor verstoring van de openbare orde en veiligheid
Openbare orde en veiligheid behoren tot de beleidsterreinen van een gemeente. De burgemeester dient er zorg voor te dragen dat binnen een gemeente de openbare orde en veiligheid gehandhaafd blijft. Indien er aanwijzingen bestaan dat het verlenen van de Drank- en Horecaverordening ontheffing kan leiden tot verstoring van de openbare orde en veiligheid, dan wordt geen ontheffing verleend.
Als het woon- en leefklimaat nadelig wordt beïnvloed
De burgers zijn een belangrijke factor in Ede. Ede moet een gemeente blijven, waar het ook voor burgers goed vertoeven blijft. Het verlenen van een ontheffing voor de verstrekking van sterke drank kan ertoe leiden dat het woon- en leefklimaat nadelig beïnvloed wordt, omdat een instelling bijvoorbeeld een bepaald publiek gaat trekken. Indien er aanwijzingen zijn dat dit het geval is, wordt de ontheffing geweigerd.
Artikel 5 Beslistermijn ontheffing
Als een aanvraag voor een ontheffing wordt gedaan, wordt binnen twaalf weken op de aanvraag beslist. De termijn kan voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. Deze termijnen zijn termijnen van orde en geen fatale termijnen. Het verlopen van de termijn heeft niet tot gevolg dat van rechtswege de ontheffing is verleend. Ook na het verloop van de termijn kan de ontheffing nog geweigerd worden.
Omdat het een ontheffing van het verbod op het verstrekken van sterk drank betreft, kan de burgemeester in het kader van het reguleren van alcoholgebruik voorschriften aan een ontheffing verbinden. Daarnaast heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid voorschriften in de ontheffing op te nemen. Een ontheffing is (net als een exploitatievergunning en een Drank- en Horecavergunning) persoonsgebonden en vervalt als het horecabedrijf wordt gesloten of overgaat in andere handen. Een nieuwe eigenaar kan opnieuw een ontheffing aanvragen, waarna een nieuwe beoordeling zal plaatsvinden.
Artikel 6 Intrekkingsgronden ontheffing
De burgemeester trekt de ontheffing in als er strijd bestaat met het bestemmingsplan of als het blijkt te gaan om een paracommerciële instelling/doelstelling. Verder kan de burgemeester de ontheffing intrekken als (vrees voor) verstoring van de openbare orde en veiligheid bestaat, het woon- en leefklimaat nadelig wordt beïnvloed, of de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften die in de ontheffing zijn opgenomen.
Artikel 7 Algeheel verkoopverbod alcoholhoudende drank
In dit artikel wordt aan de burgemeester de bevoegdheid gegeven de verstrekking van alcoholhoudende drank tijdelijk geheel stil te leggen. Een dergelijk verbod treft derhalve zowel cafés als winkels, cafetaria’s en slijterijen. Dit is een verregaande bevoegdheid welke een algehele drooglegging mogelijk maakt. Een beperking ten aanzien van het werkingsgebied van het verbod is ook hier mogelijk.
Artikel 8 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden
Op grond van de Drank- en horecawet mogen slijters zowel sterke als zwakke alcohol verkopen voor gebruik elders dan ter plaatse. Supermarkten, andere levensmiddelenwinkels, slijterijen, cafetaria’s en afhaalcentra mogen op grond van artikel 18, tweede lid, van de Drank- en horecawet uitsluitend
(zwak-)alcoholhoudende dranken verkopen voor gebruik elders dan ter plaatse.
Op grond van de bevoegdheid in artikel 8 wordt het voor de burgemeester bijvoorbeeld mogelijk om op dagen dat men massaal grote volksfeesten (zoals het de Oud Lunterse Dag) viert - waarbij doorgaans veel alcohol wordt genuttigd met de daaruit voortvloeiende risico’s voor alcoholmisbruik door met name jongeren, voor de veiligheid van het massaal aanwezige publiek en voor de handhaving van de openbare orde - de verkoop van flessen en blikjes zwakalcoholhoudende drank vanuit cafetaria’s en supermarkten tijdelijk te verbieden.
Een beperking is niet altijd nodig voor de hele gemeente. Soms is het ook voldoende dat de beperking zich richt tot bepaalde categorieën dranken of verpakkingsvormen (blikjes bier, flesjes breezers) die een bijzondere aantrekkingskracht hebben op de groepen waarvan overlast of alcoholmisbruik verwacht wordt. In de aanwijzing kan derhalve een beperking worden aangebracht.
Artikel 9 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden
Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid om voor een bepaalde tijd de verstrekking van alcoholhoudende dranken in of vanuit inrichtingen te beperken. De gronden staan genoemd in artikel 10. De burgemeester zal bij een aanwijzing rekening dienen te houden met de eisen van propoportionaliteit (evenredigheid) en subsidiariteit (het beginsel dat zaken die door een lager orgaan kunnen worden verricht niet door een hoger ter hand behoren te worden genomen.)
Lid 1: In de algemene toelichting zijn de vier motieven - handhaving van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en volksgezondheid – die ten grondslag kunnen worden gelegd aan een tijdelijk verbod tot alcoholverstrekking reeds genoemd. Een algeheel tijdelijk verbod tot alcoholverstrekking, uitgevaardigd op grond van artikel 7 van de verordening, is ingrijpender dan krachtens artikelen 8 en 9 uitgevaardigde verboden. Daarom wordt hieraan de eis gesteld, dat één of meer van de vier motieven dringend vorderen dat een dergelijk algeheel verbod wordt gegeven. De Burgemeester zal bij een aanwijzing rekening dienen te houden met eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Dit is tot uitdrukking gebracht in de toevoeging 'dringend'.
Lid 2: Om te kunnen beoordelen of zich inderdaad een situatie voordoet waarin behoefte bestaat aan een verbod ex artikel 7, 8 en/of 9 van de verordening, is het voor de burgemeester noodzakelijk (eventueel mondeling) advies te vragen bij de Unitchef van de politie.
Artikel 11 Drankverstrekking op terrassen
Het verstrekken van dranken mag alleen geschieden aan personen die op het terras hebben plaatsgenomen.
Ingevolge de Drank- en Horecawet mag aan jongeren onder de zestien jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Met name in het nachtelijk uitgaansleven blijkt dit soms een moeilijk controleerbare handhaafbare bepaling. Artikel 20 van de wet geeft daarom gemeentebesturen de bevoegdheid om voor de aanwezigheid van personen in horecagelegenheden bij verordening minimumleeftijdsgrenzen vast te stellen. Uit het oogpunt van veilig uitgaan is het zeker gewenst dat wordt voorkomen dat zeer jeugdigen met (overmatig) alcoholgebruik worden geconfronteerd. Vandaar dat in de verordening is opgenomen dat voor de toelating van personen in cafés of discotheken een minimumleeftijd van 16 jaar geldt. Deze leeftijdsgrens geldt niet indien een jongere op voldoende wijze wordt begeleidt door een persoon van 18 jaar of ouder. Daarbij kan worden gedacht aan een ouder, een oudere broer of zus, een voogd, een onderwijzer of een volwassen begeleider van de club/organisatie waarvan de jongeren deel uitmaken.
In dit artikel is het overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht komt er in hoofdzaak op neer dat besluiten genomen op grond van de vorige Drank- en Horecaverordening hun geldigheid behouden totdat zij vervallen of worden ingetrokken. Aanvragen die nog worden of zijn ingediend op grond van de oude verordening maar nog niet zijn afgewikkeld, worden afgewikkeld op basis van de nieuwe verordening.
Artikel 154 van de Gemeentewet bepaalt dat de raad op overtreding van zijn verordeningen straf mag stellen met een maximum van drie maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie eventueel met openbaarmaking van de uitspraak. Bij overtreding van het gestelde in deze verordening of krachtens deze verordening is de maximale straf opgenomen, zoals dat in de gemeente Ede gebruikelijk is. De geldboete van de tweede categorie is terug te vinden in artikel 23 Wetboek van Strafrecht. De uitspraak wordt gepubliceerd.
De Drank- en horecawet wijst de ambtenaren van de Voedsel- en warenautoriteit aan als toezichthouder op de Drank- en Horecawet. Daarnaast kan het college toezichthouders aanwijzen voor het toezicht op de Drank- en horecaverordening. In de Algemene wet bestuursrecht zijn de bevoegdheden van toezichthouders opgenomen.
Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze verordening.
De citeertitel van deze verordening is Drank- en Horecaverordening Ede