De Raad van de gemeente Sint Anthonis;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11
november 2014;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting
2015.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
pension: een accommodatie met slaapplaatsen voor logiesverstrekking
in overwegend een-, twee-, en vierpersoonskamers tegen boeking
anders dan per nacht;
- b.
onder pensions worden mede begrepen “Bed & Breakfast”
accommodaties;
- c.
groepsaccommodatie: een verblijfsobject dat bedoeld en geschikt is
voor het gezamenlijk overnachten door groepen van 10 of meer
personen en beschikt over een gezamenlijke ruimte voor minimaal 10
personen.
- d.
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig
ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een
gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een
omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen
geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden
of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
- e.
kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht,
en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven
tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen merendeels,
ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
- f.
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt
van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de
plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een
jaar.
- g.
voltijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel
uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld
voor de volgtijdige plaatsing van verschillende
kampeermiddelen.
- h.
woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbaar ander
onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar
onderkomen.
- i.
particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van
een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.
- j.
particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier
ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met
overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
- k.
logiesverblijven: verblijven of gedeelten daarvan, niet zijnde
verblijven als bedoeld onder a tot en met j, die voor overnachting
ter beschikking worden gesteld aan derden.
- l.
bruto omzet logiesopbrengsten: de omzet in het boekjaar welke direct
verbonden is met het bieden van gelegenheid tot het houden van
verblijf als bedoeld in artikel 2. De omzet dient in de financiële
administratie van belastingplichtige te zijn verantwoord en middels
een accountantsverklaring te zijn onderbouwd.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor
het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een
vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn
opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de
gemeente Sint Anthonis.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als
bedoeld in artikel 2.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op
degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf,
is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel
2.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- 1.
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in
artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
- 2.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de
Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de
zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en
voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van
de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan
opvang Asielzoekers.
- 3.
van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk
verblijf forensenbelasting is verschuldigd;
- 4.
op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is
verschuldigd.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het
belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal
overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze bij logiesverblijven
In afwijking van artikel 5 wordt voor logiesverblijven op een bij aangifte
gedaan verzoek het aantal nachten vastgesteld op 118 nachten per bed.
Artikel 7 Opteren voor maatstaf van heffing op basis van bruto omzet
logiesopbrengsten.
- 1.
In afwijking van artikel 5 kan de maatstaf van heffing – op schriftelijk
verzoek van belastingplichtige – worden gesteld op de bruto omzet
logiesopbrengsten in het belastingjaar.
- 2.
Het schriftelijk verzoek tot toepassing van de maatstaf van heffing op
basis van de bruto omzet logiesopbrengsten dient door belastingplichtige
voorafgaand aan het belastingjaar te worden gedaan, doch tenminste vóór
1 april van het belastingjaar.
- 3.
Of en in hoeverre het schriftelijk verzoek als bedoeld in het eerste lid
wordt ingewilligd is ter beoordeling van de heffingsambtenaar. Het
verzoek kan door de heffingsambtenaar enkel om gegronde redenen –
gemotiveerd – worden afgewezen.
Artikel 8 Belastingtarief
- 1.
Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting € 1,00.
- 2.
Het tarief bedraagt bij verblijf in logiesverblijven en alle niet onder
artikel 1, letters a tot en met j genoemde accommodaties 75% van € 1,00
maal de maatstaf als bedoeld in artikel 6.
- 3.
Het tarief bedraagt, bij toepassing van de maatstaf van heffing op basis
van de bruto omzet logiesopbrengsten als bedoeld in artikel 7, 8,30% van
de bruto omzet logiesopbrengsten.
Artikel 9 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 11 Aanslaggrens
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen,
waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder
dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 12 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste
termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die
in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en elk van de
volgende termijnen telkens een maand later.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel
gestelde termijnen.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de
heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 14 Overgangsbepaling
De “Verordening toeristenbelasting 2014”van 9 december 2013,
wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde
datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 15 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die
van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2015”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Sint
Anthonis van 11 december 2014.
de griffier, de voorzitter,
mr. A.P.J.L. Keijzers, M.L.P. Sijbers