Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Scherpenzeel

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Scherpenzeel 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieScherpenzeel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening individuele inkomenstoeslag gemeente Scherpenzeel 2015
CiteertitelVerordening individuele inkomenstoeslag gemeente Scherpenzeel 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Participatieverordening 2017 gemeente Scherpenzeel.

De verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Scherpenzeel wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-03-2017nieuwe regeling

18-12-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 30-12-2014

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Scherpenzeel 2015

 

 

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand;

  • -

    peildatum: datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt;

  • -

    referteperiode: periode van drie jaar voorafgaand aan de peildatum.

Artikel 2. Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3. Langdurig laag inkomen

Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 101 procent van de toepasselijke bijstandsnorm.

Artikel 4. Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    Een individuele inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar:

    • a.

      40% van de geldende bijstandsnorm op maandbasis voor een alleenstaande;

    • b.

      40% van de geldende bijstandsnorm op maandbasis voor een alleenstaande ouder;

    • c.

      40% van de geldende bijstandsnorm op maandbasis voor gehuwden.

  • 2.

    Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 3.

    Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 4.

    De bedragen genoemd in het eerste lid ontwikkelen jaarlijks mee overeenkomstig de ontwikkelingen van het Wettelijk minimum loon.

Artikel 5. Intrekken oude verordening

De verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Scherpenzeel (2009) wordt ingetrokken.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Scherpenzeel 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 18 december 2014.

B.S. van Ginkel-Schuur, B. Visser

griffier, voorzitter

Toelichting

Deze verordening vervangt de verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Scherpenzeel (2009). De percentages genoemd in artikel 4, lid 1 zijn overgenomen uit de verordening langdurigheidstoeslag. In de VNG modelverordening zijn bedragen voorgesteld van respectievelijk € 500,-, € 600,- en € 700,-. De percentage worden afgezet tegen de normbedragen van de Participatiewet. Becijfering op basis van de huidige bijstandsnormen op grond van de Wet werk en bijstand levert het volgende beeld op.

 

 

De bedragen wijken neerwaarts af ten opzichte van de voorbeeldbedragen in de modelverordening. De percentages sluiten aan bij het huidige beleid.